Ministerie van Justitie

Persbericht

Toespraak minister Verdonk bij opening KIEM
18 juni 2003

Dames en heren,

Hartelijk dank dat u allen gekomen bent bij de opening van het Kennisnet Integratiebeleid en Etnische Minderheden - kortweg KIEM. Even heb ik overwogen de kortste ministeriële toespraak uit de geschiedenis te houden.

Die toespraak zou als volgt luiden: Geachte aanwezigen, kijk zelf maar op www.integratie.net , ik dank u. Een totaal van tien woorden. Het programma bood me echter niet tien woorden, maar ongeveer tien minuten. Graag maak ik dan ook even van de gelegenheid gebruik om KIEM bij u te introduceren.

Enkele voor de hand liggende vragen dienen zich daarbij aan:

1. Waarom is zo'n apart kennisnet nodig?;

2. Wat voegt het KIEM toe? en;

3. Wat levert het op voor de gebruikers?

Maar voordat ik dat doe wil ik dit Kennisnet even plaatsen in het bredere perspectief van het immigratie- en integratiebeleid.

Ik kijk daarbij vanzelfsprekend naar wat het regeerakkoord zegt over immigratie en integratie. En dat is onder meer het volgende:

Wie zich duurzaam wil vestigen in ons land moet actief aan de samenleving deelnemen en zich de taal eigen maken, zich bewust zijn van de Nederlandse waarden, en de normen naleven.

Dit korte fragment geeft duidelijk aan welke eigen verantwoordelijkheid nieuwkomers hebben. Een verantwoordelijkheid waarop we mensen ook aanspreken. We zijn de vrijblijvendheid voorbij, aan de hand van een inburgeringsexamen toetsen we ook of daarwerkelijk aan de gestelde eisen wordt voldaan. Maar dat is geen toets zonder voorbereiding.

We eisen niet het onmogelijke en bieden met tal van programma's de mogelijkheid om echt deel te gaan nemen aan de Nederlandse samenleving.

Over deze programma's willen we informatie verkrijgen, zodat we kunnen evalueren om het aanbod goed aan te laten sluiten op de vraag. Het kennnisnet is daarbij een zeer behulpzaam instrument. En dat brengt me bij de eerste vraag die zojuist noemde:

1. Waarom is er een apart kennisnet nodig?

Integratie is geen eiland, integratiebeleid staat niet op zichzelf. Integratie heeft raakvlakken met sociaal beleid, met onderwijs, met het terrein van de werkgelegenheid en vooral ook met het integrale beleid dat we kennen onder de noemer grotestedenbeleid. Maar integratiebeleid heeft ook een eigen karakter.

Juist daarom is het goed dat kennis en ervaring op dit beleidsterrein gestructureerd wordt ontsloten en bruikbaar gemaakt. Het KIEM zal dan ook niet alleen feitjes op een rijtje zetten, maar ook actief speuren naar evaluatiegegevens.

Zo maken we in de veelheid van informatie over integratie van etnische minderheden het onderscheid tussen wat goed bedacht is maar niet werkt, wat populair is maar weinig effect heeft en - last but not least - wat wel resulteert in effectief kunnen functioneren en deelnemen aan de Nederlandse maatschappij. Een van de voorwaarden om de effecten van beleid in het kader van integratie te vergroten is bijdragen aan inzichtelijke en toegankelijke kennis. Vandaar die duidelijke eigen profilering van KIEM.

Er is vanzelfsprekend een koppeling tussen de sites van KIEM en het Grotestedenbeleid, maar KIEM is wel zelfstandig herkenbaar.

KIEM krijgt dus een eigen profiel en vormt door de informatie die het zal gaan opleveren één van de voorwaarden voor effectief integratiebeleid. En daarmee kom ik bij vraag twee

2. Wat voegt KIEM toe?

Moeten we nu zonodig weer een nieuwe site lanceren? op internet is toch alles al te vinden, hoor je wel eens. Maar dat is nu juist het probleem alles is er te vinden.... en nog veel meer.

Met andere woorden: je vindt er óók wat je niet zoekt. Tik in GOOGLE de zoekterm 'integratie' in en je krijgt ongeveer 123.000 treffers. De proefversie van de KIEM site stond overigens bovenaan, dat is mooi, maar tussen al het andere materiaal precies datgene vinden wat je zoekt, dat is geen sinecure.

