Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
d.d. 17 april 2003 W&I/IBA/03/33131
nr. 2020310380
Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden Bussemaker, 23 juni 2003
Douma en Smeets
./. Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, de antwoorden op de vragen
van de leden Bussemaker, Douma en Smeets (allen PvdA) over de Zzp-er als ondernemer.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
2020310380
Vragen van de leden Bussemaker, Douma en Smeets (allen PvdA) aan de minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën over de Zzp-er als ondernemer.
(Ingezonden 16 april 2003)
---
Kent u het artikel "Zzp-er als ondernemer" in de rubriek "De Financiële consument" uit De
Telegraaf d.d. 12 april jl.?
Antwoord op vraag 1.
Ja.
---
Wat is uw mening over de conclusie van dit artikel, namelijk dat de wetgever definitief moet
regelen dat tijdens de looptijd van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) de Belastingdienst en
uitvoeringsorganisatie werknemersverzekeringen (UWV) niet op hun beslissing kunnen
terugkomen?
---
Hoe verloopt de voortgang over de toegezegde nieuwe beleidsregels met betrekking tot de VAR
tussen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de UWV, de werkgeversorganisaties,
de Belastingdienst en andere betrokken partijen?
Antwoorden op de vragen 2 en 3.
Op 29 januari jl. heb ik met de vertegenwoordigers van diverse organisaties van zelfstandigen en
van werknemers- en ondernemersorganisaties overlegd over de beleidsregels van de
Belastingdienst en het UWV. Aan de hand van de uitkomsten van dit overleg hebben de
Belastingdienst en het UWV voorstellen gedaan voor een aanpassing van het beleidsbesluit. Op 27
maart jl. zijn deze aanpassingen besproken met vertegenwoordigers van bovengenoemde
organisaties. Zij hebben daarop tot 17 april jl. de tijd gekregen om commentaar te geven op het
aangepaste besluit.
De algemene conclusie van de vertegenwoordigers was dat het besluit na de aanpassingen nog
steeds onvoldoende duidelijkheid biedt over de juridische status van de arbeidsrelaties van zzp-ers
en hun opdrachtgevers. Ik heb vastgesteld dat binnen de bestaande wettelijke kaders niet aan de
bezwaren kan worden tegemoet gekomen.
Naar aanleiding van de commentaren van de diverse belangenorganisaties onderzoeken de
staatssecretaris van Financiën en ik thans de mogelijkheid hoe vooraf meer duidelijkheid gegeven
kan worden over de status van de relatie tussen een opdrachtgever en een opdrachtnemer. Een
wijziging van de wet lijkt daarbij geboden. Het is mijn bedoeling om de bovengenoemde
organisaties bij het onderzoek naar zo'n aanpassing te betrekken. Ik verwacht dat ik u vóór 1
oktober as. over de uitkomsten van dit onderzoek kan informeren.
---
Echter de aanpassingen van het beleidsbesluit, die mede zijn aangedragen door de
zelfstandigenorganisaties, leiden mijns inziens op onderdelen tot verbetering. Daarom zullen het
UWV en de Belastingdienst, vooruitlopend op de uitkomst van het bovengenoemde onderzoek,
het aangepaste beleidsbesluit binnenkort publiceren.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid