Ministerie van Financiën

de voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA 's Gravenhage

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

11 juni 14 mei 2003, DGB 2003-02768 U 2003 2020311490

Onderwerp

Te hoge voorlopige teruggave

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Giskes (D66) over de te hoge voorlopige teruggave.

De staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.G.Wijn

Antwoord op vraag 1 en 2

Op het moment dat het Belastingplan 2003 ingediend wordt, staan de diskette en de formulieren voor de voorlopige teruggave al nagenoeg definitief vast. Bedragen en percentages kunnen nog wel gewijzigd worden, maar nieuwe ontwikkelingen inbouwen of aanbrengen lukt op dat moment niet meer.

Enkele wijzigingen die per 1 januari 2003 zijn doorgevoerd in de inkomstenbelasting kunnen een effect hebben op de hoogte van de voorlopige teruggave over het jaar 2003. Het gaat hierbij om de afschaffing van de fietsaftrek en het vervallen van de basisruimte bij de lijfrente aftrek. Deze wijzigingen kunnen van invloed zijn op de hoogte van de voorlopige teruggaaf.

Om belastingplichtigen te wijzen op de mogelijkheid dat de voorlopige teruggaaf te hoog zou kunnen zijn en achteraf gecorrigeerd moet worden, heeft de Belastingdienst uit oogpunt van dienstverlening er voor gekozen om de wijzigingen in de loop van 2003 te communiceren. Om geen verwarring te wekken bij de belastingplichtigen, die in de periode januari/februari 2003 de aangifte 2002 ontvangen, is er bewust voor gekozen om de wijzigingen per 1 januari 2003 pas vanaf april 2003 te communiceren.

De brief en folder waarin de wijzigingen zijn aangekondigd zijn gezonden aan alle belastingplichtigen die de uitgebreide versie van het verzoek om voorlopige teruggaaf hebben ingediend en aan de belastingplichtigen die hun verzoek op diskette hebben gedaan en daarbij aftrekposten hebben opgevoerd. Er zijn in totaal 815.000 brieven verzonden. De totale kosten van de mailing bedroegen ¤490.000. Er zijn voor de Belastingdienst geen rentebaten en voor de belastingplichtige geen rentelasten, aangezien de herstelactie in het lopende kalenderjaar heeft plaatsgevonden. In dat geval is er namelijk geen heffingsrente verschuldigd.