Uitspraak Rechtbank Amsterdam in zaak AF9286 Zaaknr: 13/129113-02
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak: 28-05-2003
Datum publicatie: 30-05-2003
Soort zaak: straf -
Soort procedure: eerste aanleg - meervoudig
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/129113-02
Datum uitspraak: 28 mei 2003
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, achtste meervoudige kamer A, in de
strafzaak tegen:
,
geboren te op ,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
op het adres te , gedetineerd in het (huis van
bewaring).
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op
de terechtzitting van 15 en 16 mei 2003.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de
dagvaarding zoals ter terechtzitting nader is omschreven. Van de
dagvaarding en de vordering nadere omschrijving zijn kopieën als
bijlage 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De nader omschreven
telastelegging geldt als hier ingevoegd.
De rechtbank leest het in de 2e regel van het onder 6 primair
telastegelegde vermelde "tezamen" als "tezamen en in vereniging",
aangezien hier sprake is van een kennelijke omissie. Door de
verbetering van deze omissie wordt verdachte niet in de verdediging
geschaad.
2. Voorvragen
--------------
3. Waardering van het bewijs
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Ten aanzien van het onder 1 telastegelegde:
omstreeks de periode van 22 april 2002 tot en met 31 mei 2002, te
Amsterdam en Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) tezamen en in
vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een
samenweefsels van verdichtsels en
heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag ter waarde van 12.000 euro
en 8.800 US dollars hebbende verdachte en verdachtes mededaders met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en
listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- die en die per fax en e-mail met het
onderschrift verzocht een of meer op zijn naam staande
bankrekeningen ter beschikking te stellen voor de ontvangst of
vrijgave van een groot geldbedrag aan dollars uit Nigeria, welk bedrag
niet anders dan langs die weg uit Nigeria zou kunnen worden uitgevoerd
en medegedeeld dat daarvoor een vergoeding zou worden betaald van
ongeveer 20 procent van dat bedrag en dat die en die
daartoe contact op moest nemen met in
Nigeria en in Amsterdam en
- die en die per fax valse stukken met
het opschrift 'Federal Republic of Nigeria' ondertekend met de naam
en 'Federal Ministry of Finance' ondertekend door
doen toekomen waaruit moest blijken dat Nigeriaanse
Autoriteiten of Nigeriaanse officiële instanties toestemming en/of
vergunning en/of opdracht hadden gegeven tot het overboeken van het
geld uit Nigeria naar een bankrekening van en
voornoemd en
- die en die per fax en/of telefonisch
en/of in persoon laten weten dat voor de vrijgave voor overboeking of
voor de overboeking van voornoemd bedrag naar een bankrekening op naam
van die en die een of meer bedragen
aan belastingen en/of premies en/of administratieve kosten ten bedrage
van 12.000 euro moesten worden betaald en
- die en die per fax en/of telefonisch
en/of in persoon verzocht voor de betaling of overhandiging van
voornoemde bedragen aan premies en/of belasting en/of kosten naar een
vertegenwoordiging of kantoorpand in Amsterdam te komen en die
en van Schiphol begeleid naar een of
meer wisselkantoren en/of geldautomaten en/of banken in Amsterdam,
opdat die en die geld konden opnemen
en die en die vervolgens naar een
kantoorpand in Amsterdam begeleid en die een
ondertekende kwitantie - voor ontvangst van die belastingen en/of
premies en/of administratieve kosten - verstrekt met het opschrift
'Foreign Financial Office', waardoor die en
werden bewogen ot bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van het onder 2 telastegelegde:
in de periode van 1 januari 2002 tot en met 15 mei 2002 in de gemeente
Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het
oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door
listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtels,
heeft bewogen tot de afgifte van:
- 9.000 US dollars en
- 65.000 US dollars en
- 122.000 US dollars en
- 66.000 US dollars en
- 20.000 US dollars en
- 120.000 US dollars en
- 80.000 US dollars,
hebbende verdachte en diens mededaders met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergeven - telkens valselijk en listiglijk en bedrieglijk en
