Actueel

Toelichting op uitspraak zandmaatschappijen - Provincie Utrecht
Bron: Rechtbank Arnhem

Datum actualiteit: 4-06-2003

De zandmaatschappijen hebben in de eerste plaats aangevoerd dat zij met de Provincie een overeenkomst hebben gesloten die er kort gezegd op neer kwam dat de Provincie zich zou inspannen de ontzandingen bij Maasbommel mogelijk te maken. De inspanningsverplichting die de Provincie op grond van die overeenkomst had, is zij volgens de ontzanders niet nagekomen. In de eerste plaats niet omdat zij op een gegeven moment een bepaald besluit tot onthouding van goedkeuring één dag te laat heeft verstuurd, waardoor het bestemmingsplan waarbij de gemeente de mogelijkheid tot ontzanding bij Maasbommel ongedaan had gemaakt, in werking trad. Daarna heeft de provincie besloten een Nimby-procedure (not in my back yard) te gaan volgen. Daar is de Provincie vervolgens ook mee begonnen, maar uiteindelijk heeft ze die procedure gestaakt, nadat een door haar ingehuurd extern deskundigenbureau een rapport had uitgebracht over mogelijke alternatieven voor de ontzanding bij Maasbommel. Dat rapport deugt volgens de ontzanders niet. Zij menen daarom dat ook de beslissing om de Nimby-procedure te staken is aan te merken als wanprestatie van de Provincie.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er van een overeenkomst tussen de Provincie en de ontzanders geen sprake is geweest en heeft daarom de stelling dat de Provincie bij de uitvoering van een overeenkomst wanprestatie heeft gepleegd, verworpen.

Het één dag te laat versturen van het besluit tot onthouding van goedkeuring en ook het staken van de Nimby-procedure leverden volgens de ontzanders op zichzelf ook onrechtmatige daden jegens hen op. Bovendien is de Provincie daardoor de toezeggingen die zij aan de ontzanders had gedaan, niet nagekomen, hetgeen volgens de ontzanders tegenover hen eveneens onrechtmatig was.

Volgens de rechtbank is er van een op onrechtmatige wijze niet nakomen van toezeggingen echter geen sprake geweest. Ook het één dag te laat versturen van het besluit tot onthouding van goedkeuring levert volgens de rechtbank jegens de ontzanders - die zelf in de bestuursrechtelijke procedure niet waren opgekomen tegen het aan goedkeuring onderhevige besluit - geen onrechtmatige daad op. Wat betreft het staken van de Nimby-procedure is overwogen dat daarover nog een bestuursrechtelijke procedure aanhangig is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als dat besluit mocht worden vernietigd door de Afdeling, kan dit betekenen dat de Provincie in zoverre onrechtmatig tegenover de ontzanders heeft gehandeld. Omdat thans nog niet duidelijk is wanneer de Afdeling in die zaak uitspraak zal doen, heeft de rechtbank daarop niet gewacht en geoordeeld dat op dit moment niet gezegd kan worden dat dit besluit onrechtmatig jegens de ontzanders is geweest.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AF9511