Socialistische Partij

Clubs en KNVB moeten nieuwe start maken

Een groot deel van de Nederlandse profvoetbalclubs zit in de problemen en steeds vaker wordt een beroep gedaan op gemeenten om bij te springen. Het schenken van gemeenschapsgeld moet worden uitgesloten, maar mocht worden besloten op andere wijze een helpende hand te bieden, dan alleen onder zeer strenge voorwaarden. Dit is belangrijk om gemeenten te behoeden voor een flop, maar ook om clubs structureel gezond te maken.

door Agnes Kant, Tweede-Kamerlid voor de SP

Het hele Nederlandse voetbal heeft een probleem nu zoveel clubs in onzekerheid verkeren over hun bestaan. Een hele rij factoren heeft bijgedragen aan de problemen, maar het is toch vooral het directe gevolg van financieel wanbeleid van de bobo's bij clubs. Bij clubs als Vitesse, AZ en Sparta werd structureel rekening gehouden met onzekere inkomsten, zoals opbrengsten uit de verkoop van spelers en televisierechten. In Spangen was een mogelijke degradatie niet in de begroting meegenomen, in Alkmaar werd rekening gehouden met een miljoenenopbrengst uit de verkoop van spelers als Oscar Moens en in Arnhem werd zelfs een structurele plaats in de subtop ingecalculeerd. Zo bouwden clubs hun toekomst op drijfzand en de KNVB heeft haar controlerende taak als licentieverstrekker structureel verzaakt. Verschillende clubs hebben een veel te grote broek aangetrokken, die ze vervolgens niet zelf konden ophouden. Clubs die niet meer geld uitgeven dan er binnenkomt, spreken terecht over concurrentievervalsing.

Clubs die voor duizenden mensen veel, zo niet alles betekenen, werden door roekeloze en soms ronduit megalomane bestuurders naar de rand van de afgrond geleid. Als het fout gaat wordt de gemeenteraad gesmeekt om de gevolgen van het wanbeleid voor zijn rekening te nemen. Omdat gemeenten bij de verleende steun vervolgens geen keiharde voorwaarden stelden en stellen om het financieel beleid gezond te maken, is het vaak gemeenschapsgeld gooien in een bodemloze put. Aan deze situatie moet een einde komen.

In eerste instantie heb je de neiging om te zeggen: zoek het lekker zelf uit! Het probleem is echter dat een faillissement veel meer mensen en instellingen dupeert, dan de enkelingen die verantwoordelijk zijn voor het wanbeleid. Niet alleen komen er mensen op straat te staan - van de wasvrouw en terreinknecht tot de administrateur en koffiedame - ook betekent een faillissement vaak een aanslag op het sociale leven van duizenden supporters. Maar ook de gemeente kan de dupe worden van een faillissement, bijvoorbeeld als ze nog leningen heeft uitstaan. Daar kan ze namelijk naar fluiten als de club op de fles gaat.

De SP heeft de volgenden suggesties om de situatie in het betaald voetbaal weer gezond te maken: 1. In principe moet een profclub altijd de eigen broek ophouden, dus geen structurele steun 2. Een eenmalige reddingsactie is niet uitgesloten, maar deze hulp mag niet bestaan uit directe of indirecte giften, hooguit uit een lening. 3. Het bestuur dat de financiële problemen heeft veroorzaakt, dient uiteraard af te treden en mag niet weer terugkeren. 4. De gemeenteraad stelt een onderzoek in naar het financiële beleid, om lessen te trekken uit de fouten die tot de ellende hebben geleid. 5. Indien mogelijk worden bestuurders verantwoordelijk gesteld voor het wanbeleid en eventuele malversaties. 6. Wil een club structureel een gezonde toekomst hebben, moet het een sanering accepteren die leidt tot een sluitende begroting, waar het aflossen van de eventuele lening uiteraard prioriteit krijgt. Er moet een garantie zijn dat lening terugkomt, bijvoorbeeld door het stadion als onderpand te eisen. 7. De gemeenteraad stelt een toezichthouder aan die er voor moet waken dat de club niet voor een tweede keer ten prooi valt aan megalomane bobo's die hun eigen dromen proberen te verwezenlijken door onverantwoorde risico's te nemen. 8. Bij steun worden afspraken gemaakt voor tegenprestaties met een publiek belang, bijvoorbeeld door structureel trainingen te verzorgen voor de lokale jeugd, spelers kunnen spreekbeurten houden op scholen en benefietwedstrijden spelen ten bate van lokale amateurclubs. Hiermee kan ook mogelijk een deel van de lening in natura aan de gemeenschap worden terugbetaald. 9. Om de onderlinge financiële competitie binnen de perken te houden, moet er een maximumpercentage worden afgesproken dat een club van de begroting mag besteden aan salarissen van bestuurders en spelers. 10. Tenslotte moet er een cultuuromslag komen bij de KNVB: het wordt tijd dat de bond haar eigen regels streng gaat handhaven. Licentie mogen pas worden verstrekt als de begroting echt helemaal deugt. Bovendien moeten de begrotingen openbaar worden gemaakt. Als het niet klopt: geen licentie - ook geen voorlopige - en bij onregelmatigheden gedurende het seizoen meteen punten in mindering brengen.

Alleen met behulp van een rigoureuze aanpak kan in het profvoetbal worden gebroken met de amateuristische cultuur die het structureel onverantwoorde beleid heeft voortgebracht. Er is geen beter moment dan het heden om er voor te zorgen dat de BVO's de broekriem aantrekken en gezond beleid gaan voeren, zodat gemeenten verlost worden van bedelende bobo's en de supporters niet langer om de zoveel jaar het zwaard van het dreigend faillissement boven hun club zien hangen.

Dit artikel werd gepubliceerd in het Algemeen Dagblad van 4 juni 2003