Uitspraak Rechtbank Amsterdam in zaak AF9295 Zaaknr: 13/120049-02
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak: 28-05-2003
Datum publicatie: 30-05-2003
Soort zaak: straf -
Soort procedure: eerste aanleg - meervoudig
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/120049-02
Datum uitspraak: 28 mei 2003
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, achtste meervoudige kamer A, in de
strafzaak tegen:
,
geboren te op ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het .
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op
de terechtzitting van 15 mei 2003.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de
dagvaarding zoals ter terechtzitting nader is omschreven. Van de
dagvaarding en de vordering nadere omschrijving zijn kopieën als
bijlage 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De nader omschreven
telastelegging geldt als hier ingevoegd.
De rechtbank leest het in de 2e regel van het onder 6 telastegelegde
vermelde "tezamen" als "tezamen en in vereniging", aangezien hier
sprake is van een kennelijke omissie. Door de verbetering van deze
omissie wordt verdachte niet in de verdediging geschaad.
2. Voorvragen
--------------
3. Waardering van het bewijs
3.1. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen
onder 4 is telastegelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden
vrijgesproken.
3.2. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder 1 telastegelegde:
in de periode van 1 januari 2002 tot en met 15 mei 2002 in de gemeente
Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het
oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door
listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtels,
heeft bewogen tot de afgifte van:
- 9.000 US dollars en
- 65.000 US dollars en
- 122.000 US dollars en
- 66.000 US dollars en
- 20.000 US dollars en
- 120.000 US dollars en
- 80.000 US dollars,
hebbende verdachte en diens mededaders met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergeven - telkens valselijk en listiglijk en bedrieglijk en
in strijd met de waarheid:
- aan die per e-mail, afkomstig van 'Templars law firm
barristers & solicitors', met als afzender inhoudende
dat er een erfenis van 36.000.000 US dollars zonder erfgenamen is
komen vrij te vallen en die verzocht tegen een bepaald
percentage een bankrekening ter beschikking te stellen om dat bedrag
in twee delen weg te sluizen of uit handen van de lokale autoriteiten
te houden, hebben doen toekomen en verzocht contact op te nemen met
die en
- telefonisch onder de naam die
verzocht uitsluitend per e-mail te communiceren en per e-mail
meegedeeld dat voornoemd geld in beheer is bij een bedrijf in
Amsterdam genaamd Global Diplomatic en dat contact op
moest nemen met een persoon genaamd in Amsterdam en dat
die 15% van het te "transfereren" bedrag zou
ontvangen, waarvan 5% als kosten in rekening gebracht zouden worden en
- vervolgens in Amsterdam - ter betaling van een zogeheten "clearance
fee"- een ontmoeting met die gearrangeerd bij welke
ontmoeting verdachte en diens mededaders zich uitgaven als mr.
en diens secretaris mr. en vervolgens
aan die een kwitantie - voor ontvangst van "clearance
fee"- verstrekt met het opschrift 'Global Diplomatic Security Service'
en
- vervolgens een koffer getoond met dollars waarop een "UV-logo" was
aangebracht, welk logo chemisch zou moeten worden verwijderd en ten
bewijze daarvan dat "UV-logo" van een aantal van die biljetten met een
vloeistof verwijderd en
- vervolgens die verzocht een bedrag van 65.000 dollar
te betalen voor de aanschaf van schoonmaakchemicaliën voor die
hoeveelheid dollars met "UV-logo's" en ten bewijze van de ontvangst
van die betaling van die 65.000 dollar, een kwitantie verstrekt met
het opschrift 'Global Diplomatic Storage Service' en vervolgens
meegedeeld dat de transactie verder via de de ABN-AMRO zou worden
afgewikkeld welke bank een certificaat zou eisen dat het geld niet uit
drugshandel afkomstig was en ter verkrijging van dat certificaat zou
eisen dat het geld niet uit drugshandel afkomstig was en ter
verkrijging van dat certificaat door die een aanvraag
laten ondertekenen met het opschrift 'Africa Economic Forum' en
- onder de naam mr. meegdeeld dat het World Court in
Den Haag de stukken van de transactie tegen een vergoeding van 122.000
US dollar zou moeten controleren/accorderen en
- vervolgens onder de naam die
meegedeeld dat een bedrag van 66.000 dollar voor de afgifte van een
'Drug Clearance Certificate' moest worden betaald en
- per e-mail onder de naam meegedeeld dat het World
Court de stukken in beginsel geaccodeerd had en dat het World Court
verzocht een certificaat van oorsprong ter beschikking te stellen
waartoe die wederom met contact diende
op te nemen en daarna onder de naam mr. aan die
meegedeeld dat voor de afgifte van dergelijke
certificaten van oorsprong en vergunningen 5% van het totale bedrag
moest worden betaald, en ter bevestiging daarvan een brief met het
opschrift "Templars law firm" ondertekend met , attorney
of law, aan die meegedeeld dat in plaats van die 5%
een bedrag van 180.000 US dollars zou moeten worden betaald, van welk
bedrag voornoemde mr. 60.000 dollar voor zijn rekening
zou nemen en
- vervolgens op 15 april 2002 door die een aanvraag
voor het openen van een bankrekening bij de ABN/AMRO doen of laten
ondertekenen en
- vervolgens op 3 mei 2002 in de hal van het hoofdkantoor van de
ABN-AMRO te Amsterdam, een ontmoeting met die
gearrangeerd en zich uitgegeven voor dr. en voor een
vertegenwoordiger/directeur van de ABN/AMRO en vervolgens die
meegdeeld dat aan de ABN/AMRO een percentage van het
miljoenenbedrag als provisie diende te worden betaald en vervolgens
aan die een schriftelijke ondertekende bevestiging
verzonden of verstrekt waarin staat vermeld dat na ontvangst van de
provisie de ABN-AMRO het totale bedrag van de transactie aan die
zou overhandigen en vervolgens die
meegedeeld dat de ABN/AMRO ook genoegen zouden nemen met een voorschot
van 80.000 USD op die provisie, waardoor die telkens
werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van het onder 2 telastegelegde:
hij in de periode van 1 januari 2002 tot en met 19 juni 2002, te
Amsterdam en te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) tezamen en in
vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een
samenweefsel van verdichtsels, heeft bewogen tot de
afgifte van een bedrag ter waarde van 8.675 US dollar, hebbende
verdachte en verdachtes mededaders met vorenomschreven oogmerk
-zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in
strijd met de waarheid:
- onder de naam aan die telefonisch
verzocht of die samen met drie andere bedrijven bereid
was op te treden als 'contractor' en tijdelijk een bankrekening ter
beschikking wilde stellen voor de ontvangst van een overboeking van
een bedrag van 38,6 miljoen dollar uit Nigeria en
- ter bevestiging daarvan en ter ondertekening 'contract agreements'
tussen die en de 'National Electric Power Authority
(NEPA)' aan die doen toekomen en
- vervolgens een document met het opschrift 'Central Bank of Nigeria'
en 'The presidential Panel' waaruit moest blijken dat voormeld bedrag
was "vrijgegeven" en dat de overboeking naar de bankrekening van die
via de Chase Manhattan Bank was goedgekeurd en dat
opdracht was gegeven dat bedrag over te boeken via de Chase Manhattan
Bank aan die doen toekomen en
- een fax met het opschrift Central bank of Nigeria aan die
gestuurd waarin stond vermeld dat die
voor verdere details en de afronding van de overboeking contact moest
opnemen met een zekere met een Nederlands
telefoonnummer en
- telefonisch onder de naam die voor de
afronding van de transactie uitgenodigd naar Nederland te komen en
meegedeeld dat voor de bemiddeling van die bij de
afronding van de transactie een 'charge fee' betaald moest worden en
die op Schiphol ontmoet en begeleid naar Amsterdam en
zich tegenover die gelegitimeerd als en
vervolgens die begeleid naar een kantoorpand van die
in Amsterdam en die in dat kantoorpand
in contact gebracht met de 'baas van ' en die
een kwitantie met het opschrift 'Foreign payment
office Fund receipt order' ten bedrage van US dollar 8.675 en euro
8.675 verstrekt,
waardoor die werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van het onder 3 telastegelegde:
omstreeks de periode van 22 april 2002 tot en met 31 mei 2002, te
Amsterdam en Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) tezamen en in
vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een
samenweefsels van verdichtsels heeft bewogen tot de
afgifte van een bedrag ter waarde van 12.000 euro en 8.800 US dollars
hebbende verdachte en verdachtes mededaders met vorenomschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en
bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- die per fax en e-mail met het onderschrift dr.
verzocht een of meer op zijn naam staande
bankrekeningen ter beschikking te stellen voor de ontvangst of
vrijgave van een groot geldbedrag aan dollars uit Nigeria, welk bedrag
niet anders dan langs die weg uit Nigeria zou kunnen worden uitgevoerd
en medegedeeld dat daarvoor een vergoeding zou worden betaald van
ongeveer 20 procent van dat bedrag en dat die daartoe
contact op moest nemen met dr. in Nigeria en
in Amsterdam en
- die per fax valse stukken met het opschrift 'Federal
Republic of Nigeria' ondertekend met de naam en
'Federal Ministry of Finance' ondertekend door doen
toekomen waaruit moest blijken dat Nigeriaanse Autoriteiten of
Nigeriaanse officiële instanties toestemming en/of vergunning en/of
opdracht hadden gegeven tot het overboeken van het geld uit Nigeria
naar een bankrekening van voornoemd en
- die per fax en/of telefonisch en/of in persoon laten
weten dat voor de vrijgave voor overboeking of voor de overboeking van
voornoemd bedrag naar een bankrekening op naam van die
een of meer bedragen aan belastingen en/of premies en/of
administratieve kosten ten bedrage van 12.000 euro moesten worden
betaald en
- die per fax en/of telefonisch en/of in persoon
verzocht voor de betaling of overhandiging van voornoemde bedragen aan
premies en/of belasting en/of kosten naar een vertegenwoordiging of
kantoorpand in Amsterdam te komen en die van Schiphol
begeleid naar een of meer wisselkantoren en/of geldautomaten en/of
banken in Amsterdam, opdat die geld kon opnemen en die
vervolgens naar een kantoorpand in Amsterdam begeleid
en die een ondertekende kwitantie - voor ontvangst van
die belastingen en/of premies en/of administratieve kosten - verstrekt
met het opschrift 'Foreign Financial Office',
waardoor die werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van het onder 5 telastegelegde:
op 19 juni 2002, te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk voorhanden heeft gehad valse geschriften, te weten een in
de Engelse taal gesteld formulier voor de opgave van bankgegevens
valselijk voorzien van het opschrift 'ABN-AMBRO APPLICATION FORM', en
een in de Engelse taal gesteld formulier 'joint endorsement'
(gezamelijke overdrachtsovereenkomst/ endossement), valselijk voorzien
van het opschrift 'NETHERLANDLOTTERY/SWEETSTAKE LOTTERY COMMISSION' en
een in Engelse taal gesteld formulier 'winning funds release order'
valselijk voorzien van het opschrift 'NETHERLANDLOTTERY/SWEETSTAKE
LOTTERY COMMISSION', zijnde voornoemde geschriften bestemd om tot
bewijs van enig feit te dienen, terwijl verdachte en verdachtes
mededaders wisten dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als
ware zij echt en onvervalst;
ten aanzien van het onder 6 telastegelegde:
hij in de periode van 7 februari 2002 tot en met 27 mei 2002 te
Amsterdam, tezamen met anderen, geldbedragen ter waarde van
a) 12.000 euro (ontvangen onder de naam ) en b) 65.000 US dollars (ontvangen onder de naam ) en c) 80.000 US dollars (ontvangen onder de naam )
verworven en voorhanden gehad, terwijl verdachte en verdachtes
mededaders wisten dat
die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren uit
enig misdrijf;
ten aanzien van het onder 7 telastegelegde:
in de periode van 14 december 2001 tot en met 19 juni 2002 te
Amsterdam, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit
verdachte en en uit en
en dan wel en
en andere personen, welke organisatie tot oogmerk
had het plegen van misdrijven, namelijk:
a. met het oogmerk om zich of een ander wederrechtlijk te bevoordelen
door het
aannemen van valse namen en van valse hoedanigheden en door listige
kunstgrepen en door
een samenweefsel van verdichtsels, bewegen van personen en bedrijven
en instellingen tot
de afgifte van geldbedragen en
b. geschriften welke bestemd zijn om tot het bewijs van enig feit te
dienen,
valselijk opmaken en vervalsen met het oogmerk deze als echt en
onvervalst te gebuiken of
door anderen te doen gebruiken, en het opzettelijk gebruik maken van
voornoemde valse of
vervalste geschriften als ware deze echt en onvervalst, ter
ondersteuning van
voornoemde oplichtingen en
c. een gewoonte maken van het plegen van witwassen;
ten aanzien van het onder 8 telastegelegde:
hij op 19 juni 2002 te Amsterdam, in het bezit was van een
reisdocument, te weten een authentiek Nigeriaans paspoort (nr.
), op naam van , welk paspoort was voorzien van een
valselijk opgemaakte personaliabladzijde, waarvan hij wist dat dit
reisdocument vervalst was.
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen,
zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging
geschaad.
4. Het bewijs
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte
heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen
zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan
van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van
verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst
van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en
de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander ter
terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een
vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in
het bijzonder laten meewegen dat verdachte heeft deelgenomen aan een
organisatie die zich gedurende een langere periode op grote schaal
schuldig heeft gemaakt aan oplichting, valsheid in geschrifte en het
witwassen van geldbedragen. De organisatie was zeer professioneel
opgezet en verdachte had een grote rol in de organisatie. Hij deed
zich in verschillende oplichtingszaken voor als en
en heeft in die hoedanigheden geld van slachtoffers in
ontvangst genomen.
