Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuk, 24-06-2003

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=19891


Definitief besluit IJsselmeerziekenhuizen

Via deze brief stelt de minister de Kamer op de hoogte van het definitieve plan van aanpak IJsselmeerziekenhuizen en zijn standpunt.

Definitief besluit IJsselmeerziekenhuizen
1.
Definitief besluit IJsselmeerziekenhuizen
Kamerstuk, 24-6-2003

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Postbus 20350
2500 EJ DEN HAAG
Telefoon (070) 340 79 11
Fax (070) 340 78 34
Bezoekadres:
Parnassusplein 5
2511 VX DEN HAAG
Correspondentie uitsluitend
richten aan het postadres
met vermelding van de
datum en het kenmerk van
deze brief
Internetadres:
www.minvws.nl
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag CZ/IZ-2389215 24 juni 2003
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief
Definitief besluit IJsselmeerziekenhuizen

---

Zoals mijn voorganger u in het Algemeen Overleg van 22 mei jl. heeft toegezegd, stel ik u hierbij op de hoogte van het definitieve plan van aanpak IJsselmeerziekenhuizen en mijn standpunt hierop. De brief die ik van de Raad van Bestuur terzake ontving voeg ik bij. Tijdens dat overleg op 22 mei jl. en in een brief aan de Raad van Toezicht, waarvan u een kopie ontving, gaf mijn voorganger aan te verwachten dat de Raad van Toezicht bij zijn besluit rekening houdt met de kwaliteitseisen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de toekomstige exploiteerbaarheid van de IJsselmeerziekenhuizen. Definitief besluit Raad van Toezicht
Op 22 april jl. stemde de Raad van Toezicht in met het besluit van de Raad van Bestuur over de hoofdlijnen van de verdeling van de medische functies over de beide locaties. Het plan van aanpak is gebaseerd op het uitgangspunt van één basisziekenhuis op twee locaties en een daarmee verbonden differentiatie van medische functies. De medisch specialistische zorg in poliklinische- en dagbehandeling vindt plaats op beide locaties, met een nadruk in Lelystad op acute en intensieve zorg en in Emmeloord op planbare zorg. In Emmeloord vindt de klinische concentratie plaats van orthopedie, KNO en oogheelkunde. Het streven blijft om op termijn vier basisvakken (chirurgie, interne geneeskunde, kindergeneeskunde en gynaecologie/ verloskunde) klinisch weer op twee locaties aan te bieden. De Raad van Bestuur acht dit mogelijk als aan een aantal voorwaarden, die betrekking hebben op het voldoen aan de kwaliteitseisen gesteld door de beroepsverenigingen en de Inspectie en de eisen die voortkomen uit de financierbaarheid, is voldaan.
Vervolgens zijn twee werkgroepen verzocht een verdere invulling te geven aan de acute zorg en de geboortezorg (kindergeneeskunde en gynaecologie/verloskunde). De werkgroepen zijn daartoe breed samengesteld. Stakeholders (gemeenten, provincie, verzekeraars, huisartsen, cliëntenraad, platform) en deskundigen op de betrokken werkgebieden hebben daaraan deelgenomen. De werkgroepen kregen een breed mandaat en hebben inmiddels hun onderzoek afgerond. De bevindingen van deze werkgroepen zijn meegenomen in de afronding van de besluitvorming van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht.
In aanvulling op het oorspronkelijke plan van aanpak (de basisoplossing) heeft de Raad van Bestuur de bereidheid aangegeven om de acute opvang (ACOP) in Emmeloord 7x24 uur open te houden en twee postoperatieve bewakingsbedden beschikbaar te stellen als dit kwalitatief en financieel haalbaar zal blijken te zijn. Er is voor deze extra inspanningen, die naar schatting 0,4 miljoen euro kosten, geen financiële dekking in het huidige ziekenhuisbudget. Op advies van de werkgroep Bereikbaarheid en Beschikbaarheid Acute Zorg wordt de locatie Emmeloord mede ter beschikking gesteld voor het inrichten van een huisartsenpost om de nauwe samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuis te bevorderen. Dit veroorzaakt geen extra kosten.
