Partij van de Arbeid

Den Haag, 23 juni 2003

Vragen van de leden Bussemaker en Koenders (PvdA) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Buitenlandse Zaken

1.

Herinnert U zich onze eerdere vragen en Uw antwoorden over de VN-Conventie voor Arbeidmigranten?

2.

Kunt U bevestigen dat hoofdstuk III van de Conventie universele mensenrechten betreft, zoals het recht op leven, het recht op gedachte-, godsdienst- en gewetensvrijheid, die ook al in andere door Nederland geratificeerde conventies zijn opgenomen, zoals de European Covention on Civil and Political Rights and the European Convention on the Rights of Migrant Workers?

3.

Bent U het ermee eens dat voor deze onderdelen het niet van belang is of er sprake is van legale of illegale migranten, omdat deze rechten alle migrerende werknemers treffen?

4.

Kunt U precies aangeven waarom ratificatie van de Conventie strijdig zou zijn met de Koppelingswet? Kunt U daarbij ingaan op artikel 27 van de Conventie, waarin wordt gesteld dat werknemers recht hebben op sociale zekerheid in het werkland, 'insofar they fulfil the requirements provided for by the applicable legislation of the State and the applicable bilateral and multilateral treaties'?

5.

Bent U het met ons eens dat hieruit volgt dat, wil een migrerende werknemer een beroep doen op de sociale zekerheid, hij aan alle voorwaarden moet voldoen van de Nederlandse wet- en regelgeving, en dat de Koppelingswet dus geen belemmering betekent voor ondertekening van de Conventie?

6.

Bent U ervan op de hoogte dat verschillende staten de Conventie hebben ondertekend met reserveringen, zodat Nederland ook zou kunnen tekenen met het maken van een reservering op artikelen?


---


---

606, 23 december 2002


---
Tweede Kamer der Staten-Generaal www.tweedekamer.nl

Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.