Verdachte heeft zich daarnaast samen met anderen schuldig gemaakt aan
een drietal oplichtingen waarbij het slachtoffer via e-mail een
percentage van een miljoenenbedrag in het vooruitzicht werd gesteld.
De rechtbank rekent het verdachte en zijn mededaders ernstig aan dat
zij op geraffineerde en gewetenloze wijze hun slachtoffers hebben
bewogen tot de afgifte van soms aanzienlijke geldbedragen. Door aldus
te handelen hebben zij de slachtoffers van deze oplichtingen
financiële schade en leed toegebracht. Het slachtoffer
in het bijzonder is door het handelen van verdachte en zijn mededaders
financieel gedupeerd. Daarbij heeft hij psychische schade ondervonden.
Verdachte heeft daarnaast documenten vervalst om tegenover de
slachtoffers de indruk te wekken dat zij van doen hadden met een
medewerker van een betrouwbare organisatie. Door aldus te handelen
heeft verdachte op ernstige wijze het vertrouwen geschonden dat in het
zakelijk verkeer in dergelijke documenten wordt gesteld.
Ook heeft verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan het witwassen
van aanzienlijke geldbedragen. Witwassen vormt een aantasting van het
financieel-economisch bestel en vormt vanwege de corrumperende invloed
voor het reguliere handels- en betalingsverkeer, een bedreiging.
Verdachte heeft ten slotte een vervalst paspoort in zijn bezit gehad.
Valse identiteitsbewijzen maken een deugdelijke identiteitscontrole
onmogelijk en kunnen daardoor het plegen van andere strafbare feiten
vergemakkelijken. Door het gebruik van vervalste reisdocumenten wordt
het vertrouwen dat moet kunnen worden gesteld in van overheidswege
verstrekte identiteitsbewijzen geschonden.
Verdachte heeft ter terechtzitting geen enkel inzicht getoond in het
kwalijke van zijn handelen.
De rechtbank zal gelet op het bovenstaande aan verdachte een hogere
straf opleggen dan door de officier van justitie gevorderd, omdat naar
het oordeel van de rechtbank in die eis in onvoldoende mate tot
uitdrukking komt de ernst van de aan verdachte verweten gedragingen.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen nrs 1 t/m 3, zoals
genummerd en nader omschreven op de aan dit vonnis als bijlage III
gehechte kopie van de lijst van inbeslaggenomen goederen, die aan
verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn
daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van die voorwerpen het bewezen
geachte is begaan.
Ten aanzien van de benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat een deel van de
vordering van de benadeelde partij , van zo eenvoudige
aard is dat dit zich leent voor de behandeling in dit strafgeding.
Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van
het hiervoor onder 2 bewezen geachte feit, rechtstreeks schade heeft
geleden. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van $ 482.000,-,
zijnde naar huidige koers
EUR 411.440,-. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden
toegewezen.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de
benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de
tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
Het overige deel van de vordering van de benadeelde partij is niet zo
eenvoudig van aard dat dit zich leent voor behandeling in dit
strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde
partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk is. De
benadeelde partij kan dat deel van de vordering slechts bij de
burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van voornoemd wordt, als extra waarborg
voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het
Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd, waarbij rekening zal
worden gehouden met de aan medeverdachten opgelegde
schadevergoedingsmaatregel.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36f,
47, 57, 140, 225, 231, 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende
beslissing.
9. Beslissing
Verklaart het onder 4 telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte
daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 5, 6, 7 en 8
telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is
telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte
daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde:
Medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van een vals
geschrift, als bedoeld in artikel 225, lid 1 van het Wetboek van
Strafrecht, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik
als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder 6 bewezenverklaarde:
Medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder 7 bewezenverklaarde:
Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van
misdrijven.
ten aanzien van het onder 8 bewezenverklaarde:
In het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet dat het
vervalst is.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging
van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is
doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering
gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd nrs. 1 t/m 3, zoals genummerd en nader omschreven
op de aan dit vonnis als bijlage III gehechte kopie van de lijst van
inbeslaggenomen goederen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij , wonende
op het adres , toe tot een bedrag van EUR
411.440,-.
(vierhonderdenelfduizendenvierhonderdenveertig euro).
Veroordeelt verdachte aan voornoemd, het toegewezen
bedrag te betalen, behoudens voorzover deze vordering reeds door of
namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij
gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog
te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel
van zijn vordering niet-ontvankelijk is.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van
het slachtoffer , te betalen de som van EUR 205.702,-
(tweehonderdenvijfduizendenzevenhonderdentwee euro), behoudens
voorzover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald,
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor
de duur van 360 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die
hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voorzover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.A.M. van Oosten, voorzitter,
mrs. J. Knol en J.M. van Hall, rechters,
in tegenwoordigheid van H.L. van Loon, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van
28 mei 2003.