Zo zag ik een verwijzing naar een site over de integratie van visueel minder aantrekkelijke elementen in het landschap. Dat ging helemaal niet over integratiebeleid maar over landschapsarchitectuur. Of neem de cryptische mededeling dat Amerikaanse online adverteerders integratie wensen.

Kan zijn, maar het zou me verbazen als dat de integratie van nieuwkomers in Nederland betreft. En zo zijn er nog tal van andere, ongetwijfeld belangrijke sites waar we voor ons integratiebeleid weinig tot niets aan hebben.

KIEM biedt dan ook uitkomst. Het heet kennisnet en is wat het woord zegt: een netwerk van kennis. Dat maakt zoeken een stuk makkelijker - hier vind je het, hier moet je zijn. KIEM geeft praktijkvoorbeelden, overzichten van onderzoek, relevante beleidsinstrumenten, regelgeving en publicaties, maar ook om evaluatiegegevens.

Dames en heren,

Als minister van Vreemdelingenbeleid en Integratie wil ik mij inspannen voor minder versnippering, effectiever beleid en meer gebruik van de opgedane ervaringen bij de uitvoering van integratiebeleid.

En dat is precies ook de opzet van KIEM. Integratiebeleid komt tot stand op vele locaties en op verschillende bestuurlijke niveaus, op lokaal niveau gebeurt veel en andere lokale overheden en landelijke beleidsmakers hebben er veel aan om van de diverse initiatieven op de hoogte te zijn. Dat leidt tot maatwerk en dus ook tot veelvormig beleid. KIEM moet uit die baaierd de goede praktijkvoorbeelden weergeven. Want kennis is mooi, maar het moet wel benut worden. En dat brengt me de derde en laatste vraag: wat hebben de gebruikers aan dit kennisnet.

3. Transparantie en bruikbaarheid

'Integratiebeleid en Etnische Minderheden' is een ruim begrip.

Om het begrip hanteerbaar te maken voor de gebruikers van het kennisnet wordt de kennis aangeboden rondom de thema's: inburgering, preventiebeleid, onderwijs, huisvesting, werk en integratie. Het Kennisnet is een voorbeeld van de laatste generatie websites.

Een overzichtelijke structuur, niet al te veel 'lagen', en een rustige en toch aansprekende vormgeving. Zeer gebruikersvriendelijk dus.

Gebruikers zullen in de eerste plaats diegenen zijn die werkzaam zijn op het terrein van de integratie - ik ga er in ieder geval gebruik van maken


- verder moeten we denken aan beleidsmedewerkers bij gemeenten, provincie en rijk en natuurlijk voor alle organisaties die integratie willen bevorderen. De media en het onderwijs natuurlijk, maar ook de non-profitsector of commerciële bedrijven en instellingen die zelf behoefte hebben aan informatie op het vlak van integratie.

Tegelijkertijd meen ik dat er ook voor de geïnteresseerde leek veel zinvols te vinden is. Via een nieuwsbrief kunnen gebruikers up-to-date worden gehouden. Kortom, met dit kennisnet kunnen mensen laten zien wat werkt en anderen daar weer mee verder.

Ik verwacht dat de dynamiek van het netwerk in de loop der tijd gaat veranderen. Nu staat er veel op het net dat wij van belang vinden, straks komt de input meer en meer van 'buiten'. Het integratienet wordt in die zin ook een platform voor professionals.

Dames en heren,

Tot zover mijn korte uiteenzetting over het belang van KIEM; herkenbare, gebundelde en vooral ook bruikbare kennis over het integratiebeleid.

Ik kom tot een afronding. Ik heb begrepen dat ik straks het kennisnet in werking stel met een druk op de knop.

Dat wekt misschien de indruk dat ik, uit het niets, KIEM op de wereld tover. Maar iedereen die wel eens te maken heeft gehad met de ontwikkeling van een website weet dat dat zeker niet zo is. Daarom wil ik wil alvast iedereen bedanken die zijn bijdrage heeft geleverd aan dit prachtige resultaat.

Ik dank u.