Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Westelijk Halfrond

Afdeling Midden Amerika en

Caraïbisch Gebied

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 10 juni 2003

Behandeld


- J.J. Groenemeijer


Kenmerk


- DWH/-220/03

Telefoon


- 070-3485250


Blad


- 1/1


Fax


- 070-3485472


Bijlage(n)


- E-Mail


- jj.groenemeijer@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vanhet lid Ferrier over Cuba

---
Graag - bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Ferrier over - Cuba. Deze vragen werden ingezonden op - 14 mei 2003 met kenmerk - 2020311640.


- De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Ferrier (CDA) over Cuba.

Vraag 1-

Hebt u de reportage over Cuba gezien die de NCRV uitzond in het programma Netwerk op Woensdag 7 mei 2003?

Antwoord-

Ja.

Vraag 2-

Hoe staat u tegenover de in de door een vakbondsleider naar voren gebrachte stellingname dat het goed zou zijn als de internationale gemeenschap door middel van bijvoorbeeld een handels- en toeristenboycot druk uitoefent op de regering van Cuba om de politieke gevangenen vrij te laten?

Antwoord-

Het Nederlands beleid ten opzichte van Cuba wordt zoveel mogelijk in Europees verband afgestemd. Dit beleid is geformuleerd in het 'Gemeenschappelijk Standpunt' van 1996. Uitgangspunt is dat de Europese Unie niet via dwangmaatregelen, maar via dialoog met de Cubaanse autoriteiten en de 'civil society' probeert een democratiseringsproces in Cuba te bevorderen en het levenspeil van de Cubaanse bevolking te verhogen. Het beleid van de Europese Unie beoogt in dit kader het door de Cubaanse regering opgelegde isolement van de eigen bevolking te doorbreken en de 'civil society', een belangrijke factor in een toekomstig transitieproces, te ondersteunen. Economische en toeristische contacten passen in dit beleid en kunnen tevens bijdragen aan het verhogen van het levenspeil van de bevolking.

De Cubaanse autoriteiten hebben door hun recente acties het internationale isolement van Cuba vergroot. Met het oog op het streven de mensenrechtensituatie te verbeteren lijkt voortzetten van de dialoog, in lijn met het bestaande beleid van de Europese Unie, op dit moment effectiever dan het verder isoleren van Cuba. Het beleid van de Europese Unie ten aanzien van Cuba is periodiek onderwerp van evaluatie.

Vraag 3-

Bent u bereid de Cubaanse autoriteiten op te roepen het Internationale Rode Kruis in de gelegenheid te stellen zijn werk in Cuba te kunnen doen, zodat het Rode Kruis de politieke gevangenen kan bezoeken en op onafhankelijke wijze kan vaststellen hoe het met hun condities is gesteld?

Antwoord-

Nederland zou graag zien dat het Internationale Rode Kruis in Cuba wordt toegelaten. De Cubaanse autoriteiten moeten hier echter wel mee instemmen. Cuba heeft deze instemming tot dusver nog niet verleend. Over de aard en de ernst van mogelijke Cubaanse bezwaren bestaat nog geen volledige duidelijkheid. Gezien de algemene positie van het Internationale Rode Kruis stelt het een actieve lobby door lidstaten niet op prijs. Het zou de indruk kunnen geven dat het reageert op verzoeken van (bepaalde) groepen landen.


---