Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
- Directie Westelijk Halfrond
Afdeling Midden Amerika en
Caraibisch gebied
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
- 23 juni 2003
Behandeld
- Karin Boven
Kenmerk
- DWH/MC- 238/03
Telefoon
- 070-3485696
Blad
- 1/4
Fax
- 070-3485748
Bijlage(n)
- E-Mail
- karin.boven@minbuza.nl
Betreft
- Beantwoording vragen van het lid Tjon A Ten over ontwikkelingssamenwerking op gemeentelijk niveau
---
Graag - bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - - het lid Tjon A Ten over ontwikkelingssamenwerking op gemeentelijk niveau- . Deze vragen werden ingezonden op - 5 juni 2003 met kenmerk - 2020312510.
- De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
- A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Tjon A Ten (PvdA) over ontwikkelingssamenwerking op gemeentelijk niveau
Vraag 1 -
Heeft u kennisgenomen van het artikel "Samenwerking werpt sneller vruchten af"?1)Zo ja, kunt u de uitspraak van de consul-generaal van Suriname, de heer E. Braafheid, dat ontwikkelingssamenwerking op gemeentelijk niveau sneller tot resultaten leidt, verklaren vanuit de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie die Nederland op bilateraal niveau met Suriname heeft?
Antwoord -
De uitspraak van de heer E. Braafheid valt te deels te verklaren uit het feit dat in de samenwerkingsrelatie tussen Suriname en de Nederlandse gemeenten voornamelijk op basis van kleinschalige projecten wordt gewerkt. Het gaat in deze projecten hoofdzakelijk om het verlenen van technische bijstand. Projecten hebben als voordeel dat ze snel geschreven en uitgevoerd kunnen worden.
Binnen de bilaterale ontwikkelingsrelatie tussen Nederland en Suriname hebben de Surinaamse minister van Planning en Ontwikkelingssamenwerking en zijn Nederlandse ambtsgenoot in 2001 gekozen voor een programmatische aanpak; de sectorale benadering. Dit houdt in dat er op basis van meerjarige sectorbeleidsplannen, opgesteld na een gedegen analyse van de zes door Suriname gekozen sectoren, afspraken over de inzet van de verdragsmiddelen kunnen worden gemaakt. Dit proces vergt tijd, net als in elk
ander land waarmee Nederland een bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsrelatie heeft. Suriname heeft te kennen gegeven te hechten aan snel zichtbare resultaten. Naast het proces van de sectorale benadering is derhalve gekozen voor het opstarten van een aantal prioritaire projecten, die gefinancierd worden uit het Startfonds.
Tenslotte wijs ik op het verschil in schaal met de gemeentelijke samenwerking: deze heeft een beperkte omvang (uitgaven van enkele honderdduizenden Euro's per jaar), terwijl in de bilaterale samenwerking jaarlijks enkele tientallen miljoenen Euro's worden uitgegeven.
Vraag 2 -
Heeft u zicht op de op gemeentelijk niveau uitgevoerde activiteiten in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Suriname? Zo ja, vindt er afstemming en overleg plaats over deze activiteiten tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en de gemeenten Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)? Zo neen, acht u het wenselijk dat er afstemming en overleg plaatsvindt over deze activiteiten tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en de hierboven
genoemde gemeenten? Zo ja, binnen welke termijn bent u van plan hieraan uitvoering te geven?
Antwoord
Ja. Buitenlandse Zaken participeert twee maal per jaar in de overlegstructuur (het Suriname Platform) die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is ingesteld. Hier vindt uitwisseling van informatie plaats; in het geval meer informatie gewenst is van individuele gemeenten voorziet Buitenlandse Zaken in de behoefte daartoe. Tevens is er overleg met ieder van de drie grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) in verband met hun samenwerking met Suriname.
Afstemming vindt op verschillende wijzen plaats: gemeenten worden op de hoogte gesteld van de afspraken rond de sectorale benadering en de globale voortgang in de afzonderlijke sectoren; gemeentelijke missies gaan in beginsel langs bij de Nederlandse Ambassade te Paramaribo; met de gemeenten is afgesproken dat zij in de selectie van projecten binnen de zes door Suriname gekozen sectoren, aansluiting proberen te zoeken bij de beleidskaders van deze sectoren.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken