ChristenUnie


Kabinet ging inhoudelijke reactie uit de weg Dinsdag 3 Juni 2003 - 17:24

Kamer moet terughoudend zijn in formuleren van militair-operationele wensen

De ChristenUnie vindt dat de Enquêtecommissie Srebrenica het vraagstuk van verantwoordelijkheid en schuld laat liggen, terwijl juist daarover een gezaghebbend parlementair oordeel werd verwacht. Tijdens de verhoren van de enquêtecommissie is dit nadrukkelijk aan de commissie voorgelegd. Rouvoet spreekt de commissie maar gedeeltelijk na als zij stelt dat Nederland door het aftreden van het kabinet een eigen politieke verantwoordelijkheid heeft genomen. Hij benadrukt de andere kant van de staatsrechtelijke medaille: Het kabinet-Kok is in het aangezicht van de feiten uit onmacht en onvermogen door de knieën gegaan. Het heeft er niet voor willen of durven kiezen om via een gezaghebbende inhoudelijke reactie de noodza-kelijke bijdrage te leveren aan het afronden van het politieke debat over het nationa-le trauma Srebrenica. Hij weet zich in zijn oordeel gesteund door Tjeenk Willink in het recentste Jaarverslag van de Raad van State, die stelt dat juist verdediging van het gevoerde beleid een bewijs is van ministeriële verantwoordelijkheid.

Rouvoet heeft waardering voor het rapport. Het biedt voldoende basis voor een concluderend debat met de regering. Hij heeft plaatst echter ook kritische kanttekeningen. Hij noemt het interessant dat de commissie aan parlementaire zelfkritiek doet als zij constateert dat bij het gereedmaken van de Luchtmobiele Brigade de onderscheiden verantwoordelijkheden van Kamer en kabinet te weinig zichtbaar waren: Als ik het goed zie, zegt de commissie hier dat de Kamer terughoudendheid in acht moet nemen bij het formuleren van militair-operationele wensen en eisen. Hij wil weten of de commissie deze staatsrechtelijke zienswijze onderschrijft.

Srebrenica was een mission impossible. Rouvoet constateert dat de commissie geen antwoord geeft op de vraag hoe goedbedoeld moralisme kon leiden tot het sluiten van de ogen voor de feiten: Hoe kunnen onze goede bedoelingen niet leiden tot het met oogkleppen op nemen van verkeerde besluiten?
Force Commander Janvier is verantwoordelijk voor de te late toekenning van luchtsteun. Dat is de constatering en het oordeel van de commissie. Rouvoet ziet daarin een uitspraak van militair-operationele aard en meent dat de commissie daarmee haar hand overspeelt: De commissie is niet de enige die de behoefte voelt om Janvier als zondebok op te voeren en in zekere zin heeft hij daaraan zelf ook wel aan bijgedragen door niet voor de commissie te verschijnen, maar ik meen toch dat de commissie hier echt te ver is gegaan. Parlementariërs geven geen bevel tot schieten, ook niet achteraf.
---