Uitspraak Rechtbank Amsterdam in zaak AF9294 Zaaknr: 13/008000/02
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak: 28-05-2003
Datum publicatie: 30-05-2003
Soort zaak: straf -
Soort procedure: eerste aanleg - meervoudig
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/008000/02
Datum uitspraak: 28 mei 2003
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, achtste meervoudige kamer A, in de
strafzaak tegen:
,
geboren te op ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op
de terechtzitting van 15 en 16 mei 2003.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de
dagvaarding zoals ter terechtzitting nader is omschreven. Van de
dagvaarding en de vordering nadere omschrijving zijn kopieën als
bijlage 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De nader omschreven
telastelegging geldt als hier ingevoegd.
De rechtbank leest het in de 2e regel van het onder 4 primair
telastegelegde vermelde "tezamen" als "tezamen en in vereniging",
aangezien hier sprake is van een kennelijke omissie. Door de
verbetering van deze omissie wordt verdachte niet in de verdediging
geschaad.
2. Voorvragen
De raadsman heeft met betrekking tot het onder 4 primair
telastegelegde betoogd dat de dagvaarding nietig behoort te worden
verklaard, nu zij onvoldoende feitelijk is.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Zij acht zowel de woorden
afzonderlijk als in onderling verband bezien, voldoende feitelijk.
3. Waardering van het bewijs
3.1. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen
onder 1 is telastegelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden
vrijgesproken.
3.2. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder 2 telastegelegde:
in de periode van 5 april 2002 tot en met 29 april 2002 te Amsterdam
en te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) tezamen en in vereniging met
anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse
hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van
verdichtels,
heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag ter waarde
van 3.000 US dollars, hebbende verdachte en verdachtes mededaders met
vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk
en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- aan die een e-mail gezonden, met het onderschrift
waarin staat dat die een prijs had
gewonnen van 1,2 miljoen US Dollars, in de 'Sunsweetwin Promo Lottery'
en contact op moest nemen met e-mailadres , en
die een (in te vullen en te retourneren) 'winner
schedule payment form'en/of een 'prize claim certificate' toegezonden
en die een document met het opschrift "Sunsweetwin
Promo Lottery", ondertekend met de naam mister
toegezonden waarin stond dat de claim op de gewonnen prijs was
gehonoreerd en
- per fax en/of e-mail en/of brief en/of telefonisch die [slachtoffer
1] uitgenodigd contact op te nemen met een zekere en
voor het in ontvangst nemen van het originele "prize claim
certificate" en voor het ontvangst nemen van het gewonnen prijzengeld
naar Amsterdam te komen en die meegedeeld dat die
een commissie van 3% aan een zekere
moesten betalen over de in ontvangst te nemen prijs van 1.200.000 US
dollars en
- die meegedeeld dat 3.000 US dollar, moest worden
betaald aan "Benefice" aan en dat indien die
niet zou betalen de prijs niet zou worden uitbetaald
en
- die in Amsterdam begeleid naar een postkantoor en/of
een bank en/of een geldautomaat opdat dezen geld konden opnemen en/of
begeleid naar een kantoorpand in Amsterdam en/of in een kantoorpand in
Amsterdam een koffer waarin zich geld van de gewonnen prijs zou
bevinden aan die getoond,
waardoor die werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van het onder 3 telastegelegde:
omstreeks de periode van 22 april 2002 tot en met 31 mei 2002, te
Amsterdam en Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) tezamen en in
vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een
samenweefsels van verdichtsels heeft bewogen tot de
afgifte van een bedrag ter waarde van 12.000 euro en 8.800 US dollars
hebbende verdachte en verdachtes mededaders met vorenomschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en
bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- die per fax en e-mail met het onderschrift dr.
verzocht een of meer op zijn naam staande
bankrekeningen ter beschikking te stellen voor de ontvangst of
vrijgave van een groot geldbedrag aan dollars uit Nigeria, welk bedrag
niet anders dan langs die weg uit Nigeria zou kunnen worden uitgevoerd
en medegedeeld dat daarvoor een vergoeding zou worden betaald van
ongeveer 20 procent van dat bedrag en dat die daartoe
contact op moest nemen met dr. in Nigeria en
in Amsterdam en
- die per fax valse stukken met het opschrift 'Federal
Republic of Nigeria' ondertekend met de naam en
'Federal Ministry of Finance' ondertekend door doen
toekomen waaruit moest blijken dat Nigeriaanse Autoriteiten of
Nigeriaanse officiële instanties toestemming en/of vergunning en/of
opdracht hadden gegeven tot het overboeken van het geld uit Nigeria
naar een bankrekening van voornoemd en
- die per fax en/of telefonisch en/of in persoon laten
weten dat voor de vrijgave voor overboeking of voor de overboeking van
voornoemd bedrag naar een bankrekening op naam van die
een of meer bedragen aan belastingen en/of premies en/of
administratieve kosten ten bedrage van 12.000 euro moesten worden
betaald en
- die per fax en/of telefonisch en/of in persoon
verzocht voor de betaling of overhandiging van voornoemde bedragen aan
premies en/of belasting en/of kosten naar een vertegenwoordiging of
kantoorpand in Amsterdam te komen en die van Schiphol
begeleid naar een of meer wisselkantoren en/of geldautomaten en/of
banken in Amsterdam, opdat die geld kon opnemen en die
vervolgens naar een kantoorpand in Amsterdam begeleid
en die een ondertekende kwitantie - voor ontvangst van
die belastingen en/of premies en/of administratieve kosten - verstrekt
met het opschrift 'Foreign Financial Office',
waardoor die werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van het onder 4 primair telastegelegde:
hij in de periode van 14 december 2001 tot en met 20 juni 2002 te
Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van
witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben verdachte en diens
mededaders geldbedragen ter waarde van
a. 87.830,22 euro en 1401 Britse ponden,
b. 1.200 US dollars,
verworven en voorhanden gehad, terwijl verdachte en verdachtes
mededaders wisten dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk-
afkomstig waren uit enig misdrijf;
ten aanzien van het onder 5 telastegelegde:
in de periode van 14 december 2001 tot en met 19 juni 2002 te
Amsterdam, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit
verdachte en en uit en
en dan wel en
en andere personen, welke organisatie tot oogmerk
had het plegen van misdrijven, namelijk:
a. met het oogmerk om zich of een ander wederrechtlijk te bevoordelen
door het
aannemen van valse namen en van valse hoedanigheden en door listige
kunstgrepen en door
een samenweefsel van verdichtsels, bewegen van personen en bedrijven
en instellingen tot
de afgifte van geldbedragen en
b. geschriften welke bestemd zijn om tot het bewijs van enig feit te
dienen,
valselijk opmaken en vervalsen met het oogmerk deze als echt en
onvervalst te gebuiken of
door anderen te doen gebruiken, en het opzettelijk gebruik maken van
voornoemde valse of
vervalste geschriften als ware deze echt en onvervalst, ter
ondersteuning van
voornoemde oplichtingen en
c. een gewoonte maken van het plegen van witwassen.
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen,
zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging
geschaad.
4. Het bewijs
De raadsman voert aan, dat de stemherkenning van cliënt door een
verbalisant, dient te worden uitgesloten van het bewijs en overweegt
hiertoe dat het vaststellen van de authenticiteit van een stem niet
mogelijk is, zelfs niet door een deskundige op dat gebied.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt hieromtrent als volgt.
De stemherkenning heeft plaatsgevonden door een verbalisant die
gedurende lange tijd gesprekken heeft afgeluisterd, die gevoerd werden
door een zekere . Vervolgens heeft de verbalisant
verdachte gehoord en heeft hij vastgesteld dat de stem van verdachte
sterke gelijkenis vertoont met diegene die voornoemde
telefoongesprekken heeft gevoerd. Onder deze omstandigheden is de
rechtbank van oordeel dat de stemherkenning van cliënt door de
verbalisant als bewijs kan worden gebezigd.
De rechtbank grondt haar beslissing voor het overige dat verdachte het
bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de
bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan
van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van
verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst
van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en
de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander ter
terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een
vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in
het bijzonder laten meewegen dat verdachte heeft deelgenomen aan een
organisatie die zich gedurende een langere periode op grote schaal
schuldig heeft gemaakt aan oplichting, valsheid in geschrifte en het
witwassen van geldbedragen. De organisatie was zeer professioneel
opgezet en verdachte vervulde een grote rol in de organisatie. Hij
haalde slachtoffers van Schiphol en nam het geld in ontvangst.
Verdachte heeft zich daarnaast samen met anderen schuldig gemaakt aan
een tweetal oplichtingen waarbij het slachtoffer via e-mail een
percentage van een miljoenenbedrag in het vooruitzicht werd gesteld.
De rechtbank rekent het verdachte en zijn mededaders ernstig aan dat
zij op geraffineerde en gewetenloze wijze hun slachtoffers hebben
bewogen tot de afgifte van soms aanzienlijke geldbedragen.
Door aldus te handelen hebben zij de slachtoffers financiële schade en
leed toegebracht.
Daarnaast heeft verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan het
witwassen van geldbedragen. Witwassen vormt een aantasting van het
financieel-economisch bestel en vormt vanwege de corrumperende invloed
voor het reguliere handels- en betalingsverkeer, een bedreiging.
De rechtbank zal gelet op het bovenstaande aan verdachte een hogere straf opleggen dan door de officier van justitie gevorderd, omdat naar het oordeel van de rechtbank in die eis in onvoldoende mate tot uitdrukking komt de ernst van de aan verdachte verweten gedragingen.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen nrs 1 t/m 17, zoals
genummerd en nader omschreven op de aan dit vonnis als bijlage III
gehechte kopie van de lijst van inbeslaggenomen goederen, die aan
verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn
daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van die voorwerpen het bewezen
geachte is begaan.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 57,
140, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende
beslissing.
9. Beslissing
Verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 telastegelegde heeft
begaan.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 2, 3, 4 primair, 5
telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is
telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte
daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 2 en 3 telastegelegde:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
ten aanzien van het onder 4 primair bewezenverklaarde feit:
Medeplegen van een gewoonte maken van witwassen.
ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde feit:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van
misdrijven.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar
en 6 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging
van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is
doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering
gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd nrs. 1 t/m 17, zoals genummerd en nader omschreven
op de aan dit vonnis als bijlage III gehechte kopie van de lijst van
inbeslaggenomen goederen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.A.M. van Oosten, voorzitter,
mrs. J. Knol en J.M. van Hall, rechters,
in tegenwoordigheid van H.L. van Loon, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van
28 mei 2003.