De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVA. 2003/1863
datum
23-06-2003
onderwerp
Herbevolking AI
TRC 2003/3978
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de brief inzake korte termijn herbevolking en
vrijgave van gebieden toekomen.
Herbevolking
Nu er sinds begin mei geen nieuwe uitbraken van vogelpest zijn
bijgekomen, is het gerechtvaardigd om toe te werken naar het opnieuw
bevolken van de lege pluimveestallen in de B/T-gebieden. Echter, zoals
ik u in mijn brief van 3 juni jl. heb gemeld, kan de herbevolking pas
verantwoord plaatsvinden als op de besmette bedrijven zeker is gesteld
dat het virus volledig is verdwenen. Gezien de consequenties van een
hernieuwde uitbraak is door het bedrijfsleven en mijn departement in
goede samenwerking hard gewerkt aan een plan van aanpak, om de laatste
fase tot en met vrijgave van de gebieden met voldoende garanties te
omgeven. Dit plan van aanpak wordt op dit moment in technische zin
verder uitgewerkt, zodat zo snel mogelijk begonnen kan worden met het
vrijgeven van gebieden en het herbevolken van de stallen.
datum
23-06-2003
kenmerk
VVA. 2003/1863
bijlage
Europese Commissie
Na deze uitzonderlijke dierziekte-uitbraak is het van belang zo snel
mogelijk, maar met zo veel mogelijk garanties en zo min mogelijk
risico de toekomstige herstart van bedrijven vorm te geven. Dit besef
leeft ook bij de Europese Commissie, die om die reden een aparte
beschikking heeft vastgesteld over herbevolking en vrijgave van de
B/T-gebieden. Op basis van deze beschikking zal een controle op de
besmette bedrijven worden uitgevoerd met sentineldieren. Deze controle
met voor het AI-virus gevoelige dieren dient om eventueel aanwezig
virus nog op te sporen.
Deze maatregelen vormen ook een belangrijk onderdeel van het plan van
aanpak voor de herbevolking, dat in samenwerking met het bedrijfsleven
is opgesteld.
Sentinels
Het inzetten van sentineldieren is zoals gezegd een essentiële
voorwaarde voor herbevolking en om de B/T-gebieden te kunnen
vrijgeven. Het opgestelde plan van aanpak herbevolking wordt op dit
moment in samenwerking met het bedrijfsleven uitgewerkt. Binnenkort
zullen besmette bedrijven hierover een brief ontvangen. Het inzetten
van sentinels is mogelijk, nadat de mest op een bedrijf is afgevoerd
en de definitieve reiniging en ontsmetting is afgerond. De
sentineldieren worden vooraf onderzocht op het ontbreken van het
vogelpestvirus en na plaatsing zullen deze dieren wekelijks een
klinische controle ondergaan door de eigen practicus. De dieren zullen
21 dagen na opleg worden getest, om na te gaan of eventueel een
herbesmetting met vogelpest is opgetreden. Bij dieren die dood gaan
tijdens de sentinelperiode zal sectie uit moeten wijzen of van
vogelpest wel of geen sprake is.
Vrijgave B/T-gebieden
Bij het goed uitvoeren van de reiniging en ontsmetting op de besmette
bedrijven acht ik het risico van een herbesmetting zeer klein. Toch
kan ik het opnieuw optreden van een nieuwe infectie niet uitsluiten,
vandaar de sentinelprocedure. Om deze reden zal de herstart van
bedrijven in de B/T-gebieden dan ook pas aan de orde zijn, nadat het
betreffende gebied is vrijgegeven. Wanneer namelijk op enig moment een
besmet bedrijf tijdens de sentinelfase opnieuw besmet blijkt te zijn,
worden de maatregelen genoemd in de EU-richtlijn van kracht. Is er in
het betreffende gebied al herbevolkt, dan is de kans op verspreiding
van het virus veel groter en zullen er opnieuw veel dieren zijn die
geruimd moeten worden, hetzij preventief, hetzij vanuit
welzijnsoverwegingen. De meeste bedrijven zijn nu leeg en vormen
daarmee geen veterinair risico.
Omdat de herstart van alle lege bedrijven in een gebied afhankelijk is
van de positieve afloop van de sentinelprocedure, concentreer ik mij
in eerste instantie op de bedrijven in de gebieden, die het snelst
vrij te geven zijn. Dat zijn de gebieden waar maar één of enkele
uitbraken zijn geconstateerd. Op die manier kan in die gebieden eerder
worden begonnen met herbevolking en vrijgave van het betreffende
B/T-gebied, zodat bedrijven daar hun normale bedrijfsvoering weer op
kunnen pakken.
Vrijgave van de gebieden is pas aan de orde als van alle besmette
bedrijven, dus ook de besmette bedrijven die hebben aangegeven met hun
bedrijfsvoering te willen stoppen, binnen een gebied de mest is
afgevoerd en de definitieve reiniging en ontsmetting is uitgevoerd,
als de sentinelfase met goed gevolg voor alle deelnemende bedrijven is
afgerond en de definitieve eindscreening van bedrijven waar nog
pluimvee aanwezig is, in het betreffende gebied is uitgevoerd. Pas als
aan deze voorwaarden is voldaan, zal ik overgaan tot het intrekken van
de maatregelen in een gebied, waarna de herstart van alle bedrijven
plaats kan vinden. Dit betekent wel dat de herstart van bedrijven in
de B/T-gebieden afhankelijk is van het bedrijf dat als laatste voldoet
aan de verschillende voorwaarden.
Voor mij is van groot belang, dat de Nederlandse pluimveebedrijven na
deze uitbraak met zo min mogelijk risico zo snel mogelijk verantwoord
weer aan de slag kunnen en op verantwoorde wijze uitvoering kunnen
geven aan hun toekomstplannen.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
---
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij