19 jun 2003
Minister Vanderpoorten: herexamens secundair onderwijs werden nooit
afgeschaft
Herexamens of uitgestelde proeven in het secundair onderwijs werden
nooit afgeschaft. Dit verklaarde minister van Onderwijs Marleen
Vanderpoorten vandaag donderdag in de Commissie Onderwijs in antwoord
op een vraag om uitleg van Vlaams Volksvertegenwoordiger Margriet
Hermans. Wel zijn deze examens vaak minder relevant in ons moderne
onderwijsconcept. Onderwijs is vandaag immers veel meer dan louter
overdragen van kennis in een klassieke doceerstijl, waarbij de
leerling aan het eind van het schooljaar eenmalig moet reproduceren
wat hij verworven heeft.
De laatste decennia is onderwijs veeleer een actief leerproces,
waarbij de leerling voortdurend centraal staat en permanent begeleid,
geëvalueerd en bijgestuurd wordt. Deze interactieve vorm van leren
geeft de leraar een perfect beeld van het kennen en kunnen van de
leerling : in principe moet de klassenraad aldus op 30 juni over
voldoende gegevens beschikken om zich definitief uit te spreken over
de overstap naar een volgend leerjaar. In het kader van deze
trendverschuiving is een tweede kans zelden nodig. Vermits het al dan
niet slagen niet langer afhangt van één enkel toetsmoment kunnen
examenstress of - pech geen cruciale rol meer spelen en niet langer
ingeroepen worden door leerlingen of ouders om een herexamen op te
eisen. Aldus minister Vanderpoorten.
In uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat de klassenraad op 30 juni
niet over voldoende gegevens beschikt. In dat geval kan sprake zijn
van een uitgestelde beslissing en kunnen bijkomende proeven
gerechtvaardigd zijn. Deze bijkomende proeven verschillen van de oude
herexamens : zij zijn sterk geïndividualiseerd en hebben enkel
betrekking op de onderdelen waarover de klassenraad over onvoldoende
gegevens beschikt om een goed onderbouwde eindbeslissing te nemen.
Minister Vanderpoorten wees erop dat de beslissing over het al dan niet opleggen van herexamens tot de bevoegdheid van de delibererende klassenraad en dus tot de autonomie van de school behoort. Uiteraard moet daarbij rekening gehouden worden met de vigerende regelgeving.