Uitspraak Rechtbank Amsterdam in zaak AF9293 Zaaknr: 13/120047-02
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak: 28-05-2003
Datum publicatie: 30-05-2003
Soort zaak: straf -
Soort procedure: eerste aanleg - meervoudig
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/120047-02
Datum uitspraak: 28 mei 2003
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, achtste meervoudige kamer A, in de
strafzaak tegen:
,
geboren te op ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het .
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op
de terechtzitting van 15 mei 2003.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de
dagvaarding zoals ter terechtzitting nader is omschreven. Van de
dagvaarding en de vordering nadere omschrijving zijn kopieën als
bijlage 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De nader omschreven
telastelegging geldt als hier ingevoegd.
De rechtbank leest het in de 2e regel van het onder 4 telastegelegde
vermelde "tezamen" als "tezamen en in vereniging", aangezien hier
sprake is van een kennelijke omissie. Door de verbetering van deze
omissie wordt verdachte niet in de verdediging geschaad.
2. Voorvragen
--------------
3. Waardering van het bewijs
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder 1 telastegelegde:
in de periode van 1 maart 2002 tot en met 17 juni 2002 te Amsterdam en
te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer), tezamen en in vereniging met
anderen, telkens met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse
hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van
verdichtsels heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag ter waarde
van 3.200 US dollars en 20.000 euro,
hebbende verdachte en verdachtes mededaders met vorenomschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en
bedrieglijk en in strijd met de waarheid, gebruikmakend van fax en
e-mail en telefoon en in gesprekken in persoon:
- aan die een e-mail gezonden onder de naam
, waarin is vermeld dat die zou
beschikken over grote fondsen bij een Amerikaanse bank in Granada, en
daarvan een deel wilde investeren in het bedrijf van
en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en die meegedeeld dat het geld al op
een bankrekening van een off-shore bank zou staan en dat hij alleen
maar een bedrag aan rente als rendement van het geld hoefde te betalen
en dat die voor de deal 1.000 US dollars voor het
openen van een rekening bij de Anglo American Bank en 3.200 US dollars
als 'handling fee' moest betalen en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en die meegedeeld dat
met vakantie zou gaan en dat de zaak verder werd geregeld door
van de organisatie 'Overseas Services Limited' en het
voornoemde bedrag van 3.200 US dollars op naam van zou
moeten worden betaald en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en bevestigd dat een rekening was geopend bij de
Anglo American Bank en voor de opening van die rekening die
een formulier gedateerd 26/03/2002 doen of laten
ondertekenen en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en die heeft meegedeeld dat
abusievelijk geen rekening bij de Anglo American Bank maar bij de City
Express Bank was geopend en er een bedrag van 154.800.000 Us dollars
op s rekening stond en
- met die onder de naam , telefonisch
contact opgenomen en die meegedeeld dat er een fout
was gemaakt en dat het geld overgeboekt was naar 'Overseas Services
Limited' en die voor de afdracht van 3.200 US dollars
naar Amsterdam moest komen en ter verkrijging van bankcheques ter
waarde van 5 tot 10 miljoen US dollars en
- die van het vliegveld Schiphol opgehaald en
vervolgens begeleid naar een kantoor van 'Overseas Services Limited',
waardoor die werd bewogen tot bovenomschreven
afgiften;
ten aanzien van het onder 2 telastegelegde:
in de periode van 5 april 2002 tot en met 29 april 2002 te Amsterdam
en te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) tezamen en in vereniging met
anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse
hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van
verdichtels, en heeft
bewogen tot de afgifte van een bedrag ter waarde van 3.000 US dollars,
hebbende verdachte en verdachtes mededaders met vorenomschreven
oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk
en in strijd met de waarheid:
- aan die en aan die een e-mail
gezonden, met het onderschrift waarin staat dat die
en die een prijs hadden gewonnen van
1,2 miljoen US Dollars, in de 'Sunsweetwin Promo Lottery' en contact
op moest nemen met e-mailadres , en die
en die een (in te vullen en te
retourneren) 'winner schedule payment form'en/of een 'prize claim
certificate' toegezonden en die en die
een document met het opschrift "Sunsweetwin Promo Lottery",
ondertekend met de naam mister toegezonden waarin stond
dat de claim op de gewonnen prijs was gehonoreerd en
- per fax en e-mail en brief en telefonisch die en die
uitgenodigd contact op te nemen met een zekere
en voor het in ontvangst nemen van het originele "prize
