Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen UR / nr. 038, 5 juni 2003

Rapport Wageningen UR: Toekomst Pluimveehouderij

Consument speelt sleutelrol in toekomst pluimveehouderij

Consumenten spelen een cruciale rol bij de toekomst van de pluimveesector in Nederland en omgeving. Als een groter aantal consumenten bereid is meer te betalen voor vlees en eieren, en daarmee producten van bekende herkomst en met toegevoegde waarde wil kopen, kan een dier- en milieuvriendelijke pluimveesector zich handhaven. Tegelijkertijd moet de sector de markt voor verse producten in Noordwest-Europa optimaliseren door met een transparant productieproces in te zetten op innovatieve producten die aansluiten bij maatschappelijk verantwoord ondernemen en gemakstrends van de consument. De bestaande, naar consensus strevende overlegstructuur binnen de sector, moet daarbij wel op de helling. Voor wat betreft het optreden van besmettelijke dierziekten is niet de intensiteit van de productie, maar de contactstructuur de achilleshiel. Voorts is het non-vaccinatiebeleid aan herziening toe, zeker voor hobbydieren, en dienen de kosten van een uitbraak primair te worden opgebracht door de betrokken ondernemers en niet te worden afgewenteld op de samenleving. Dat stelt de Werkgroep Toekomst Pluimveehouderij van Wageningen UR in haar rapport Bouwstenen voor beleid dat zij 5 juni in Nieuwspoort presenteert.

Ondanks de gunstige ligging van Nederland in het Europese afzetgebied voor pluimveeproducten, verliest de pluimveesector steeds meer terrein. Oorzaak ligt in de stijgende productiekosten terwijl bovendien de productie-eisen van burgers verscherpen, zonder dat diezelfde burger als consument ervoor wil betalen. De uitbraak van vogelpest heeft de noodzaak om actie te ondernemen en tot verandering te komen alleen maar urgenter gemaakt.

Markt

In haar rapport Bouwstenen voor beleid constateert de Werkgroep Toekomst Pluimveehouderij van Wageningen UR dat de huidige overlegstructuur binnen de pluimveesector teveel op consensus is gebaseerd om het traject van goed idee tot innovatief marktwaardig product succesvol te kunnen afleggen. De werkgroep ziet een opening in intensieve samenwerking op alle niveaus in de productiekolom met de marktvraag als uitgangspunt. Daarbij is de inbreng van maatschappelijke groeperingen en consumenten cruciaal. Op die manier kan de Nederlandse pluimveehouderij een deel van de versmarkt bedienen in de regio Parijs-Londen-Berlijn met ca. 150 miljoen welvarende consumenten. Door zich te concentreren op producten met toegevoegde waarde (voortdurende en flexibele productvernieuwing, inspelend op trends (zoals 'gemakkelijk', 'snel klaar') en maatschappelijke motieven zoals duurzaamheid, voedselveiligheid en dierenwelzijn), kan de respons op de behoefte worden geoptimaliseerd.

Achilleshiel

Uit het rapport blijkt ook dat niet, zoals vaker wordt genoemd, de intensiteit van de productie, maar de contactstructuur in de pluimveehouderij de achilleshiel is na uitbraak van vogelpest. Remedie hiertegen is een veel strakkere regie op hygiënemaatregelen en bedrijfsmatige contacten. Deze is op korte termijn haalbaar en effectief om de gevolgen van een uitbraak van een besmettelijke dierziekte te beperken. Daarbij dient een geautomatiseerd systeem voor registratie van bedrijfsmatige contacten snel ontwikkeld en ingevoerd te worden.

Compartimentering van Nederland in ruimtelijk gescheiden gebieden waar (delen van) de pluimveeketen geconcentreerd worden, is theoretisch effectief om de gevolgen van een uitbraak te beperken, maar financieel en maatschappelijk niet haalbaar. Hoge concentraties van bedrijven of dieren per bedrijf blijken de kans op uitbraak van vogelpest niet te verhogen. Door een hoge bedrijfsdichtheid kan een virus zich wel sneller verspreiden.

De vogelpest blijkt voor alle bedrijfsvormen, zowel legbatterijen als biologisch gehouden dieren, even desastreus te zijn. Ook maakt de besmettelijke dierziekte geen onderscheid tussen hoogproductieve dieren, oude rassen of sierrassen.

Vaccinatie

In EU-verband is het non-vaccinatiebeleid aan herziening toe, zeker door de mogelijkheden die markervaccins bieden. Met een gedifferentieerd beleid kunnen dierentuinvogels, hobbypluimvee en dieren van zeldzame soorten en rassen bij een uitbraak worden gespaard. Daarvoor is wel een sluitend registratiesysteem voor deze categorieën dieren nodig.

Kosten uitbraak

De werkgroep is tenslotte van mening dat de kosten van een uitbraak primair een zaak is van de direct betrokkenen. Een stelsel van publiek-private verzekering biedt daarbij goede mogelijkheden om meer verantwoordelijkheid voor preventie en verantwoord gedrag neer te leggen bij de individuele ondernemer. In een dergelijk stelsel moet het risicogedrag van de ondernemer direct gekoppeld worden aan differentiatie in premie en vergoeding bij een ziekte-uitbraak.

De Wageningse werkgroep heeft zich bij haar werk geconcentreerd op de bestaande kennis, uiteenlopende visies verzameld, sleutelfiguren geïnterviewd en vervolgens de feiten geanalyseerd en fictie en lacunes geïdentificeerd. De geïnterviewden komen uit de pluimveehouderij en ruime omgeving, waaronder de overheid (ministerie van LNV en VROM), de sector (o.a. NOP/LTO, CBL, Productschap), maatschappelijke organisaties (Dierenbescherming) en deskundigen in en buiten Wageningen Universiteit en Researchcentrum.