Nationale Bank van België


Nationale Bank van België

Perscommuniqué
Brussel, 6 juni 2003

Analyse van de autonijverheid in België

De Nationale Bank publiceert een nieuwe studie over de autonijverheid. Deze publicatie is een verdere stap in de versterking van de micro-economische analyse, die verbandt houdt met de statistische opdrachten van de Bank en het beheer van de balans- en risicocentrales.

De Nationale Bank vervult immers zeer veel taken van algemeen belang. Zij neemt deel aan het bepalen van het monetaire beleid van het Eurosysteem maar voert daarnaast ook andere taken uit die haar door de wetgever werden toevertrouwd. Ze heeft onder meer een belangrijke opdracht wat betreft het bestuderen van de economie en het opstellen van micro- en macro-economische statistieken.

Begin 2002 heeft het Directiecomité van de Nationale Bank besloten de exploitatie van de micro-economische gegevens te optimaliseren. De Balanscentralegegevens en de informatie van de Kredietcentrales - waaronder de nieuwe positieve kredietcentrale, die eveneens door de Bank beheerd wordt- zullen de kwaliteit van de economische analyse van de Bank nog verhogen.

De gepubliceerde studie geeft een omstandig overzicht van het economisch belang en van de ontwikkelingen in de autonijverheid. Er wordt aangetoond dat deze branche nog steeds een vitale rol speelt in de economie en in de procesinnovatie. De productiewijze waarbij de onderneming zich toelegt op haar kernactiviteit en zoveel mogelijk aan de toeleveranciers uitbesteedt, wordt nu in alle bedrijfstakken toegepast en vindt zijn oorsprong in de autonijverheid.

In Europa heeft deze ontwikkeling een verregaande invloed gehad op de verhoudingen tussen de bedrijven. Belangrijke verantwoordelijkheden zoals onderzoek en ontwikkeling, kwaliteitscontrole en innovatie in het algemeen, worden naar de toeleveranciers doorgeschoven. Er ontstaan hechte clusters van ondernemingen waarin de onderlinge afhankelijkheid toeneemt.

Het bestaan van ondernemingsclusters voedt ook de discussie over de nationale verankering van de bedrijven. Een dergelijk debat dient echter te steunen op betrouwbare statistieken waarin het totale belang van een bedrijvencluster wordt aangetoond.

In de studie beperkt men zich tot de productie van personenauto's en de Belgische toeleveranciers. Men komt tot de conclusie dat voor 2001 de totale indirecte werkgelegenheid bij de toeleveranciers tussen de 52 300 en de 61 000 ligt (tussen 1,3 en 1,5 pct. van de totale tewerkstelling), goed voor een toegevoegde waarde tussen de 2 900 en de 3500 miljoen euro (tussen 1,1 en 1,4 pct. bbp). De directe tewerkstelling in de auto-assemblage beliep in 2001 ongeveer 26 500 personen, goed voor een toegevoegde waarde van 1 900 miljoen euro (0,7 pct. bbp).

NBB - Perscommuniqué