CBS

Consumentenvertrouwen onveranderd laag

Het consumentenvertrouwen ligt, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in juni ongeveer op hetzelfde niveau als in mei. De vertrouwensindex is uitgekomen op -36. Het vertrouwen is per saldo al zes maanden op rij vrijwel stabiel op een zeer laag niveau. Tegenover een geleidelijke verbetering van het oordeel over het economisch klimaat staat een vergelijkbare daling van de koopbereidheid. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuuronderzoek van het CBS.

Consument negatiever over eigen financiële toekomst De koopbereidheid in juni is per saldo nauwelijks veranderd ten opzichte van mei en komt, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, uit op -23. Sinds 1985 was de koopbereidheid van de consument niet meer zo laag. De koopbereidheid is één van de twee onderdelen waaruit de index van het consumentenvertrouwen is samengesteld. De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden en het doen van grote aankopen. Het oordeel over de financiële situatie in de afgelopen twaalf maanden en de bereidheid tot het doen van grote aankopen zijn in juni gelijk gebleven ten opzichte van mei. De consumenten zijn wel negatiever geworden over de verwachte financiële situatie in de komende twaalf maanden. Dit past in het beeld van het afgelopen half jaar waarin de toekomstverwachting schommelde rond een stabiel niveau. Het oordeel van de consumenten daalt nu 6 punten en is op het laagste niveau sinds april 1985 aangekomen.

Pessimisme over economie houdt aan
Ook de mening over het economisch klimaat, het andere onderdeel van het consumentenvertrouwen, is nauwelijks veranderd ten opzichte van mei. Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden komt het oordeel over het economisch klimaat uit op -57, ver onder het gemiddelde van -7 van de afgelopen tien jaar. Wel is de verwachting voor de komende twaalf maanden opnieuw iets verbeterd. Sinds een dieptepunt in maart is deze deelindicator met 14 punten gestegen.

Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economisch klimaat en over de eigen financiële situatie. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend huishoudens. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens. De geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten. Naast het CBS, stelt ook de Europese Commissie (EC) voor Nederland een indicator van het consumentenvertrouwen samen. De EC hanteert daarbij echter deels andere vragen dan het CBS. In de EC-berekening ligt de nadruk geheel op de verwachtingen voor de toekomst, waar in de indicator van het CBS ook de feitelijke situatie van de consument wordt meegenomen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB03-118
25 juni 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht