HBO-Raad


verschenen op: 24-06-2003

Visitatie van de opleidingen Technische Bedrijfskunde in het hbo

Balanceren tussen techniek en bedrijfskunde

De kwaliteit van de hbo-opleidingen die deel uitmaken van het domein Technische Bedrijfskunde is onlangs in kaart gebracht. Het betreft 16 opleidingen Technische Bedrijfskunde (TBK) en twee opleidingen Bedrijfskader. Voorts omvat het domein twee unieke opleidingen: de opleiding Technisch Commerciële Confectiekunde en de opleiding Technisch Commerciële Textielkunde. De visitatiecommissie die het onderzoek heeft uitgevoerd, constateert dat de opleidingen een vernieuwingsslag maken en daarbij gebruik maken van landelijke afspraken. De beoogde standaardisatie en onderlinge vergelijkbaarheid van de TBK-opleidingen komt duidelijk op gang.

Ook maakt het merendeel van de opleidingen de omslag naar competentiegericht onderwijs om de beroepsgerichtheid van het onderwijs te versterken. Wel doen zich in dit opzicht belangrijke verschillen tussen de opleidingen voor. De inhoudelijke invulling van de onderwijsprogrammas is divers. Bovendien valt op dat techniek vaak meer aandacht behoeft in de programmas. Internationalisering heeft de aandacht van veel opleidingen, maar heeft in de praktijk nog onvoldoende gestalte gekregen. De opleidingen hanteren veelal afwisselende en actieve werkvormen. Positief is ook dat afgestudeerden voldoende zijn toegerust om adequaat in het werkveld te kunnen functioneren. Zowel vertegenwoordigers van het werkveld als de afgestudeerden zijn tevreden over de verworven kwalificaties en signaleren geen ernstige lacunes. De commissie constateert dat de kwaliteit van het afstudeerwerk van studenten doorgaans voldoende is. Opvallend is dat de kwaliteit van de afstudeerverslagen van de deeltijdopleidingen gemiddeld minder is dan die van de voltijdopleidingen. De meerderheid van de opleidingen voldoet in voldoende mate aan het hbo-niveau, maar ook hier geldt dat de deeltijdopleidingen minder goed zijn beoordeeld.

Een aanzienlijk deel van de opleidingen is niet in staat aanvaardbare studierendementen te realiseren en ze onderzoeken niet afdoende wat de oorzaken daarvan zijn. Verder valt op dat er de afgelopen jaren vele managementwisselingen en reorganisaties hebben plaatsgevonden waardoor de continuïteit van de aansturing niet zelden in het geding is. Ook beschikken veel opleidingen niet over een adequaat personeelsbeleid. Met name het ontbreken van scholingsplannen voor docenten is de commissie in dit verband opgevallen.

Bovenstaande bevindingen zijn vastgelegd in het visitatierapport Balanceren tussen Techniek en Bedrijfskunde. De voorzitter van de visitatiecommissie, de heer prof. dr. A.R. van Goor, overhandigt het rapport op 24 juni aan de voorzitter van de HBO-raad, de heer prof. dr. F. Leijnse.

De visitatiecommissie was als volgt samengesteld: Voorzitter van de commissie:

- De heer prof. dr. A.R. van Goor
Leden van de visitatiecommissie:

- De heer prof. dr. A. van Harten (tevens vice-voorzitter)
- De heer dr. J.A. Keizer (tevens vice-voorzitter)
- De heer dr. F.M. van Eijnatten

- De heer J. Elzinga

- De heer ing. H.J. Meijer BA

- Mevrouw drs. E.J.P.J. Mutsaers

- Mevrouw drs. M.E.J. Rikhof - Van Eijk

- Mevrouw drs. N.J. Smit

- De heer drs. A.C. Wendrich
Studentleden van de visitatiecommissie:

- Mevrouw K.K. Beijk

- Mevrouw C. van Boxtel

- Mevrouw S. Wenting

De commissie is bijgestaan door de volgende adviseurs:
- De heer E.J. Berenpas (adviseur voor de opleiding Technisch Commerciële Textielkunde)

- Mevrouw A. Ras (adviseur voor de opleiding Technisch Commerciële Confectiekunde)