Ministerie van Justitie

Sterke impulsen aanpak mensensmokkel
5 juni 2003

De in 1997 opgerichte Taskforce inzake mensensmokkel van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken heeft aan zijn opdracht voldaan. Dit is de voornaamste conclusie uit het rapport De macht over het stuur: onderzoek besturingssysteem mensensmokkel van het onderzoeksbureau Faber. De Taskforce werd gevormd door het Informatie- en Analysecentrum Mensensmokkel (IAM) bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), de Unit Mensensmokkel (UMS) bij het kernteam Noord- en Oost Nederland en drie teams Grensoverschrijdende Criminaliteit (GOCs) bij de Koninklijke Marechaussee (KMar).

Doel van de Taskforce was een verbetering van de informatiehuishouding en een uitbreiding van de voor aanpak van mensensmokkel beschikbare opsporingscapaciteit te creëren. Aan beide doelstellingen is voldaan: de capaciteit voor opsporing en analyse van mensensmokkel is vergroot. De mensensmokkelaanpak heeft sterke impulsen gekregen, het onderwerp heeft meer prioriteit en de betrokken organisaties hebben zich sterker ingespannen met concrete resultaten. Tegelijkertijd is met de coördinatiestructuur binnen de Taskforce de verwachting ontstaan van een centrale sturing van de gehele aanpak van mensensmokkel. Dat was echter niet het doel van de coördinatiestructuur en aan die verwachting is dan ook niet voldaan.

Het onderzoek van bureau Faber richt zich niet op de effectiviteit van mensensmokkel, maar de aansturing. De betrokken bewindspersonen Donner (Justitie), Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) en Remkes (BZK) onderschrijven de conclusies van de onderzoeker betreffende de organisatiestructuur. De departementen hechten eraan die afstemming op strategisch niveau en periodiek te laten plaatsvinden. Daartoe zullen de betrokken departementen tweemaal per jaar of zoveel vaker als nodig is, buiten de reguliere overlegstructuren om, spreken over beleid en uitvoering met het College van procureurs-generaal, het hoofd IND, de bevelhebber der Koninklijke Marechaussee en een vertegenwoordiger uit de Raad van Hoofdcommissarissen. Met deze maatregel wordt de huidige coördinatiestructuur opgeheven.