Ministerie van Buitenlandse Zaken

cript>Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Azië en Oceanië

Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

13 juni 2003

Behandeld


- Drs F.L. Keurhorst


Kenmerk


- DAO/318/03

Telefoon


- 070 348 5655


Blad


- 1


Fax


- 070 348 5323


Bijlage    


- 1


E-Mail


- frank.keurhorst@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lid Van Bommel  over mogelijke militaire samenwerking met
Indonesië


---

Graag - bied ik u hierbij- , mede namens de Minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid Van Bommel - over mogelijke militaire samenwerking met Indonesië- . Deze vragen werden ingezonden op - 14 mei met kenmerk - 2020311630.


- De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Kamp, Minister van Defensie, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over mogelijke militaire samenwerking met Indonesië.

Vraag 1

Berust de aankondiging van de heer R. Milders, directeur Azië en Oceanië van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat de Nederlandse overheid zich aan het oriënteren is op de mogelijkheden intensiever samen te werken met de Indonesische krijgsmacht op een beleidswijziging? 1)

Antwoord

In de beslotenheid van het Instituut Clingendael heeft de directeur Azië en Oceanië van het ministerie van Buitenlandse Zaken, in het kader van de vervolgcursus "Good Governance and the Role of the Armed Forces in a Democracy", in zijn inleiding 'Indonesia and the Netherlands: a Strategic Partnership' de algehele relatie tussen Nederland en Indonesië in het perspectief van de goede en wederzijds bevorderlijke betrekkingen geplaatst, wat ook inhoudt dat men elkaar kan aanspreken op gevoelige onderwerpen.

Uitgangspunt van het Nederlandse beleid is de ondersteuning van het politieke en economische transitieproces in Indonesië. De verbetering en de versterking van goed bestuur en armoedebestrijding hebben daarbij prioriteit waarbij, wat de sector goed bestuur betreft, moeilijk kan worden voorbijgegaan aan de hervorming van de Indonesische strijdkrachten en politie. De Nederlandse regering blijft de mensenrechtensituatie en de eerbiediging van de rechtstaat in Indonesië vanzelfsprekend kritisch volgen.

Eerder werd de Tweede Kamer al geïnformeerd (in antwoord op vragen van het lid Karimi, Kamervraag met antwoord 2000-2001, nr. 1425, TK) dat Nederland hier zeer specifiek aan bijdraagt via in omvang en doelgroep beperkte samenwerking op het gebied van de professionalisering en democratisering van de Indonesische strijdkrachten en politie. Binnen dit kader heeft Nederland als onderdeel van zijn mensenrechtenprogramma een training voor politie-eenheden gefinancierd, ook in een aantal conflictgebieden. Voorts hebben medewerkers van NGO's, parlementariërs, politie-, luchtmacht- en landmachtofficieren bij het Instituut Clingendael deelgenomen aan cursussen en heeft ons land, eveneens in het kader van het  mensenrechtenprogramma, forensische training voor de politie gefinancierd. Tenslotte ondersteunt Nederland via onder meer het Partnership for Governance Reform voor een bedrag van ruim 10 miljoen- - euro de juridische en bestuurlijke hervormingen in Indonesië. Hoewel het hervormingsproces slechts langzaam verloopt, slaan deze activiteiten goed aan.

Vraag 2

Met welke eenheden van de Indonesische krijgsmacht, op welke manier en op welke termijn wil de Nederlandse overheid samenwerken?

Vraag 3


Betreft de samenwerking ook de Indonesische marine of onderdelen daarvan?
Antwoord

De Nederlandse regering financiert het onder vraag 1 genoemde trainingsprogramma van het Instituut Clingendael en onderzoekt de mogelijkheden om op dit terrein de samenwerking voort te zetten of te intensiveren- - . Thans worden de mogelijkheden onderzocht om voor 2004 een samenwerkingsprogramma op te stellen, waarbij de nadruk ligt op de professionalisering en de democratisering van de Indonesische krijgsmacht, in het bijzonder de marine. Als onderdeel hiervan worden, mede binnen het kader van de bestrijding van het internationale terrorisme, mogelijkheden van samenwerking met de Indonesische marine en kustwacht geïnventariseerd. Ook wordt bezien of Nederland opleidingen kan aanbieden ter voorbereiding op vredesoperaties. Hierbij is te denken aan de 'United Nations Military Observer' (UNMO) cursus en aan 'demining en mine awareness' cursussen.