in strijd met de waarheid:
- aan die per e-mail, afkomstig van 'Templars law firm
barristers & solicitors', met als afzender inhoudende
dat er een erfenis van 36.000.000 US dollars zonder erfgenamen is
komen vrij te vallen en die verzocht tegen een bepaald
percentage een bankrekening ter beschikking te stellen om dat bedrag
in twee delen weg te sluizen of uit handen van de lokale autoriteiten
te houden, hebben doen toekomen en verzocht contact op te nemen met
die en
- telefonisch onder de naam die
verzocht uitsluitend per e-mail te communiceren en per e-mail
meegedeeld dat voornoemd geld in beheer is bij een bedrijf in
Amsterdam genaamd Global Diplomatic en dat contact op
moest nemen met een persoon genaamd in Amsterdam en dat
die 15% van het te "transfereren" bedrag zou
ontvangen, waarvan 5% als kosten in rekening gebracht zouden worden en
- vervolgens in Amsterdam - ter betaling van een zogeheten "clearance
fee"- een ontmoeting met die gearrangeerd bij welke
ontmoeting verdachte en diens mededaders zich uitgaven als (betrokkene
5) en diens secretaris en vervolgens aan die
een kwitantie - voor ontvangst van "clearance fee"-
verstrekt met het opschrift 'Global Diplomatic Security Service' en
- vervolgens een koffer getoond met dollars waarop een "UV-logo" was
aangebracht, welk logo chemisch zou moeten worden verwijderd en ten
bewijze daarvan dat "UV-logo" van een aantal van die biljetten met een
vloeistof verwijderd en
- vervolgens die verzocht een bedrag van 65.000 dollar
te betalen voor de aanschaf van schoonmaakchemicaliën voor die
hoeveelheid dollars met "UV-logo's" en ten bewijze van de ontvangst
van die betaling van die 65.000 dollar, een kwitantie verstrekt met
het opschrift 'Global Diplomatic Storage Service' en vervolgens
meegedeeld dat de transactie verder via de de ABN-AMRO zou worden
afgewikkeld welke bank een certificaat zou eisen dat het geld niet uit
drugshandel afkomstig was en ter verkrijging van dat certificaat zou
eisen dat het geld niet uit drugshandel afkomstig was en ter
verkrijging van dat certificaat door die een aanvraag
laten ondertekenen met het opschrift 'Africa Economic Forum' en
- onder de naam meegdeeld dat het World Court in Den
Haag de stukken van de transactie tegen een vergoeding van 122.000 US
dollar zou moeten controleren/accorderen en
- vervolgens onder de naam die
meegedeeld dat een bedrag van 66.000 dollar voor de afgifte van een
'Drug Clearance Certificate' moest worden betaald en
- per e-mail onder de naam meegedeeld dat het World
Court de stukken in beginsel geaccodeerd had en dat het World Court
verzocht een certificaat van oorsprong ter beschikking te stellen
waartoe die wederom met contact diende
op te nemen en daarna onder de naam aan die
meegedeeld dat voor de afgifte van dergelijke
certificaten van oorsprong en vergunningen 5% van het totale bedrag
moest worden betaald, en ter bevestiging daarvan een brief met het
opschrift "Templars law firm" ondertekend met , attorney
of law, aan die meegedeeld dat in plaats van die 5%
een bedrag van 180.000 US dollars zou moeten worden betaald, van welk
bedrag voornoemde 60.000 dollar voor zijn rekening zou
nemen en
- vervolgens op 15 april 2002 door die een aanvraag
voor het openen van een bankrekening bij de ABN/AMRO doen of laten
ondertekenen en
- vervolgens op 3 mei 2002 in de hal van het hoofdkantoor van de
ABN-AMRO te Amsterdam, een ontmoeting met die
gearrangeerd en zich uitgegeven voor en voor een
vertegenwoordiger/directeur van de ABN/AMRO en vervolgens die
meegdeeld dat aan de ABN/AMRO een percentage van het
miljoenenbedrag als provisie diende te worden betaald en vervolgens
aan die een schriftelijke ondertekende bevestiging
verzonden of verstrekt waarin staat vermeld dat na ontvangst van de
provisie de ABN-AMRO het totale bedrag van de transactie aan die
zou overhandigen en vervolgens die
meegedeeld dat de ABN/AMRO ook genoegen zouden nemen met een voorschot
van 80.000 USD op die provisie, waardoor die telkens
werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van het onder 3 telastegelegde:
in de periode van 5 april 2002 tot en met 29 april 2002 te Amsterdam
en te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) tezamen en in vereniging met
anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse
hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van
