LANDELIJKE CLIENTENRAAD

LCR bepleit werkherkansingsadviseur

Landelijke Cliëntenraad bepleit werkherkansingsadviseur als ondersteuner van de cliënt bij reïntegratie naar werk

Den Haag, 30 mei 2003

De Landelijke Cliëntenraad heeft een advies over de werkherkansingsadviseur aan minister De Geus (SZW) uitgebracht. Het advies wordt uitgebracht op verzoek van de minister. Achtergrond van zijn vraagstelling was dat de minister de energie en de ideeën van de werkzoekende beter wilde benutten bij zijn toeleiding naar werk. De Landelijke Cliëntenraad streeft naar een daadwerkelijk betere invulling van de verantwoordelijkheid van de cliënt in het reguliere traject. De cliënt, werkzoekende, dient in staat gesteld te worden om zijn eigen plan op te stellen en zijn eigen reïntegratiedienstverlener te kiezen. Als hij daarbij ondersteuning wenst, moet hij deze kunnen inroepen van een adviseur, de zogenaamde werkherkansingsadviseur.

De afgelopen jaren is er veel veranderd en geïnvesteerd in de uitvoeringspraktijk die zich richt op het toeleiden van mensen naar betaald werk. De positie van de cliënt en het kunnen nemen van eigen verantwoordelijkheid is daarbij nadrukkelijk aan de orde. Ondanks de beleden eigen verantwoordelijkheid is de cliënt in de praktijk eerder lijdend voorwerp van het eigen traject naar werk. Reïntegratiedienstverleners concurreren om de gunsten van de uitkerende instanties die opdracht geven voor trajecten en niet om de gunsten van de echte klant, de cliënt. De veronderstelde voordelen van de markt bereiken de werkzoekende niet.

De Landelijke Cliëntenraad wil meer investeren in het creëren van mogelijkheden voor de cliënt om daadwerkelijk zijn verantwoordelijkheid te kunnen nemen bij het reïntegreren naar werk.
Vaak wordt gesproken over cliënten die hun eigen regie bij reïntegratie zouden moeten voeren. Vaak wordt vervolgens gezegd: ja, maar niet alle cliënten zijn daartoe in staat. De Cliëntenraad is het hier niet mee eens en is van mening dat het uitvoeringsstelsel zodanig ingericht moet worden dat de cliënt de eigen verantwoordelijkheid ook kàn nemen. Het stelsel voor het toekennen van reïntegratiemiddelen zou zodanig ingericht moeten worden dat voor de uitvoering van zijn traject naar werk de cliënt kan kiezen voor een Persoonsgebonden Reïntegratiebudget of voor het contracteren van de door hem gewenste reïntegratiedienstverlener via UWV of gemeente. Met of zonder eigen budget moet de cliënt zelf de aanbieder kunnen kiezen en zelf zijn traject naar werk kunnen invullen. En mocht de cliënt moeite hebben met het maken van deze keuzes dan is de LCR van mening dat dit geen reden mag zijn om de cliënt niet de mogelijkheid te geven zijn eigen regie te voeren.

Cliënten moeten ondersteuning kunnen krijgen bij de procesgang die zij doormaken van werkzoekende naar werknemer. Uit diverse onderzoeken blijkt dat mensen deze behoefte ook hebben: aan de mogelijkheid van onafhankelijk advies en begeleiding, meer informatie over scholingsmogelijkheden, een eigen reïntegratiebudget en de keuzemogelijkheid tussen verschillende reïntegratiebedrijven. De Landelijke Cliëntenraad wil dan ook dat cliënten die aan het werk willen een beroep kunnen doen op ondersteuning, in de vorm van een werkherkansingsadviseur. De werkzoekende wordt dan daadwerkelijk in de gelegenheid gesteld om zijn eigen reïntegratieplan op te stellen en zijn eigen reïntegratiedienstverlener te kiezen.

De functionaris van UWV of gemeente die de besluiten moet nemen over de uitkering legt contact met de cliënt op basis van controle. De adviseur die de cliënt adviseert over de toeleiding naar de arbeidsmarkt gaat meer een vertrouwensrelatie aan. Deze beide rollen kunnen niet in één functionaris gecombineerd worden. De werkherkansingsadviseur dient dan ook onafhankelijk te zijn van UWV en gemeente.

Het stelsel voor het toekennen van reïntegratiemiddelen zou zodanig ingericht moeten worden dat voor de uitvoering van zijn traject naar werk de cliënt kan kiezen voor een Persoonsgebonden Reïntegratiebudget of voor het contracteren van de door hem gewenste reïntegratiedienstverlener via UWV of gemeente. Met of zonder eigen budget moet de cliënt zelf de aanbieder kunnen kiezen en zelf zijn traject naar werk kunnen invullen.

De Landelijke Cliëntenraad is een overlegorgaan van cliëntenorganisaties op het terrein van werk en inkomen. De Landelijke Cliëntenraad streeft naar volwaardige medezeggenschap van de cliënt op individueel en collectief niveau op het terrein van werk en inkomen.
De Landelijke Cliëntenraad bestaat uit: Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV), Chronisch zieken en Gehandicaptenraad Nederland (CG-Raad), Cliëntenbond in de geestelijke gezondheidszorg/Stichting Landelijke Patiënten en Bewonersraden in de geestelijke gezondheidszorg (Cliëntenbond/LPR), Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV), Federatie van Ouderverenigingen (FvO), Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten (LVA), Samenwerkingsverbanden Landelijk Overleg Minderheden (LOM), vertegenwoordigers van cliëntenraden bij UWV, CWI en SVB en vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie te weten: Landelijk Netwerk Cliëntenorganisaties/Samenwerkingsverband Mensen Zonder Betaald Werk (LNCO/SMZBW), Landelijke Vereniging Thuislozen (LVT), Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (LocSZ). De Raad heeft een onafhankelijke voorzitter: de heer Jan Laurier.

Noot voor de redactie (