Vraag 4

Wat is de reden van deze intensievere samenwerking en wat wordt ermee beoogd? Kunt u dit toelichten in het licht van de kritische kijk van regering en Kamer op de rol van de krijgsmacht in de Indonesische maatschappij?

Antwoord

Indonesië bevindt zich in een moeilijke transitiefase waarbij de bereidheid om te komen tot een democratische rechtsstaat ten volle dient te worden ondersteund. Voor Indonesië betekent dit niet alleen een grondwettelijke maar belangrijker nog een feitelijke wijziging in de inrichting van de maatschappij waarbij democratische beginselen dienen te gelden. Zoals bekend spelen de Indonesische strijdkrachten een belangrijke rol in de Indonesische maatschappij en zullen zij tot de installering van een nieuw parlement na de verkiezingen in 2004 zijn vertegenwoordigd in het parlement. Ook daarna zullen zij achter de schermen voorlopig een belangrijke politieke factor blijven.

De militaire samenwerking tussen Indonesië en Nederland is, naast ondersteuning bij de bestrijding van het internationale terrorisme, gericht op de rol van de Indonesische krijgsmacht in een democratischer samenleving. Deze specifieke vorm van militaire samenwerking is in lijn met de door u genoemde kritische kijk van de regering en de Tweede Kamer op de rol van de krijgsmacht in de Indonesische maatschappij. Op grond van het succesvolle verloop tot dusver verdient deze samenwerking continuering.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de berichten dat de Indonesische marine wordt ingezet bij de dreigende inval van de Indonesische krijgsmacht in Aceh? 2)

Antwoord

Voordat President Megawati op 19 mei jl. de militaire noodtoestand uitriep, heeft de Indonesische marine geassisteerd bij de troepenopbouw in de provincie Atjeh. Daarnaast bewaakt de marine de 12-mijls zone rond Atjeh die per 3 juni 2003 als verboden terrein geldt. De Indonesische landmacht is operationeel het meest betrokken bij het offensief. - -

Vraag 6

Op welke manier wordt door de Nederlandse overheid de betrokkenheid van Indonesische militaire eenheden bij recente en voortdurende schendingen van mensenrechten en het faciliteren van geweld in Aceh en andere conflictregio's in Indonesië onderzocht?

Antwoord

De Nederlandse regering onderhoudt via haar ambassade in Jakarta nauw contact met mensenrechtenorganisaties- - , met vertegenwoordigingen van andere landen en van internationale organisaties in Jakarta en met de Indonesische autoriteiten. 

Zie - www.indofo.nl- week 18 "BuZa: Nederland onderzoekt mogelijkheden intensievere samenwerking Indonesische krijgsmacht (29/4 Republika Online)" Toespraak R.Milders op 28 april jl. bij Instituut Clingendael. Zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 823, Vergaderjaar 2002-2003.

Jakarta Post 9 mei jl. "Thousands of govt troops leave for military operation in Aceh" en 24  april jl. "Indonesian marines ready to launch war".


- - dat wordt dus wat meer. Namelijk ook via IMF, Wereldbank (decentralisatie) . Misschien beter te vervangen door multilaterale en andere internationale organisaties en de partnership voor Governance Reform en dan het bedrag dat onder KBE ???? staat

- - Ik heb even niet het Clingendael programma voor ogen, maar volgens mij financieren we niet per cursus maar financieren we een Clingendael training die uit meerdere cursussen bestaat.

- - Ik weet niet of dit zo is, maar misschien weet jij dit wel. Is het niet beter om te stellen het voortouw ligt bij de landmacht?

- - Ik zou niet specifiek mensenrechtenorganisaties in Aceh noemen. Zij hebben het al moeilijk genoeg en beter is dit algemeen te houden.

---