Daarnaast worden door de werkgroep drie aanvullende voorzieningen voorgesteld in Emmeloord. Deze aanvullende voorzieningen verhogen de meerkosten tot circa 1 miljoen euro per jaar.
1. bereikbaarheid van basale diagnostische faciliteiten;
2. verpleegkundige ondersteuning;
3. bereikbaarheid van anesthesisten.
Vooralsnog zal sprake zijn van een proefperiode voor de aanvulling met 7x24 uur ACOP en de twee bewakingsbedden, tenminste als de financiering beschikbaar komt. In beginsel gaat de Raad van Bestuur hierbij uit van een periode van twee jaar, tenzij de ontwikkelingen tot eerdere conclusies leiden. De Raad van Bestuur verzoekt de provincie Flevoland in overleg met de gemeenten aan te geven in hoeverre het ziekenhuis op een financiële bijdrage kan rekenen.
Op advies van de werkgroep Geboortezorg wordt de huidige afdeling klinische kindergeneeskunde in Emmeloord gesloten. Om redenen van kwaliteit en financierbaarheid kan nu geen sprake zijn van een terugkeer van de klinische gynaecologie/verloskunde naar Emmeloord. Als op termijn aan de voorwaarden voor kwaliteit en financierbaarheid voldaan wordt, kunnen voorbereidingen voor deconcentratie getroffen worden. De Raad van Toezicht heeft op 10 juni 2003 met deze aanpak ingestemd.
Analyse
Allereerst wil ik ingaan op mijn verantwoordelijkheid als minister. Als systeemverantwoordelijke heb ik de plicht de ziekenhuiszorg zodanig in te richten dat partijen hun eigen verantwoordelijkheden waar kunnen maken binnen door de overheid gestelde randvoorwaarden. De hieruit resulterende zorg moet ten eerste van goede kwaliteit zijn. De geleverde zorg mag geen risico voor de volksgezondheid betekenen. De Inspectie ziet hierop toe. Daarnaast moet de geleverde zorg betaalbaar zijn. Betaalbaarheid wil zeggen een redelijke prijs-kwaliteitverhouding, een beheerste premieontwikkeling en beheersing van de kosten. Ten slotte moet de resulterende zorg ook toegankelijk zijn. De zorg moet zowel beschikbaar als bereikbaar zijn.
Het definitieve besluit van de Raad van Toezicht om functies anders over de twee locaties te verdelen heeft gevolgen voor de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid. De uitvoering van het plan van aanpak is noodzakelijk om goede kwaliteit van zorg te blijven leveren. De Inspectie heeft in haar brief van 1 april 2003 aan de Raad van Bestuur aangegeven dat de afgelopen jaren steeds weer is gebleken "dat het niet mogelijk is om de vier basisspecialismen op een verantwoorde manier op beide locaties te handhaven. De afdeling kindergeneeskunde is bij herhaling gesloten geweest vanwege onvoldoende specialistische invulling. De huidige situatie met één kinderarts en een waarnemer wordt door de Inspectie geaccepteerd als noodvoorziening in afwachting van de besluitvorming over de definitieve invulling van de beide locaties. Een kwalitatief verantwoorde snelle spreiding van alle basisvakken over de beide locaties lijkt in de huidige situatie dan ook een niet realistische optie," aldus de Inspectie.
De opstelling van de Inspectie ten aanzien van de klinische gynaecologie bevestigt het standpunt in de brief van 10 oktober 2002 waarin de minister van VWS aangeeft dat de al sinds 2001 bestaande concentratie van de klinische gynaecologie in Lelystad uit het oogpunt van kwaliteit vooralsnog moet worden gecontinueerd. In genoemde brief is voorts aangegeven dat de klinische gynaecologie op termijn weer moet terugkomen. Daarvoor heeft de Raad van Bestuur inmiddels de voorwaarden geformuleerd.

