Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk 2 juni 2003 W&I/IBA/03/45383 nr. 2020312230
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid De Ruiter 23 juni 2003

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Ruiter (SP) over mogelijke achterstand bij herkeuring van WAO'ers.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)


2020312230 Kamervragen van het Lid De Ruiter (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de mogelijke achterstand bij herkeuring van WAO'ers. (Ingezonden 28 mei 2003)

Vraag 1
Kent u het artikel "Fikse achterstand keuring WAO'ers"? (Algemeen Dagblad, 22 mei jl.)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Kunt u verklaren waarom het aantal herbeoordelingen in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) in 2002 is teruggelopen van 45.000 naar 35.000, zoals geconstateerd door de Inspectie Werk en Inkomen in haar Jaarverslag over 2002?

Antwoord 2
Het aantal wettelijke herbeoordelingen is in 2002 inderdaad gedaald. Daar staat tegenover dat het aantal professionele herbeoordelingen ­ de herbeoordelingen op indicatie van de verzekeringsarts of arbeidsdeskundige ­ is toegenomen. Deze laatste categorie herbeoordelingen is over het algemeen het meest effectief. Al met al is het aantal herbeoordelingen in 2002 ongeveer gelijk gebleven. De daling van het aantal wettelijke herbeoordelingen heeft te maken met prioritering binnen het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). In 2002 heeft het UWV prioriteit gegeven aan de invoering van de Wet verbetering Poortwachter ­ bestaande uit de uitvoering van de arbo-rol voor `vangnetters'en de voorbereiding op de beoordeling van reïntegratieverslagen vanaf eind 2002 ­ en aan het wegwerken van de achterstanden bij de einde-wachttijdbeoordeling WAO. Deze prioriteitstelling volgt uit het streven van "werk boven uitkering". Het voorkomen van WAO-instroom heeft daarbij de eerste prioriteit, gevolgd door een tijdige en kwalitatief goede eind-wachttijdkeuring. Ik merk in dit kader op dat per eind 2002 de omvang van de werkvoorraad bij de eind-wachttijdbeoordeling aan de normen voldoet.

Vraag 3
Hoe verhoudt zich deze terugloop in het aantal herbeoordelingen tot de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) geconstateerde terugloop in het aantal WAO-aanvragen, zoals verwoord in een interview met mevrouw A. Dümig, lid van de Raad van Bestuur van het UWV? Zou een terugloop in het aantal aanvragen niet eerder moeten leiden tot extra capaciteit voor herbeoordelingen? (NRC-Handelsblad, 6 maart jl.)

Antwoord 3
In 2002 is inderdaad sprake van een daling van het aantal WAO-aanvragen. De als gevolg van deze daling vrijgevallen capaciteit is door het UWV aangewend voor het wegwerken van de achterstanden bij de einde-wachttijdbeoordelingen en de implementatie van de Wet verbetering Poortwachter.



---

Vraag 4
Beschikt u inmiddels over nieuwe cijfers waaruit zou blijken dat de trend dat het aantal WAO-aanvragen afneemt zich doorzet, en zo ja, kunt u deze ter beschikking stellen van de Kamer?

Antwoord 4
Recent heb ik van het UWV het verslag over het eerste kwartaal 2003 ontvangen. Uit dit verslag blijkt dat de daling van het aantal WAO-aanvragen zich in het eerste kwartaal van 2003 doorzet. Het is vooralsnog niet duidelijk in hoeverre deze daling van het aantal aanvragen zich vertaalt in een verdere instroomdaling. Omdat de eerste kwartaalcijfers 2003 in feite de eerste cijfers zijn uit het Poortwachter-tijdperk moet de nodige voorzichtigheid in acht worden genomen. In deze beginfase kan nog sprake zijn van enige vertraging in de verwerking van aanvragen.
Het volledige verslag over het eerste kwartaal 2003 voorzien van mijn oordeel, heb ik overigens op 19 juni 2003 aan de Kamer gezonden (kenmerk: W&I/2003/45804).

Vraag 5
Kunt u een verklaring geven waarom de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen, zoals verwoord in het Jaarverslag 2002, haaks staan op de uitspraak van mevr. Dümig in genoemd interview dat het UWV de achterstanden in de herkeuringen heeft weggewerkt?

Antwoord 5
Navraag bij het UWV leert dat deze publicatie berust op een misverstand. De omvang van de werkvoorraad bij de einde-wachttijdbeoordelingen per eind 2002 voldoet aan de daarvoor gestelde norm. Het UWV kent voor 2003 een soortgelijke taakstelling voor de wettelijke herbeoordelingen.