Rode Kruis Vlaanderen

Persbericht

Rode Kruis vraagt dringend duidelijkheid over zijn rol bij rampen en aanpassing van de prijs van het bloed

Het Belgische Rode Kruis hield vandaag een persconferentie om zijn ongerustheid te uiten over twee zaken: de onduidelijkheid die er bestaat over zijn rol in rampomstandigheden en de dringende nood aan een aanpassing van de prijs van het bloed. Vorige week maakte het Rode Kruis zijn ongerustheid over deze beide onderwerpen al over aan de informateur, de formateur en alle partijvoorzitters met de vraag hiervoor oog te hebben bij het vastleggen van het regeringsprogramma.

Rol van het Rode Kruis bij rampen De opdrachten van het Rode Kruis bij rampenbestrijding zijn niet of zeer onnauwkeurig bepaald. Een wettelijke regelgeving ontbreekt. Het Rode Kruis stelt dan ook dat er dringend nood is aan een conventie die de rol en de taken van het Rode Kruis ondubbelzinnig vastlegt. De onduidelijkheid heeft immers tot gevolg dat er (te) veel moet worden geïmproviseerd. Het Rode Kruis wordt daardoor soms onder of boven zijn mogelijkheden ingeschakeld. De inzet verschilt bijvoorbeeld naargelang van de streek en de opvatting van de lokale overheid. Soms wordt het Rode Kruis ook geconfronteerd met vragen waarop het niet is voorbereid. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor de veiligheid van de burger. Ook al is ons land de laatste jaren gespaard gebleven van echt grote rampen, gemiddeld moet het Rode Kruis toch een 50 keer per jaar voor `kleinere' rampen in actie komen.

Naast de dringende interventies bij rampen, voert het Rode Kruis ook preventieve hulpacties uit op evenementen, sportwedstrijden, muziekoptredens... Deze gebeuren op vraag van de lokale overheden of de organisatoren. Ieder jaar organiseren de rodekruisvrijwilligers in Vlaanderen zo'n 12.000 eerstehulpposten, goed voor 350.000 vrijwillige werkuren. Ook in het domein van de preventieve hulpverlening heerst er onduidelijkheid over procedures en normen. Het Rode Kruis dringt hier aan op een wetgevend initiatief.

Het Rode Kruis vraagt verder: een statuut voor zijn vrijwilligers dat vergelijkbaar is met dit van de brandweer en de Civiele Bescherming, een nieuwe en afzonderlijke conventie voor zijn rol in oorlogstijd en een grondige herziening van de financiering van zijn opdrachten bij rampen.

Prijs van het bloed
De bloedvoorziening wordt in ons land voor 94 % door het Rode Kruis verzekerd en volledig gefinancierd door de prijs die het hiervoor mag aanrekenen. Hoewel de kosten jaar na jaar toenemen, is de prijs van het bloed sinds 1998 niet meer gewijzigd. Bovendien daalt het gebruik van de rode bloedcellenconcentraten jaarlijks met gemiddeld 2,4 %. Dit heeft een aanzienlijke vermindering van de inkomsten tot gevolg, maar geen snelle of noemenswaardige vermindering van de structurele kosten. Vooral in het zuiden van het land zorgt dit voor heel ernstige problemen en brengt dit de dienstverlening aan de bevolking in het gedrang. Op korte termijn is, als inhaalbeweging, een prijsverhoging van 10 % van alle bloedcomponenten noodzakelijk. Een aanpassing van de specifieke vergoeding voor het vers virusgeïnactiveerd plasma, berekend op basis van de reële kostprijs, behoort eveneens tot de korte termijnoplossingen.

Op middellange termijn vraagt het Rode Kruis substantiële middelen om een kwaliteitsvolle en veilige bloedtransfusie te garanderen. De toekenning van deze financiële middelen moet gebeuren in functie van een correcte kostprijsberekening van de verschillende bloedcomponenten. Met het oog op de voorbereiding en de bespreking van het budget vragen de Diensten voor het Bloed een vertegenwoordiging in het RIZIV.

Eerstehulpkennis en het rijbewijs Aansluitend op deze vragen aan de nieuwe regering, herhaalt het Rode Kruis nogmaals zijn oproep om eerstehulpkennis verplicht te integreren in de opleiding voor het bekomen van het rijbewijs. Het onmiddellijk toedienen van eerste hulp bij verkeersongevallen draagt immers bij tot een vermindering van de ernst van de letsels en kan de kansen op overleven verhogen.
Ook de inhoud van de verbanddoos voor een voertuig moet worden aangepast in functie van de huidige noden.

Brussel, 3 juni 2003

---

---