Centraal Planbureau

CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 20
Datum: 5 juni 2003

CPB: Meer prikkels voor UWV nodig om WAO-instroom te beperken

UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) ondervindt relatief zwakke prikkels tot beperking van de instroom in de WAO. In de huidige situatie heeft de overheid weinig zicht op de keuringspraktijk van UWV, en kan derhalve moeilijk afrekenen op kwaliteit. Alleen met informatie over (verschillen in) keuringsbeslissingen tussen artsen of regiokantoren van UWV, is de overheid in staat om UWV gericht te prikkelen. Dan kan namelijk bepaald worden hoe 'coulant' of 'streng' keuringen zijn uitgevoerd.

Dit schrijven Pierre Koning en Anja Deelen van het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Document 'Prikkels voor UWV'. De studie geeft een overzicht van de huidige prestatieprikkels voor UWV. Ook schetst het onderzoek de mogelijkheden om UWV meer af te rekenen op prestaties.

Sinds 1 januari 2002 zijn de voormalige uitvoeringsinstellingen van de sociale zekerheid gefuseerd tot één publieke organisatie: het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) dat voornemens is UWV af te rekenen op prestaties ziet zich daarbij gesteld voor een lastige opgave: UWV is als monopolist moeilijk te beoordelen en te prikkelen. Wat zijn immers zonder goede vergelijkingsbasis goede of slechte prestaties? UWV voelt geen directe financiële prikkel tot beperking van de instroom in en reïntegratie uit regelingen. SZW zal zich daarom een sterke opdrachtgever moeten betonen die concrete en harde prestatieafspraken formuleert. Ook is een actieve opstelling geboden bij het verzamelen van informatie over de prestaties van UWV, vooral ten aanzien van de WAO-claimbeoordeling en de reïntegratie van cliënten. Alleen door een vergelijking van regiokantoren of artsen ('benchmarking') kan SZW zicht krijgen op de prestaties van UWV.

De WAO-claimbeoordeling
UWV fungeert als Poortwachter van de WAO. Bij de uitvoering van die taak beschikken artsen en arbeidsdeskundigen over de nodige ruimte om tot de keuringsbeslissing te komen. Bij het invullen van die ruimte hebben zij beperkte tijd en middelen. Bij twijfels kan dit leiden tot een ruimhartiger opstelling; streng keuren kan immers leiden tot bezwaar en beroep, hetgeen tijdrovend is, of indruisen tegen het sociale gevoel van artsen. Voor SZW en UWV is het noodzakelijk zicht te hebben op de keuringsbeslissingen per arts of per regiokantoor, om zo benchmarking toe te kunnen passen en 'coulante' en 'strenge' artsen te kunnen onderscheiden.

De reïntegratietaak
Bij de reïntegratie van cliënten treedt UWV op als aanbesteder van reïntegratietrajecten. Prikkels voor de plaatsing van cliënten in banen zijn primair gelegd bij private reïntegratiebedrijven. De gedachte hierachter is dat, indien UWV ook op plaatsing zou worden afgerekend, het risico van 'afroming' te groot wordt: UWV zou vooral middelen vrijmaken voor cliënten die op voorhand al een grotere baankans hebben. Onbekend is echter hoe kwalijk afroming is en hoe groot het daadwerkelijke gevaar dat dit op zal treden. Afroming is vooral kwalijk als cliënten van hulp verstoken blijven voor wie trajecten zinvol zijn. Ervaringen uit de VS waar publieke reïntegratiekantoren wél worden afgerekend op plaatsing leren dat dit gevaar beperkt is. Bovendien blijkt dat trajecten in de VS weinig effect hebben bij de minst kansrijke werklozen. Vanuit het oogpunt van efficiëntie is een zekere mate van afroming dan wenselijk. Voor de Nederlandse situatie is hier niet of nauwelijks empirisch onderzoek naar verricht. Dergelijk onderzoek is dan ook gewenst.

Moet UWV ook worden afgerekend op plaatsing? Zolang als onduidelijk is hoe kwalijk afroming is lijkt het pleit hierover niet beslecht. Wel valt te overwegen de taak van handhaving (controle op de zoekinspanningen van cliënten) te verschuiven naar de reïntegratiebedrijven. Deze hebben duidelijkere prikkels om consistent toe te zien op handhaving en kunnen beter beoordelen of cliënten zich optimaal inspannen voor reïntegratie.

Het CPB Document 32, 'Prikkels voor UWV', ISBN 90-5833-127-X, is te bestellen bij:

Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefoon: 070-3383425
Telefax: 070-3383350
Prijs: 9,00 euro

De publicatie is (gratis) beschikbaar als PDF-file.

Dick Morks
Centraal Planbureau
van Stolkweg 14, 2585 JR 's-Gravenhage
Postadres: Postbus 80510, 2508 GM 's-Gravenhage
Telefoon: 070-3383410;
Telefax: 070-3541078

Inlichtingen bij Pierre Koning (070-3383489) of Jacqueline Timmerhuis (070-3383477)