verdichtels, en heeft bewogen tot de
afgifte van een bedrag ter waarde van 3.000 US dollars, hebbende
verdachte en verdachtes mededaders met vorenomschreven oogmerk
-zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in
strijd met de waarheid:
- aan die en aan die een e-mail
gezonden, met het onderschrift waarin staat dat die
en die een prijs hadden gewonnen van
1,2 miljoen US Dollars, in de 'Sunsweetwin Promo Lottery' en contact
op moest nemen met e-mailadres , en die
en die een (in te vullen en te
retourneren) 'winner schedule payment form'en/of een 'prize claim
certificate' toegezonden en die en die
een document met het opschrift "Sunsweetwin Promo Lottery",
ondertekend met de naam toegezonden waarin stond dat de
claim op de gewonnen prijs was gehonoreerd en
- per fax en/of e-mail en/of brief en/of telefonisch die (slachtoffer
4) en die uitgenodigd contact op te nemen met een
zekere en voor het in ontvangst nemen van het originele
"prize claim certificate" en voor het ontvangst nemen van het gewonnen
prijzengeld naar Amsterdam te komen en die en die
meegedeeld dat die en die (slachtoffer
5) een commissie van 3% aan een zekere moesten betalen
over de in ontvangst te nemen prijs van 1.200.000 US dollars en
- die en die meegedeeld dat 3.000 US
dollars, moest worden betaald aan "Benefice" aan en
dat indien die en die niet zou betalen
de prijs niet zou worden uitbetaald en
- die en/of die in Amsterdam begeleid
naar een postkantoor en/of een bank en/of een geldautomaat opdat dezen
geld konden opnemen en/of begeleid naar een kantoorpand in Amsterdam
en/of in een kantoorpand in Amsterdam een koffer waarin zich geld van
de gewonnen prijs zou bevinden aan die en/of die
getoond,
waardoor die en die werden bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van het onder 4 telastegelegde:
in de periode van 1 maart 2002 tot en met 17 juni 2002 te Amsterdam en
te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer), tezamen en in vereniging met
anderen, telkens met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk
te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse
hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van
verdichtsels heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag ter waarde
van 3.200 US dollars en 20.000 euro,
hebbende verdachte en verdachtes mededaders met vorenomschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en
bedrieglijk en in strijd met de waarheid, gebruikmakend van fax en
e-mail en telefoon en in gesprekken in persoon:
- aan die een e-mail gezonden onder de naam
, waarin is vermeld dat die zou
beschikken over grote fondsen bij een Amerikaanse bank in Granada, en
daarvan een deel wilde investeren in het bedrijf van
en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en die meegedeeld dat het geld al op
een bankrekening van een off-shore bank zou staan en dat hij alleen
maar een bedrag aan rente als rendement van het geld hoefde te betalen
en dat die voor de deal 1.000 US dollars voor het
openen van een rekening bij de Anglo American Bank en 3.200 US dollars
als 'handling fee' moest betalen en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en die meegedeeld dat (betrokkene
11) met vakantie zou gaan en dat de zaak verder werd geregeld door
van de organisatie 'Overseas Services Limited' en het
voornoemde bedrag van 3.200 US dollars op naam van zou
moeten worden betaald en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en bevestigd dat een rekening was geopend bij de
Anglo American Bank en voor de opening van die rekening die
een formulier gedateerd 26/03/2002 doen of laten
ondertekenen en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en die heeft meegedeeld dat
abusievelijk geen rekening bij de Anglo American Bank maar bij de City
Express Bank was geopend en er een bedrag van 154.800.000 Us dollars
op s rekening stond en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en die meegedeeld dat er een fout
was gemaakt en dat het geld overgeboekt was naar 'Overseas Services
Limited' en die voor de afdracht van 3.200 US dollars
naar Amsterdam moest komen en ter verkrijging van bankcheques ter
waarde van 5 tot 10 miljoen US dollars en
- die van het vliegveld Schiphol opgehaald en
vervolgens begeleid naar een kantoor van 'Overseas Services Limited',
waardoor die werd bewogen tot bovenomschreven
afgiften.
ten aanzien van het onder 5 telastegelegde:
in de periode van 1 mei 2002 tot en met 19 juni 2002 te Amsterdam,
opzettelijk voorhanden heeft gehad valse brieven en een formulier, te
weten:
a. een in de Engelse taal gestelde brief, valselijk voorzien van het
opschrift, 'Federal Republic of Nigeria, economic panel external debt
review committee', gedateerd 23/05/02, en valselijk ondertekenend met
de naam en
b. een in de Engelse taal gestelde brief, valselijk voorzien van het
opschrift 'Federal Republic of Nigeria, economic panel & external debt
review committee', gedateeerd 14/02/02, en valselijk ondertekend met
de naam , en
c. een in de Engelse taal gesteld formulier valselijk voorzien van het
opschrift 'Universal Diplomatic Baggage, Clearing House Schiphol,
Amsterdam, The Netherlands' en
d. een in de Engelse taal gestelde brief valselijk voorzien van het
briefhoofd 'National deposit insurance corporation of
Nigeria'gedateerd 20 mei 2002, gericht aan en
valselijk ondertekend met de naam ,
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit
te dienen, terwijl verdachte wist dat die geschriften waren voor
gebruik als waren zij echt en onvervalst;
ten aanzien van het onder 6 primair telastegelegde:
in de periode van 14 december 2001 tot en met 19 juni 2002 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen met anderen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben verdachte en diens mededaders geldbedragen ter waarde van
b) 76.383,14 euro ontvangen onder de naam , (betrokkene
15), , , en (betrokkene
19)
c) 3.200 US dollar ontvangen onder de naam en
d) 10.850 US dollar ontvangen onder de naam ,
verworven en voorhanden gehad, terwijl verdachte en verdachtes
mededaders wisten dat die geldbedragen - onmiddellijk of middelijk -
afkomstig waren uit enig misdrijf;
ten aanzien van het onder 7 telastegelegde:
in de periode van 14 december 2001 tot en met 19 juni 2002 te
Amsterdam, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit
verdachte en en uit en
en dan wel en
en andere personen, welke organisatie tot oogmerk
had het plegen van misdrijven, namelijk:
a. met het oogmerk om zich of een ander wederrechtlijk te bevoordelen
door het
aannemen van valse namen en van valse hoedanigheden en door listige
kunstgrepen en door
een samenweefsel van verdichtsels, bewegen van personen en bedrijven
en instellingen tot
de afgifte van geldbedragen en
b. geschriften welke bestemd zijn om tot het bewijs van enig feit te
dienen,
valselijk opmaken en vervalsen met het oogmerk deze als echt en
onvervalst te gebuiken of
door anderen te doen gebruiken, en het opzettelijk gebruik maken van
voornoemde valse of
vervalste geschriften als ware deze echt en onvervalst, ter
ondersteuning van
voornoemde oplichtingen en
c. een gewoonte maken van het plegen van witwassen;
ten aanzien van het onder 8 telastegelegde:
op 19 juni 2002 te Amsterdam, in het bezit was van reisdocumenten, te
weten:
a) een authentiek Nigeriaans paspoort (nr.), op naam van ,
welk paspoort valselijk was voorzien van een visum voor de
Schengen-landen en
b) een authentiek Zuid-Afrikaans paspoort, op naam van (betrokkene
20), welk paspoort valselijk was voorzien van een pasfoto van
verdachte en
op 19 juni 2002 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander in
het bezit was van reisdocumenten, te weten:
c) een authentiek Nigeriaans paspoort (nr. ) op naam van (betrokkene
21), welk paspoort valselijk was voorzien van een pasfoto, niet zijnde
de oorspronkelijk op dat paspoort aangebrachte foto en
d) een authentiek Iers paspoort (nr. ) op naam van ,
welk paspoort valselijk was voorzien van een pasfoto, niet zijnde de
oorspronkelijk op dat paspoort aangebrachte foto en
e) twee valse Belgische paspoorten ten name van en
, waarvan hij wist dat die reisdocumenten vals waren.
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen,
zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging
geschaad.
4. Het bewijs
De raadsman voert aan, dat de stemherkenning van cliënt door een
verbalisant, dient te worden uitgesloten van het bewijs omdat het
vaststellen van de authenticiteit van een stem niet mogelijk is, zelfs
niet door een deskundige op dat gebied.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. De stemherkenning heeft
plaatsgevonden door een verbalisant die gedurende lange tijd
gesprekken heeft afgeluisterd, die gevoerd werden door een zekere
dan wel dan wel .
Vervolgens heeft de verbalisant verdachte gehoord en heeft hij
vastgesteld dat de stem van verdachte sterke gelijkenis vertoont met
diegene die voornoemde telefoongesprekken heeft gevoerd. Onder deze
omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de stemherkenning van
cliënt door de verbalisant als bewijs kan worden gebezigd.
De raadsman voert tevens aan dat nu de rechtbank een verzoek tot het
horen van de getuigen , , (slachtoffer
2), , en heeft afgewezen de
verdediging niet in de gelegenheid is geweest de verzochte getuigen te
ondervragen. De zich in het dossier bevindende verklaringen van de
verzochte getuigen dienen dan ook uitgesloten te worden van het
bewijs.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt hieromtrent als volgt.
De raadsman heeft zijn verzoek tot het horen van getuigen onvoldoende
inhoudelijk onderbouwd en heeft zich niet wezenlijk verzet tegen het
niet oproepen van de verzochte getuigen.
Het is dan ook om die redenen dat het verzoek tot het horen van
getuigen ter terechtzitting is afgewezen. De verklaringen van de
getuigen kunnen dan ook voor het bewijs worden gebruikt.
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte
heeft begaan voor het overige op de feiten en omstandigheden die in de
bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan
van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van
verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst
van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en
de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander ter
terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een
vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in
het bijzonder laten meewegen dat verdachte heeft deelgenomen aan een
organisatie die zich gedurende een langere periode op grote schaal
heeft schuldig gemaakt aan oplichting, valsheid in geschrifte en het
witwassen van geldbedragen. Verdachte had een leidende rol in de
organisatie. Vanuit zijn woning, die daartoe met moderne
communicatiemiddelen was toegerust, werden de meeste e-mails en faxen
verzonden en ontvangen. Tevens werd in zijn woning het
voicemailsysteem aangetroffen, waarnaar de slachtoffers konden bellen
om het banksaldo te horen. Uit diverse telefoongesprekken volgt dat
hij anderen opdrachten en aanwijzingen gaf.
Verdachte heeft zich daarnaast samen met anderen schuldig gemaakt aan
een zestal oplichtingen waarbij het slachtoffer via e-mail een
percentage van een miljoenenbedrag in het vooruitzicht werd gesteld.
De rechtbank rekent het verdachte en zijn mededaders ernstig aan dat
zij op geraffineerde en gewetenloze wijze hun slachtoffers hebben
bewogen tot de afgifte van soms aanzienlijke geldbedragen. Door aldus
te handelen hebben zij de slachtoffers van deze oplichtingen
financiële schade en leed toegebracht. Het slachtoffer
in het bijzonder is door het handelen van verdachte en zijn mededaders
financieel gedupeerd en heeft psychische schade ondervonden.
Verdachte heeft documenten vervalst om tegenover de slachtoffers de
indruk te wekken dat zij van doen hadden met een medewerker van een
betrouwbare organisatie. Door aldus te handelen heeft verdachte op
ernstige wijze het vertrouwen geschonden dat in het zakelijk verkeer
in dergelijke documenten wordt gesteld.
Ook heeft verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan het witwassen
van aanzienlijke geldbedragen. Witwassen vormt een aantasting van het
financieel-economisch bestel en vormt vanwege de corrumperende invloed
voor het reguliere handels- en betalingsverkeer, een bedreiging.
Ten slotte heeft verdachte een groot aantal valse en vervalste
identiteitsbewijzen in zijn bezit gehad. Valse en vervalste
identiteitsbewijzen maken een deugdelijke identiteitscontrole
onmogelijk en kunnen daardoor het plegen van andere strafbare feiten
vergemakkelijken.
De rechtbank zal gelet op hetgeen hiervoor is overwogen aan verdachte
een hogere straf opleggen dan door de officier van justitie is
gevorderd, omdat naar het oordeel van de rechtbank in die eis in
onvoldoende mate tot uitdrukking komt de ernst van de aan verdachte
verweten gedragingen.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen nrs 1 t/m 16, zoals
genummerd en nader omschreven op de aan dit vonnis als bijlage III
gehechte kopie van de lijst van inbeslaggenomen goederen, die aan
verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn
daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van die voorwerpen het bewezen
geachte is begaan.
Ten aanzien van de benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat een deel van de
vordering van de benadeelde partij , van zo eenvoudige
aard is dat dit zich leent voor de behandeling in dit strafgeding.
Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van
het hiervoor onder 2 bewezen geachte feit, rechtstreeks schade heeft
geleden. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van 482.000,- US
dollar, zijnde naar huidige koers
EUR 411.440,-. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden
toegewezen.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de
benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de
tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
Het overige deel van de vordering van de benadeelde partij is niet zo
eenvoudig van aard dat dit zich leent voor behandeling in dit
strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde
partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk is. De
benadeelde partij kan dat deel van de vordering slechts bij de
burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van voornoemd wordt, als extra waarborg
voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het
Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd, waarbij rekening zal
worden gehouden met de aan medeverdachte opgelegde
schadevergoedingsmaatregel.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33,
33a, 36f, 47, 57, 140, 225, 231, 326 en 420ter van het Wetboek van
Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende
beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 primair, 7
en 8 telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is
aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is
telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte
daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde feit:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde feit:
Medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder 6 primair bewezenverklaarde feit:
Medeplegen van een gewoonte maken van witwassen.
ten aanzien van het onder 7 bewezenverklaarde feit:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van
misdrijven.
ten aanzien van het onder 8 bewezenverklaarde feit:
In het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet dat het
vervalst is, meermalen gepleegd
en
medeplegen van in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet
dat het vervalst is, meermalen gepleegd
en
medeplegen van in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet
dat het vals is, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar
en 6 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging
van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is
doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering
gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd nrs. 1 t/m 16, zoals genummerd en nader omschreven
op de aan dit vonnis als bijlage II gehechte kopie van de lijst van
inbeslaggenomen goederen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij , wonende
op het adres toe tot een bedrag van EUR
411.440,-.
(vierhonderdenelfduizendenvierhonderdenveertig euro).
Veroordeelt verdachte aan voornoemd, het toegewezen
bedrag te betalen, behoudens voorzover deze vordering reeds door of
namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij
gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog
te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel
van zijn vordering niet-ontvankelijk is.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van
het slachtoffer , te betalen de som van EUR 205.702,-
(tweehonderdenvijfduizendenzevenhonderdentwee euro), behoudens
voorzover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald,
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor
de duur van 360 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die
hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voorzover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.A.M. van Oosten, voorzitter,
mrs. J. Knol en J.M. van Hall, rechters,
in tegenwoordigheid van H.L. van Loon, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van
28 mei 2003.