Ministerie van Buitenlandse Zaken
van de leden Koenders en Fienes (beiden PvdA) over de kwijtschelding
van exportkredietschulden
Beantwoording Kamervragen van de leden Koenders en Fienes (beiden
PvdA) over de kwijtschelding van exportkredietschulden
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen
Afdeling Macro-Economische Analyses en Samenwerking
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
17 juni 2003
Behandeld
drs. J.H.P. Smeets
Kenmerk
DVF/AS-134/03
Telefoon
(0031) 070 3486100
Blad
1/8
Fax
(0031) 070 3484803
Bijlage(n)
---
E-Mail
jhp.smeets@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de leden Koenders en Fierens (beiden PvdA)
over de kwijtschelding van exportkredietschulden
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Koenders en Fierens over de kwijtschelding van
exportkredietschulden. Deze vragen werden ingezonden op 13 mei 2003
met kenmerk 2020311460.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoord van mevrouw Van Ardenne- van der Hoeven, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de heer Zalm, minister van
Financiën, en mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische
Zaken, op vragen van de leden Koenders en Fierens (beiden PvdA) over
de kwijtschelding van exportkredietschulden.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de brief van Jubilee Nederland die op 24 april
2003 aan de informateurs Korthals Altes en Hoekstra is gestuurd en van
de zorgen die in deze brief geuit worden over de kwijtschelding van
exportkredietschulden? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Wordt bij de toerekening aan het Official Development Assistance
(ODA)-budget achterstalligheidsrente in rekening gebracht, gelet op
het feit dat de schuldverlichting op door de Staat herverzekerde
exportkredieten in 2002 in totaal 285,5 miljoen euro bedroeg, ruim
zeven keer zoveel als in 2001? Wordt bij de toerekening aan het
ODA-budget consolidatierente in rekening gebracht? Op welke wijze
worden deze rentes berekend?
Antwoord
De toerekening van in de Club van Parijs goedgekeurde kwijtscheldingen
van commerciële vorderingen op basis van herverzekerde exportkredieten
vindt plaats op basis van de nominale waarde van deze vorderingen.
Deze nominale waarde is inclusief achterstalligheidsrente. De
achterstalligheidsrente is vastgelegd in de bilaterale
schuldenovereenkomst met het betrokken debiteurland en wordt gebaseerd
op de geldende marktrente. Toekomstige consolidatierente wordt niet
toegerekend aan ODA. De recente sterke stijging van de toerekening aan
het ODA-budget is veroorzaakt door de sterk toegenomen omvang van de
kwijtschelding van schulden in het kader van het Enhanced
HIPC-initiatief.
Vraag 3
Wordt het eigen risico van de exporteur bij de herverzekering van
exportkredieten in mindering gebracht op het bedrag dat ten laste
komt van ODA? Indien dat het geval is, en indien
achterstalligheidsrente in rekening wordt gebracht, wordt het eigen
risico dan in mindering gebracht voor of na heffing van de
achterstalligheidsrente? Waar berust de hiervoor noodzakelijke
projectadministratie?
Antwoord
Neen. Op de door de staat herververzekerde exportkredieten draagt
verzekerde doorgaans een beperkt eigen risico. Bij uitkering aan
verzekerde ten laste van de Staat (schade) op basis van de polis
draagt verzekerde zijn vordering, incl. zijn eigen risicodeel, over
aan de verzekeraar (Gerling NCM), die deze ondeelbare vordering ten
laste (in lastgeving) houdt voor de Staat. Reeds verstrekte
kwijtscheldingen van deze vorderingen op ontwikkelingslanden worden
volgens de bestaande toerekeningssystematiek aan ODA toegerekend en
als zodanig nominaal gemeld aan het DAC.
Vraag 4
Is het waar dat exportkredietverzekeringen voor transacties die
gesteund worden door de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
(Ontwikkelingssamenwerking) bijvoorbeeld in het kader van
Ontwikkelingsrelevante Exporttransacties/Milieu en Economische
Verzelfstandiging (ORET/Miliev), de zogenaamde Stichting Economische
Samenwerking Nederland-Oost-Europa/Garantie Opkomende Markten
(SENO/GOM)-verzekeringen, niet onder de verantwoordelijkheid van de
minister van Financiën worden verstrekt, maar onder de
verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken vallen? Zo
ja, kunt u aangeven wat de rolverdeling is tussen de departementen van
Financiën en Economische Zaken inzake het terugvorderen van
verzekeringsclaims? Kunt u aangeven wat de specifieke rol is van de
SENO/GOM?
