Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Kant over mogelijke wachttijden in de plasti- sche chirurgie (201031130).


---
Wat is uw reactie op het onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirur- gie over de te lange wachttijden in de plastische chirurgie? 1), 2)

1) Volkskrant, 29 april jl.
2) Telegraaf, 29 april jl.


---
Dat een beroepsgroep goed in beeld brengt wat de modaliteiten zijn met betrekking tot de wachttijden en de wachtlijsten voor het eigen specialisme juich ik uiteraard toe. Overigens ben ik van mening dat een beroepsgroep niet alleen naar de feitelijke wachtlijsten/tijden zou moeten kijken, maar ook mogelijkheden zou kunnen aandragen om wachtlijsten/tijden te be- korten, bijvoorbeeld door aandacht te geven aan de organisatie van de zorg. Het onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie concentreert zich vooral op de sta- tistische kant van de wachtlijsten/tijden en veel minder op de eigen rol van deze specialisten om voldoende zorg te leveren.


---
Wat is uw reactie op de constatering dat bij operaties die niet direct spoedeisend zijn, de wachttijden bijna 1,5 jaar bedragen, of, anders gezegd, wat negen keer de aanvaardbare wachttijd is?


---
De wachttijden voor de verschillende specialismen worden maandelijks door de ziekenhuizen gerapporteerd aan de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). Deze gegevens zijn algemeen aanvaard als de basis om de wachttijden voor ziekenhuiszorg (incl. plastische chi- rurgie) te monitoren. De NVZ-databank gegevens geven een gunstiger beeld van de wacht- tijden voor plastische chirurgie. Uit de databank blijkt de volgende ontwikkeling van de ge- middelde wachttijden voor plastisch chirurgie (in weken):

verschil april maart
2002 2003 absoluut in % Plastische chirur-
gie
poli 12,1 10,4 -1,7 -14% kliniek 31,1 26,0 -5,1 -16% dagbehandeling 16,4 16,7 0,3 2% borstcorrectie
kliniek 43,4 38,5 -4,9 -11% dagbehandeling 35,0 27,6 -7,4 -21% buikwandcorrectie
kliniek 39,0 36,1 -2,9 -7% dagbehandeling 24,0 25,8 1,8 8% dupuytren
kliniek 20,3 16,1 -4,2 -21% dagbehandeling 14,4 13,7 -0,7 -5% Bron: NVZ-databank wachttijden

Uit deze gegevens blijkt dat wachttijden voor plastische chirurgie in ongeveer een jaar aan- zienlijk zijn afgenomen, op de wachttijden voor buikwandcorrectie na. De wachttijden voor algemene plastisch chirurgie zijn met ca. 15% afgenomen, de wachttijden voor borstcorrec-


---

tie met ca. 11% voor de kliniek terwijl de wachttijden voor de dagbehandeling met ca. 21% zijn verminderd. De wachttijden voor behandeling van dupuytren in de kliniek zijn met ook met ca. 21% verminderd terwijl de wachttijden voor dagbehandeling met ca. 5% zijn afge- nomen.

Deze resultaten nemen niet weg dat de wachttijden nog te lang zijn, ook ten opzichte van de Treeknormen. De Treeknormen zijn door aanbieders en verzekeraars geformuleerd als zijnde de streefnormen waarbinnen verzekerden de zorg (waarop zij recht hebben) dienen te krijgen. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben deze normen gebaseerd op wat medisch en - in hun opinie - maatschappelijk aanvaardbaar is. Voor behandeling in de kliniek is dat 7 weken. Uit de meest recente gegevens met betrekking tot de wachttijden blijkt dat de ge- middelde wachttijden voor plastisch chirurgie langer zijn dan de Treeknormen, al zijn deze wachttijden zeker korter dan negen maal zeven weken (63 weken) zoals u in uw vraag aan- geeft. Overigens blijkt uit de NVZ-databank dat er ziekenhuizen zijn waar plastisch chirurgie binnen de Treeknormen geleverd kan worden.


---
Wat gaat u naar aanleiding van deze ernstige constateringen ondernemen?


---
Ik wijs erop dat de verschillende Kabinetten reeds diverse stappen hebben gezet om de wachtlijsten/tijden voor electieve ziekenhuiszorg te bekorten. Belangrijk zijn het Actieplan Zorg Verzekerd (AZV) en de 'boter bij de vis'-systematiek. De kern hiervan is dat indien zorg geleverd kan worden voor patiënten/consumenten op de wachtlijsten, deze zorg ook gele- verd mag worden ('boter bij de vis') en wordt betaald. Uit het antwoord op vraag 2 blijkt dat deze systematiek vruchten afwerpt.


---
Wat is volgens u de verklaring dat de extra investeringen in de wachtlijsten bij dit specialis- me blijkbaar niet wezenlijk hebben geholpen?


---
Uit mijn antwoord op de 2e vraag blijkt dat de gemiddelde wachttijden ook voor plastisch chirurgie zijn afgenomen. Hieruit blijkt nadrukkelijk dat het wachttijden-beleid effect heeft gehad en dat beschikbare investeringsmiddelen doeltreffend zijn ingezet. Verdere verbete- ring heeft tijd nodig.


---
Erkent u dat het belangrijk is dat er wordt geïnvesteerd in de opleiding van plastische chirur- gen, als onderdeel van het wegwerken van de wachttijden?


---
Zie antwoord op vraag 6


---
Erkent u dat er een tekort is aan OK-personeel, en dat hierdoor operatiekamers niet kunnen worden gebruikt, waardoor de wachttijden in onder andere de plastische chirurgie onnodig oplopen? Wat gaat u naar aanleiding van dit feit ondernemen?


---
Reeds enkele jaren worden maatregelen genomen om de instroom van extra medisch specia- listen en OK-personeel te bevorderen. Uit informatie van de Vereniging Academische Zie- kenhuizen (VAZ),de Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen (NVZ) en de Orde voor Medisch Specialisten (OMS) blijkt dat - ondersteunt door VWS - in 2002 in totaal 379 extra oplei-


---

dingsplaatsen voor specialisten zijn gecreëerd, waarvan 5 voor plastische chirurgie. Ook heeft de overheid in 2002 en 2003 specifiek het creëren van meer opleidingsplaatsen voor OK-personeel gestimuleerd. In 2002 zijn hierdoor 97 OK-assistenten en 64 anaesthesieme- dewerkers extra met de opleiding begonnen (totaal aantal opleidingsplaatsen in 2001 be- droeg 430 resp. 167, dus een uitbreiding met 23 resp. 38%). Een belangwekkend aspect is overigens dat een niet onaanzienlijk deel van de in Nederland werkzame plastisch chirurgen naast de medisch noodzakelijke plastisch- chirurgische ingrepen (tweede compartiment) te- vens niet noodzakelijk plastisch-chirurgische ingrepen verricht (d.w.z. van cosmetisch aard) in het derde compartiment. In het bijzonder voor de plastische chirurgie is er dus sprake van "concurrentie" tussen het derde compartiment en het tweede compartiment aangaande de beschikbare medisch specialistische capaciteit.

In het hoofdlijnenakkoord `Meedoen, meer werk, minder regels' van het nieuwe Kabinet is opgenomen dat de nadruk zal komen te liggen bij het terugdringen van de wachttijden bij ziekten met levensbedreigende risico's en dat het nieuwe Kabinet de capaciteit van medi- sche opleidingen zal verruimen.


---- --