claim certificate" en voor het ontvangst nemen van het gewonnen
prijzengeld naar Amsterdam te komen en die en die
meegedeeld dat die en die (slachtoffer
3) een commissie van 3% aan een zekere moesten betalen
over de in ontvangst te nemen prijs van 1.200.000 US dollars en
- die en die meegedeeld dat 3.000 US
dollars, moest worden betaald aan "Benefice" aan en dat
indien die en die niet zou betalen de
prijs niet zou worden uitbetaald en
- die en/of die in Amsterdam begeleid
naar een postkantoor en/of een bank en/of een geldautomaat opdat dezen
geld konden opnemen en/of begeleid naar een kantoorpand in Amsterdam
en/of in een kantoorpand in Amsterdam een koffer waarin zich geld van
de gewonnen prijs zou bevinden aan die en/of die
getoond,
waardoor die en die werden bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van het onder 3 telastegelegde:
hij in de periode van 20 april 2002 tot en met 19 juni 2002,
Amsterdam, tezamen en
in vereniging met anderen, opzettelijk
a) gebruik heeft gemaakt van een vals geschrift, te weten een in de
Engelse taal gesteld document, afkomstig van SUNSWEETWIN PROMO
LOTTERY, (gedateerd 24/4/02), gericht aan en aan
, inhoudende de afhandeling van een gewonnen prijs van
1.200.000,00 US dollars, ondertekend door Mr. ,
bestaande dat gebruik maken hieruit dat verdachte en verdachtes
mededaders voornoemd geschrift per fax vanuit Amsterdam hebben
gezonden aan genoemde en en
b) voorhanden heeft gehad een vals geschrift, te weten een in de
Engelse taal gesteld formulier voor de opgaven van bankgegevens,
valselijk voorzien van het opschrift 'ABN-AMBRO BANKING INFORMATIONS',
en een in de Engelse taal gesteld formulier voor
de opening van een bankrekening valselijk voorzien van het opschrift
en het logo van de
'Anglo American Bank',
zijnde voornoemde geschriften bestemd om tot bewijs van enig
feit te dienen, terwijl verdachte en verdachtes mededaders wisten dat
die geschriften bestemd waren voor gebruik als ware zij echt en
onvervalst;
ten aanzien van het onder 4 telastegelegde:
hij in de periode van 14 december 2001 tot en met 19 juni 2002 te
Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, geldbedragen ter
waarde van
a. 3.398,50 euro en
b. 221,98 euro en
c. 2.580,50 euro en
d. 2.048,00 euro en
e. 6.000,00 euro en
f. 5.181,85 euro en
g. 2.000 euro
verworven en voorhanden gehad, terwijl verdachte en verdachtes
mededaders wisten dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk-
afkomstig waren uit enig misdrijf;
ten aanzien van het onder 5 telastegelegde:
in de periode van 14 december 2001 tot en met 19 juni 2002 te
Amsterdam, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit
verdachte en en uit en
en dan wel en
en andere personen, welke organisatie tot oogmerk
had het plegen van misdrijven, namelijk:
a. met het oogmerk om zich of een ander wederrechtlijk te bevoordelen
door het
aannemen van valse namen en van valse hoedanigheden en door listige
kunstgrepen en door
een samenweefsel van verdichtsels, bewegen van personen en bedrijven
en instellingen tot
de afgifte van geldbedragen en
b. geschriften welke bestemd zijn om tot het bewijs van enig feit te
dienen,
valselijk opmaken en vervalsen met het oogmerk deze als echt en
onvervalst te gebuiken of
door anderen te doen gebruiken, en het opzettelijk gebruik maken van
voornoemde valse of
vervalste geschriften als ware deze echt en onvervalst, ter
ondersteuning van
voornoemde oplichtingen en
c. een gewoonte maken van het plegen van witwassen;
ten aanzien van het onder 6 telastegelegde:
op 19 juni 2002 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander in
het bezit was van reisdocumenten, te weten:
a) een authentiek Nigeriaans paspoort (nr. ) op naam van
, welk paspoort valselijk was voorzien van een pasfoto,
niet zijnde de oorspronkelijk op dat paspoort aangebrachte foto en
b) een authentiek Iers paspoort (nr. ) op naam van (betrokkene
8), welk paspoort valselijk was voorzien van een pasfoto, niet zijnde
de oorspronkelijk op dat paspoort aangebrachte foto en
c) twee valse Belgische paspoorten ten name van en
, waarvan zij wisten dat die reisdocumenten vals en
vervalst waren.
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen,
zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging
geschaad.
4. Het bewijs
De raadsman voert aan, dat de stemherkenning van cliënt door een
verbalisant, dient te worden uitgesloten van het bewijs omdat het
vaststellen van de authenticiteit van een stem niet mogelijk is, zelfs
niet door een deskundige op dat gebied.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt hieromtrent als volgt.
De stemherkenning heeft plaatsgevonden door een verbalisant die
gedurende lange tijd gesprekken heeft afgeluisterd, die gevoerd werden
door een zekere dan wel dan wel
. Vervolgens heeft de verbalisant verdachte gehoord en
heeft hij vastgesteld dat de stem van verdachte sterke gelijkenis
vertoont met diegene die voornoemde telefoongesprekken heeft gevoerd.
Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de
stemherkenning van cliënt door de verbalisant als bewijs kan worden
gebezigd.
De raadsman voert tevens aan dat nu de rechtbank een verzoek tot het
horen van de getuigen en , heeft
afgewezen de verdediging niet in de gelegenheid is geweest de
verzochte getuigen te ondervragen. De zich in het dossier bevindende
verklaringen van de verzochte getuigen dienen dan ook uitgesloten te
worden van het bewijs.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt hiertoe als volgt. De
raadsman heeft zijn verzoek tot het horen van getuigen feitelijk niet
gehandhaafd en heeft zich niet wezenlijk verzet tegen het niet
oproepen van de verzochte getuigen. De rechtbank is gelet op hetgeen
hiervoor is opgemerkt van oordeel dat de raadsman het recht heeft
prijsgegeven om deze getuigen te ondervragen.
De rechtbank grondt haar beslissing voor het overige dat verdachte het
bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de
bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan
van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van
verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst
van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en
de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander ter
terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een
vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in
het bijzonder laten meewegen dat verdachte heeft deelgenomen aan een
organisatie die zich gedurende een langere periode op grote schaal
schuldig heeft gemaakt aan oplichting, valsheid in geschrifte en het
witwassen van geldbedragen. De criminele organisatie was zeer
professioneel opgezet en verdachte had een grote rol daarin. Zo
verbleef verdachte op het adres dat geheel was toegerust als
kantoor van de organisatie. Verder deed verdachte zich in
verschillende oplichtingszaken voor als en (betrokkene
1) en heeft hij in die hoedanigheid het contact onderhouden met de
slachtoffers, hen uitgenodigd naar Nederland te komen en hen verzocht
geld te betalen.
Verdachte heeft zich daarnaast samen met anderen schuldig gemaakt aan
een drietal oplichtingen waarbij het slachtoffer via e-mail een
percentage van een miljoenenbedrag in het vooruitzicht werd gesteld.
De rechtbank rekent het verdachte en zijn mededaders ernstig aan dat
zij op geraffineerde en gewetenloze wijze hun slachtoffers hebben
bewogen tot de afgifte van soms aanzienlijke geldbedragen. Door aldus
te handelen hebben zij de slachtoffers financiële schade en leed
toegebracht.
Verdachte heeft daarnaast documenten vervalst om zodoende tegenover de
slachtoffers de indruk te kunnen wekken dat zij van doen hadden met
een medewerker van een betrouwbare organisatie. Door aldus te handelen
heeft verdachte op ernstige wijze het vertrouwen geschonden dat in het
zakelijk verkeer in dergelijke documenten wordt gesteld.
Daarnaast heeft verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan het
witwassen van aanzienlijke geldbedragen. Witwassen vormt een
aantasting van het financieel-economisch bestel en ondermijnt het
reguliere handels- en betalingsverkeer.
Tenslotte heeft verdachte een aantal valse en vervalste
identiteitsbewijzen in zijn bezit gehad. Dergelijke
identiteitsbewijzen maken een deugdelijke identiteitscontrole
onmogelijk en kunnen daardoor het plegen van andere strafbare feiten
vergemakkelijken. Door het gebruik van vervalste reisdocumenten wordt
het vertrouwen dat moet kunnen worden gesteld in van overheidswege
verstrekte identiteitsbewijzen geschonden.
De rechtbank zal gelet op het bovenstaande aan verdachte een hogere
straf opleggen dan door de officier van justitie gevorderd, omdat naar
het oordeel van de rechtbank in die eis in onvoldoende mate tot
uitdrukking komt de ernst van de aan verdachte verweten gedragingen.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen nrs. 1 t/m 5, zoals
genummerd en nader omschreven op de aan dit vonnis als bijlage III
gehechte kopie van de lijst van inbeslaggenomen goederen, die aan
verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn
daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van die voorwerpen het bewezen
geachte is begaan.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 57,
140, 225, 231, 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende
beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6
telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is
telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte
daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
Medeplegen van het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift,
als bedoeld in artikel 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als
ware het echt en onvervalst
en
medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van een vals
geschrift, als bedoeld in artikel 225, lid 1 van het Wetboek van
Strafrecht, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik
als ware het echt en onvervalst.
ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van
misdrijven.
ten aanzien van het onder 6 bewezenverklaarde:
Medeplegen van in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet
dat het vervalst is, meermalen gepleegd
en
medeplegen van in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet
dat het vals is, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging
van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is
doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering
gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd nrs. 1 t/m 5, zoals genummerd en nader omschreven
op de aan dit vonnis als bijlage III gehechte kopie van de lijst van
inbeslaggenomen goederen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.A.M. van Oosten, voorzitter,
mrs. J. Knol en J.M. van Hall, rechters,
in tegenwoordigheid van H.L. van Loon, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van
28 mei 2003.