Antwoord
De commerciële component van ORET/Miliev-transacties wordt in de regel
verzekerd onder de reguliere exportkredietverzekering. Wanneer geen
reguliere dekking mogelijk is, terwijl ORET/Miliev beschikbaar is
gesteld, bestaat onder de Garantiefaciliteit Opkomende Markten (GOM)
de mogelijkheid, om politieke en commerciële risico's te verzekeren.
Zowel de reguliere exportkredietverzekeringsfaciliteit als ook de
Garantiefaciliteit Opkomende Markten wordt uitgevoerd door Gerling
NCM, dat transacties in dekking neemt voor rekening van de Staat.
Schadezaken die voortvloeien uit transacties die voor rekening van de
Staat zijn geaccepteerd worden dan ook door Gerling NCM behandeld.
Waar het behandeling van vorderingen van het Ministerie van
Economische Zaken in de Club van Parijs betreft, behartigt het
Ministerie van Financiën de belangen van het Ministerie van
Economische Zaken.
Wat betreft de specifieke rol van SENO/GOM het volgende. De
Nederlandse overheid heeft voor diverse moeilijke markten geen
reguliere exportkredietverzekering beschikbaar. Voor bepaalde
opkomende markten wenst het Ministerie van Economische Zaken de
ontwikkeling van de economie te stimuleren en de samenwerking tussen
Nederlandse ondernemingen en ondernemingen en instellingen in
betrokken landen te bevorderen. Om dit doel te bereiken heeft EZ voor
bepaalde landen, die niet regulier verzekerd kunnen worden,
kredietverzekering beschikbaar gesteld om de risico's verbonden aan
exporttransacties m.b.t. kapitaalgoederen, diensten en
aannemingswerken af te dekken. Hiertoe heeft het Ministerie van
Economische Zaken met Gerling NCM de herverzekeringsovereenkomsten
SENO en GOM gesloten. Het doel van SENO is het bevorderen van de
transitie van de economie van Oost-Europese landen naar een vrije
markteconomie, dan wel van economische herstelprocessen van opkomende
markten. Het doel van de GOM-faciliteit is het bevorderen van de
ontwikkeling van de economie van opkomende markten.
Vraag 5
Is het Nederlandse exportkredietverzekeringinstrument kostendekkend,
gelet op de Richtlijn van de Europese Raad uit 1998 die zegt dat het
exportkredietverzekeringinstrument kostendekkend moet zijn? Over welke
termijn wordt kostenneutraliteit berekend en wat is daarvoor de reden?
Is het Nederlandse exportkredietverzekeringinstrument verliesgevend,
kostenneutraal of winstgevend? Welke maatregelen staan ter beschikking
om te waarborgen dat de regeling kostenneutraal blijft (bijvoorbeeld
premiestijging, aanpassing landenplafonds) en welke indicatoren worden
gehanteerd om ervoor te zorgen dat corrigerende maatregelen tijdig
worden genomen?
Antwoord
Het streven is gericht op kostendekkendheid van het pakket van
herverzekeringsfaciliteiten. Dit streven vloeit voort uit
internationale afspraken met name in OESO-verband om subsidiëring te
voorkomen. Belangrijke instrumenten daartoe zijn het acceptatiebeleid,
landenbeleid, premiestelling, recuperatiebeleid en een efficiënte
uitvoering. De Rijksbegroting wordt opgesteld op kasbasis. In grote
lijnen geldt dat er gedurende de jaren tachtig op kasbasis sprake was
van een negatief saldo, terwijl gedurende de jaren negentig dit saldo
positief was. Inzicht in de mate van kostendekkendheid vraagt echter
om een meer geavanceerde methode van bedrijfseconomische
resultaatbepaling. Op dit moment is er tussen Financiën, EZ, Gerling
NCM en DNB overleg gaande over de invoering van een dergelijke
systematiek in 2004. Overigens is kostendekkendheid vanwege de lange
looptijd van risico's een begrip op lange termijn.
