Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
IZ. 2003/972
datum
03-06-2003

onderwerp
Landbouw- en Visserijraad 11-13 juni 2003: Geannoteerde Agenda TRC 2003/4394

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Van 11 tot en met 13 juni aanstaande vindt in Luxemburg de eerstvolgende vergadering plaats van de ministers van Landbouw en Visserij van de Europese Unie en de tien kandidaat-lidstaten. Hierbij informeer ik u over de voorlopige agenda van deze vergadering.

Gestreefd zal worden naar een politiek akkoord over de Commissievoorstellen voor de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), de zogenoemde Mid Term Review. Voorts streeft het voorzitterschap naar besluitvorming over een richtlijn inzake de bestrijding van mond- en klauwzeer alsmede over een verordening inzake visserij-inspanning voor vangstgebieden en visbestanden in de zogenaamde 'westelijke wateren' (wateren ten westen van het Verenigd Koninkrijk).

datum
03-06-2003

kenmerk
IZ. 2003/972

bijlage

1. Goedkeuring van de voorlopige agenda
2. Goedkeuring van de lijst met A-punten
3. Hervorming van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (Mid-term Review)
Het voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord over het gehele pakket aan wetgevingsvoorstellen van de Commissie voor de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het pakket voorstellen is door de Commissie gepresenteerd in de Raad van 27-28 januari 2003. Sindsdien zijn de verschillende onderdelen afzonderlijk in de Raad besproken. Dit proces is in de Raadszitting van 7-8 april jongstleden afgerond. Tijdens de Raad van 26 en 27 mei zijn de lidstaten in een zogenaamde 'biechtstoelprocedure' - een trilateraal overleg tussen het Voorzitterschap, de Commissie en de afzonderlijke lidstaten - gevraagd hun standpunten nogmaals toe te lichten ten aanzien van de meest politiek gevoelige onderdelen uit de Commissievoorstellen (zie mijn brief aan de Kamer van 2 juni jongstleden).

Er is op dit moment nog geen compromisvoorstel voor het totaalpakket beschikbaar.
Sleutel tot de succesvolle afronding van de onderhandelingen over de hervorming van het GLB is een overeenkomst over de voorgestelde ontkoppeling van de ondersteuning van de productie. Indien hierover overeenstemming kan worden bereikt, zal naar verwachting ook voor de andere onderdelen van het pakket een akkoord binnen handbereik liggen.
Voor het regeringsstandpunt met betrekking tot de hervorming van het GLB ten algemene zou ik willen verwijzen naar mijn brief aan de Kamer van 19 februari jongstleden (TK 2002-2003 28 625, nr. 3). 4. Mond- en klauwzeerrichtlijn
De Raad zal streven naar een politiek akkoord over het Commissievoorstel inzake de bestrijding van mond- en klauwzeer (MKZ). Voor een inhoudelijke beschrijving van het voorstel en de Nederlandse inzet terzake wil ik verwijzen naar mijn brief aan de Tweede Kamer van 14 februari 2003 betreffende mond- en klauwzeer (TK 2002-2003, 21 501-32, nr. 19).
Het voor Nederland grootste resterende punt van zorg is de afzet van producten van gevaccineerde varkens op de intracommunautaire markt.
Het Voorzitterschap heeft een compromis uitgewerkt over dit onderdeel.
Dit houdt in dat voor producten van gevaccineerde varkens er een afbakening komt van het gebied waar deze producten, voorzien van een apart stempel, op de markt kunnen worden gebracht. De omvang van het gebied kan middels een besluit van de Commissie c.q. het Permanent Comité voor de Voedselketen en Diergezondheid worden vergroot.
Alle andere lidstaten, inclusief eerdere medestanders van Nederland, hebben aangegeven akkoord te kunnen gaan met het compromisvoorstel en het is dan ook de verwachting dat tijdens de Raad een politiek akkoord wordt bereikt. Nederland heeft zich altijd sterk gemaakt om de consequenties van beschermend vaccineren niet onnodig te vergroten.
Op die manier wordt vaccineren een volwaardig alternatief voor het ruimen van dieren tijdens een uitbraak van een dierziekte. Met de komst van de nieuwe richtlijn is overigens op veel punten wel tegemoet gekomen aan de Nederlandse wensen ten aanzien van vaccinatie. Dit overwegende en mede gezien de geïsoleerde positie waarin Nederland zich nu bevindt, wil ik instemmen met het compromisvoorstel. Daarbij is het overigens wel mijn intentie een verklaring af te leggen, waarin ik mijn zorg uitspreek over de praktische beperkingen van vaccineren zoals in de richtlijn beschreven.
Deze beperkingen in de keuze die de richtlijn biedt tussen vaccineren of stamping out, worden door Nederland betreurd. 5. Het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap ('Westelijke wateren') De Raad zal streven naar besluitvorming over het Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 ('westelijke wateren'). Het voorstel is aan de Raad voorgelegd als gevolg van het met ingang van 1 januari 2003 aflopen van de in de Toetredingsakte opgenomen overgangsperiode voor Spanje en Portugal. Hiermee lopen de toegangsbeperkingen tot de betrokken wateren voor die lidstaten af. Het ter tafel liggend voorstel beoogt de totale inspanning in de westelijke wateren (wateren ten westen van het Verenigd Koninkrijk) na genoemde datum te stabiliseren en heeft een overwegend administratief karakter. Nederland acht het voorstel noodzakelijk om Spanje en Portugal te integreren in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. De voorgestelde regulering van de visserij-inspanning ziet Nederland als een eerste stap op weg naar een toekomstige regulering van de visserij-inspanning, waarbij het inspanningsinstrument ondersteunend werkt voor het TAC/quotumbeleid. Met het Commissievoorstel kan ik op hoofdlijnen instemmen. 6. Diversen
a. Organisatie van de toekomstige werkzaamheden

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman


---