Socialistische Partij

Deelname stabilisatiemacht verkeerd signaal

Alles wijst erop dat de Nederlandse regering op korte termijn gehoor geeft aan het verzoek van de VS en Groot-Brittannië om een bijdrage te leveren aan een stabilisatiemacht voor Irak. Een inventarisatieteam heeft ter plekke inmiddels onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en daarmee is feitelijk de principiële bereidheid tot het sturen van militairen naar Irak al uitgesproken nog voordat de VN zich met de wederopbouw kan bemoeien. Onder de huidige omstandigheden is dat een volstrekt verkeerd signaal.

door Harry van Bommel, Tweede-Kamerlid voor de SP

Eind april verklaarde minister van Buitenlandse Zaken De Hoop Scheffer dat de Nederlandse regering in principe bereid was om een bijdrage te leveren aan een stabilisatiemacht voor Irak. Daarbij gaf hij aan zeer te hechten aan een VN-mandaat voor een dergelijke missie. Tegelijkertijd hield hij een klein gaatje open voor het geval de VN haar goedkeuring aan een dergelijk initiatief zouden onthouden. Net als bij de aanval op Irak geldt hier kennelijk het uitgangspunt dat een VN-resolutie 'wenselijk' is maar niet 'noodzakelijk'. In strijd met artikel 90 van onze Grondwet - dat het bevorderen van de internationale rechtsorde voorschrijft- werkt Nederland daardoor mee aan het verzwakken van die rechtsorde.

Begin mei schetsten de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking een optimistisch beeld van de voorbereidingen inzake de wederopbouw van Irak. De Amerikaanse minister Powell zou hebben laten weten dat de VS zo spoedig mogelijk een conceptresolutie aan de Veiligheidsraad zouden voorleggen. Deze tekst zou de opheffing van de VN-sancties invoeren, een regeling treffen voor het geleidelijk uitfaseren van het Olie-voor-Voedsel programma en de verdere rol van de VN bij de wederopbouw van Irak definiëren. Powell zou hebben aangegeven dat de VN in deze resolutie een vitale rol toebedeeld zouden krijgen. Inmiddels weten we beter.

Volgens The Guardian valt in de ontwerpresolutie van de VS te lezen dat zij erop uit zijn om voor onbepaalde tijd de dienst uit te maken in Irak. De VN-wapeninspecties worden niet meer gewenst en met geen woord wordt verwezen naar een interim-regering die het bestuur overneemt of naar een stabilisatiemacht die nodig zou zijn. Dat houdt in dat de aanwezige troepen slechts opgevat kunnen worden als een bezettingsmacht. Nederlandse deelname zou daarmee de illegale bezetting en dus ook de oorlog die eraan vooraf ging legitimeren. Voor de Britse minister van Ontwikkelingssamenwerking vormde deze gang van zaken aanleiding om alsnog af te treden. Kom daar maar eens om in eigen land!

Uit de ontwerpresolutie blijkt verder zonneklaar dat de VS absoluut niet bereid zijn om de VN een rol van betekenis te laten spelen in de ontwikkelingen binnen Irak. Terwijl de VS de Irakezen en de internationale gemeenschap naar haar pijpen laat dansen, behouden zij zichzelf het recht voor om te beslissen over de olie-inkomsten, de importen, exporten en investeringen evenals de vorming van een haar welgevallige regering. Door zich niet vast te leggen op een termijn waarop zij zich terugtrekt, verovert de VS met deze politiek een regionale machtspositie van waaruit zij het hele Midden-Oosten kan bestrijken. Humanitair mogen de VN aan de slag in Irak, maar betrokkenheid bij de economische wederopbouw is ongewenst en de inrichting van een nieuwe politieke constellatie houden de VS in eigen handen. De VN verworden zo tot een veredelde Artsen zonder Grenzen die na gewelddadige conflicten doekjes voor het bloeden mag aanreiken.

De SP heeft grote bezwaren tegen de rooskleurige voorstelling van zaken die de Nederlandse regering geeft van de rol die de VS in Irak willen spelen. Want ondanks alle mooie woorden lijken de VS zich in te spannen om de volkerenorganisatie als schaamlap voor haar illegale aanvals- en bezettingspolitiek te gebruiken. De VS en Groot-Brittannië hebben de internationale rechtsorde grote schade toegebracht door een oorlog tegen Irak te beginnen zonder daarvoor een mandaat van de VN en de Veiligheidsraad te hebben verkregen. De VN zijn in de kwestie Irak dan ook niet gestruikeld maar weloverwogen onderuit gehaald. Wanneer zij zich nu door Bush en Blair laten gebruiken als onderaannemer in het proces van pacificatie en wederopbouw van Irak, dan zou dat de verkeerde boodschap zijn. Het zou zelfs de opmaat kunnen vormen tot nog meer voorbeelden van preventief oorlogvoeren buiten de VN om. Het VN-handvest -dat geweld tussen staten met uitzondering van zelfverdediging verbiedt- verliest daarmee definitief aan betekenis.

Zowel de bevolking van Irak als de internationale gemeenschap hebben er alle belang bij dat de VS en Groot-Brittannië hun eigenmachtige optreden staken en het proces van maatschappelijke, politieke en economische wederopbouw van Irak onder verantwoordelijkheid van de VN brengen. Nu het misdadige regime van Saddam Hoessein verdreven is, dienen de Irakezen op de kortst mogelijke termijn weer zeggenschap in eigen land te krijgen. In plaats van een stabilisatiemacht te sturen op verzoek van de bezetters van Irak, zou Nederland een mogelijke bijdrage aan de pacificatie en heropbouw van dat land moeten koppelen aan het herstel van de internationale rechtsorde. Dat betekent dat deelname aan een stabilisatiemacht politiek alleen verantwoord zou zijn in het scenario van 'de VS eruit, de VN erin'.

Daarnaast - want laten we de lessen van Srebrenica niet vergeten - dient een dergelijke missie politiek en militair haalbaar te zijn. Uit een recent rapport van de hulporganisatie CARE valt op te maken dat misdadigers momenteel vrij spel hebben in Irak, dat de basisvoorzieningen niet functioneren en dat de situatie snel zal verslechteren wanneer de Amerikanen en Britten als bezettende macht hun verplichtingen zoals vastgelegd in de Geneefse Conventie niet serieus nemen. Zo zijn zij volgens die afspraken verantwoordelijk voor het welzijn van de Irakese bevolking in de zin van voedsel, water en medische zorg maar schiet men daarin schromelijk tekort.

Tegelijkertijd maken de dreigende verklaringen van de Amerikaanse regering aan Syrië, Iran en de Turkse Koerden duidelijk dat een regionalisering van het conflict de komende tijd bepaald niet uitgesloten kan worden. Voor Zuid-Irak komt daar nog eens bij dat een deel van de sji'itische bevolking zich sterk afzet tegen de buitenlandse bezetting van hun land en protesteert tegen het feit dat zij vanwege vermeende fundamentalistische sympathieën niet betrokken wordt bij de vorming van de interim-regering in oprichting. Voor de SP zijn dit belangrijke overwegingen om zich voorlopig vierkant tegen het sturen van een Nederlandse stabilisatiemacht naar Irak uit te spreken. Met een overweldigende militaire macht in de regio hebben coalitietroepen de oorlog snel kunnen winnen, maar over stabiliteit en democratie in vreedzaam Irak lijkt men erg weinig te hebben nagedacht.

4 juni 2003