KNMG vreest SCEN te moeten stoppen
De KNMG vreest door geldgebrek het project Steun en Consultatie bij
Euthanasie in Nederland (SCEN) te moeten beëindigen.
Als er op maandag 23 juni a.s. geen duidelijkheid is over de
financiering van het SCEN-project, dan is de KNMG gedwongen door te
grote financiële risico's het project op woensdag 25 juni 2003 te
beëindigen. De KNMG heeft dit afgelopen woensdag per brief gemeld aan
de leden van de Vaste Kamercommissie Volksgezondheid. Een kopie van
deze brief is verzonden aan de Staatssecretaris van VWS, mevr. drs. C.
Ross-van Dorp en de minister van VWS, drs. H. Hoogervorst ( pdf brief
aan VWS). De KNMG hoopt dat alsnog een oplossing voor dit probleem
wordt gevonden.
Het probleem is dat een SCEN-arts, met mede weten van VWS, vanaf
januari 2002 al een vergoeding van 317,- euro per consultatie
ontvangt. Formeel wil VWS niet verder gaan dan een vergoeding van
170,- euro per consultatie van een SCEN-arts. Op deze wijze zou dan
voor de KNMG een schadepost van zon 460.000 euro ontstaan. Dat kan de
KNMG niet langer voor haar verantwoording nemen.
Het consulteren van een collega is, net als de uitvoering van
euthanasie, zeer aangrijpend en belastend. De SCEN-arts wordt
betrokken bij een zeer intiem proces, namelijk in bijna alle gevallen
bij patiënten die stervende zijn aan kanker. Van de consulent wordt
verwacht dat deze zich heel goed verplaatst in de positie en de
handelswijze van de collega-arts en de vraag en de situatie van de
patiënt. Dit vergt rust, ruimte en tijd, om uiteindelijk alle
bevindingen in een uitgebreid verslag beredeneerd te beschrijven.
Hiervoor zijn nodig gesprekken met de collega, inzage in het dossier,
overleg met medisch specialisten, bezoek van de patiënt en het maken
en nabespreken van het consultatieverslag. SCEN-artsen hebben
wetenschappelijk bewezen (Van der Maas/Van der Wal 2003) dat zij in
alle opzichten een substantiële bijdrage leveren aan de kwaliteit
rondom het levenseinde. De kern van het SCEN-project is het bevorderen
en verbeteren van de kwaliteit door opdoen van ervaringen en het
gezamenlijk delen van de ervaringen in de nascholing. Dat staat op het
spel.
Uit de registratie van de afgelopen jaren blijkt dat in een grote
meerderheid van de consultaties het totale proces gemiddeld 3,5 uur is
(25% zelfs meer dan vier uur). De KNMG heeft in 2001 een werkgroep
gevraagd een advies uit brengen of een aanpassing noodzakelijk zou
zijn. Op basis van tijdsduur, activiteiten en bestaande CTG tarieven
heeft de werkgroep een advies uitgebracht. Bij de besluitvorming over
het advies en de uitvoering daarvan het advies is VWS tijdig en nauw
betrokken. De KNMG vindt het heel teleurstellend dat VWS hierop terug
lijkt te komen.
Beëindigen van SCEN betekent dat op woensdag 25 juni:
* Alle SCEN-artsen bericht krijgen dat zij per direct geen
vergoeding meer krijgen voor het uitvoeren van consultaties;
* alle huisartsen in Nederland geïnformeerd worden dat zij per
direct geen gebruik meer kunnen maken van de diensten van
SCEN-artsen
* de trainingen en nascholingen per direct gestopt worden;
* de projectmedewerkers van SCEN ontslag aangezegd krijgen.
Bovendien betekent beëindiging van SCEN dat:
* De door Van der Wal en Van der Maas wetenschappelijk vastgestelde
kwaliteit bij de optimale behartiging van de belangen van
patiënten en artsen wegvalt. De kwaliteit betreft de bewaking
voorafgaand aan euthanasie, de uitvoering en ook de nazorg. Een
zorgvuldig traject heeft ook invloed op het aantal meldingen van
euthanasie;
* de adviezen van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie
(jaarverslag 2001en 2002) niet worden opgevolgd;
* door opeenvolgende kabinetten gedane toezeggingen en gewekte
verwachtingen, ook ten aanzien van uitbreiding van het
SCEN-project naar ziekenhuizen en verpleeghuizen, niet worden
opgevolgd.
De KNMG betreurt de onstane situatie en hoopt dat in samenwerking met
alle partijen een goede oplossing gevonden kan worden.
Het doel van het SCEN-project is het verbeteren en bewaken van de
kwaliteit van het handelen van artsen voorafgaande aan de uitvoering
van euthanasie en hulp bij zelfdoding. SCEN-artsen zijn beschikbaar om
de wettelijke verplichte onafhankelijke consultatie uit te voeren.
Tevens geven zij steun en advies aan collegae die met vragen van
patiënten rond euthanasie worden geconfronteerd. SCEN-artsen zijn
deskundig op het terrein van de palliatieve zorg of kunnen gericht
verwijzen, maar verlenen in beginsel geen specifieke palliatieve
consulten. SCEN-artsen werken op basis van vrijwilligheid en ontvangen
een vergoeding. Sinds mei 2002 is er een netwerk van 500 SCEN-artsen;
voeren zij zon 2.400 consultaties per jaar uit en zijn zij beschikbaar
voor alle 8.000 huisartsen in Nederland.
De SCEN-arts moet gemiddeld per jaar zes weken bereikbaar en
beschikbaar zijn voor oproepen van collegas. De SCEN-arts dient in de
avonduren of weekenden geen andere activiteiten plannen. Het is
onvoorspelbaar of, wanneer en hoe vaak een SCEN-arts wordt gevraagd
een consultatie uit te voeren dan wel telefonisch advies te geven. De
werkzaamheden worden vooral in de avonden en weekenden uitgevoerd en
doen dit naast hun drukke praktijk.
pdf Interview met KNMG voorzitter Ruud Hagenouw in RTL-nieuws op 19
juni 2003
Zie ook:
www.scen.nl
KNMG