Vraag 6
Doet het Development Assistance Committee van de Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling (DAC), gelet op de
toerekening aan het ODA-budget, uitspraken over de kostendekkendheid
van het kredietverzekeringsinstrument, over betaalde premies, in
rekening gebrachte rentes (consolidatierente en
achterstalligheidsrente) en eigen risico? Zo ja, welke uitspraken doet
het DAC hierover en wat zegt het DAC over de wijze van berekening? Zo
neen, bent u bereid daar opheldering over te vragen?
Antwoord
De mate van kostendekkendheid inclusief premiestelling is als zodanig
niet relevant voor de vraag of een kwijtschelding kan worden
toegerekend aan ODA. Het kostendekkendheidsvereiste is neergelegd in
internationale afspraken in WTO, OESO en EU verband en volgt uit de
wens van de lidstaten om elkaar niet te beconcurreren met subsidies
aan het bedrijfsleven.
De DAC Statistical Reporting Directives (DCD/DAC (2000)10) en het
Handbook for Reporting Debt Reorganization (DCD/DAC/ (2000)16) van
respectievelijk mei en oktober 2000 definiëren vermindering van de
Netto Contante Waarde van non ODA-vorderingen (zoals officieel
gegarandeerde exportkredieten) in het kader van Club van
Parijs-schuldkwijtscheldingen als ODA-schenking. De DAC-richtlijnen
spreken zich niet uit over de behandeling van het eigen risico van
verzekerden. Ik ben bereid hierover informatie in te winnen bij het
DAC secretariaat en de leden van het DAC.
Vraag 7
Is het niet tegenstrijdig dat volgens de programmahulpbrief de
kwijtschelding van commerciële schulden uit hoofde van de
exportkredietverzekering ten laste komt van het 0,8% ODA-budget en dit
volgens de brief die de Kamer daarover d.d. 23 mei 2002 van de
ministers van Financiën en voor Ontwikkelingssamenwerking ontving 2)
in overeenstemming is met de DAC-criteria, terwijl de
Monterrey-consensus echter zegt dat "resources provided for debt
relief should not detract from ODA resources intended to be available
for developing countries"? 3)
Antwoord
De Monterrey-consensus moedigt landen aan om stappen te nemen om
ervoor te zorgen dat middelen voor schuldverlichting niet ten koste
gaan van middelen bedoeld voor andere ODA uitgaven. Nederland heeft
dit streven onderschreven. De afgelopen jaren heeft Nederland de
kwijtschelding van door de overheid herverzekerde exportkredieten
kunnen financieren uit de groei van het ODA-budget. Door de handhaving
van de koppeling van de ruimte voor ODA-uitgaven aan de economische
groei conform Hoofdlijnenakkoord, zal het budget voor ODA-uitgaven
vanzelf weer toenemen als de economische groei aantrekt. Hierdoor
wordt bewerkstelligd dat in de tijd de additionaliteit is gewaarborgd.
Vraag 8
Is er sprake van een oneigenlijke compensatie van het ministerie van
Buitenlandse Zaken aan het ministerie van Financiën
in feite geen kosten maakt bij de kwijtschelding van schulden daar
indien het Nederlandse exportkredietverzekeringinstrument
kostendekkend is, dit in feite betekent dat de betaalde premies
opwegen tegen de uitgekeerde schadeclaims?
Antwoord
Neen. De Nederlandse Staat is een ondeelbare rechtspersoon. Er kan
alleen al vanuit dat oogpunt dan geen sprake zijn van compensatie
tussen ministeries.
Brief Jubilee Nederland m.b.t. formatie en beslag Ministerie Financiën
op begroting Ontwikkelingssamenwerking aan de informateurs Korthals
Altes en Hoekstra, 24 april jl. Kamerstuk 26 234, nr. 14
Paragraaf 51 van de Monterrey-consensus, International UN-Conference on Financing for Development dd. 15 februari 2002
Print Stuur door
Terug naar top