In de brief van 10 oktober heeft de minister van VWS verder aangegeven het niet onmogelijk te achten dat de klinische kindergeneeskunde in Emmeloord gehandhaafd blijft dankzij een extra inspanning van het ziekenhuis en de verzekeraar. Gegeven de brief van de Inspectie van 1 april 2003 aan de Raad van Bestuur heb ik de Inspectie expliciet gevraagd naar de houdbaarheid van het standpunt dat de kindergeneeskunde in Emmeloord gehandhaafd zou kunnen blijven. De Inspectie heeft desgevraagd aangegeven het kwalitatief niet verantwoord te vinden om de klinische kindergeneeskunde op de locatie Emmeloord te handhaven. Sterker, de Inspectie acht een hernieuwd ingrijpen in dat geval niet onwaarschijnlijk, omdat de bestaande noodvoorziening geen acceptabele oplossing voor de langere termijn is. Ten aanzien van de acute zorg heeft de Inspectie aangegeven dat het huidige voorstel van de Raad van Toezicht om de ACOP uit te breiden naar 7x24 uur voldoet, mits aan een aantal nadrukkelijke voorwaarden wordt voldaan. Het betreft de permanente aanwezigheid van een arts bij de acute zorg (dit is thans in Emmeloord niet het geval) en de eis van bekwaamheid van het personeel ingeval van handhaving van bedden voor postoperatieve calamiteiten. De Raad van Bestuur heeft dit meegenomen in de aanvulling op het oorspronkelijke plan van aanpak.
Ook om de zorg van de IJsselmeerziekenhuizen betaalbaar te laten blijven is het plan van aanpak van de Raad van Bestuur noodzakelijk. De zorgverzekeraar heeft aangegeven de basisoplossing kwalitatief voldoende te vinden en geen extra voorzieningen in stand te willen houden. Invoering van het plan van aanpak betekent toch al een plus voor de zorgverzekeraar ten opzichte van het gemiddelde. Deconcentratie van de vier basisvakken en een SEH in Emmeloord zou betekenen dat de kosten structureel 5 miljoen euro per jaar hoger zullen zijn dan begroot in het plan van aanpak. De zorgverzekeraar heeft aangegeven deze meerkosten niet te kunnen dragen.
Ten slotte heeft het besluit van de Raad van Toezicht gevolgen voor de toegankelijkheid. De bereikbaarheid van de poliklinische zorg en dagbehandeling zal gehandhaafd worden, immers deze zorg zal voor alle specialismen op beide locaties beschikbaar zijn. Echter voor de klinische kindergeneeskunde en voor de complexe acute zorg zullen patiënten uit de omgeving van Emmeloord naar Lelystad moeten reizen. Het gaat naar schatting van de werkgroep Geboortezorg om gemiddeld bijna drie opnames van kinderen per week waarvan het merendeel niet spoedeisend is. Daarnaast schat de Raad van Bestuur dat circa tien patiënten per week voor complexe acute zorg vanuit de omgeving van Emmeloord naar Lelystad zullen moeten worden vervoerd. Sinds de gynaecologie geconcentreerd is in Lelystad worden, me- de doordat huisartsen en verloskundigen barenden vervroegd naar het ziekenhuis verwijzen, volgens de Raad van Bestuur ongeveer tien patiënten per jaar voor de zeer acute verloskunde vanuit de Noordoostpolder naar Lelystad gestuurd. Volgens de Inspectie heeft dit sinds de concentratie van gynaecologie in 2001 niet geleid tot meldingen. Overigens is er ook sprake van tegengesteld verkeer. De patiënten voor klinische orthopedie, KNO en oogheelkunde moeten immers vanuit Lelystad naar Emmeloord reizen.

Vervolgstappen
Voor de uitvoering van het oorspronkelijke plan aangevuld met de ACOP en de twee postoperatieve bewakingsbedden is naar schatting 0,4 miljoen euro nodig. Het ziekenhuis heeft aangegeven hiervoor geen dekking te hebben in het ziekenhuisbudget. Ook de zorgverzekeraar heeft aangegeven dat - mede gelet op de hoge kosten voor de zorg in de regio - de basisoplossing kwalitatief al voldoende te vinden en geen extra voorzieningen in stand te willen houden. De provincie Flevoland heeft aangegeven in totaal incidenteel 1 miljoen euro voor het vormgeven van de acute zorg te willen bijdragen. Dit zou een structureel effect moeten sorteren. Men heeft hiervoor om medefinanciering van het Rijk gevraagd. Het is evenwel onmogelijk om verzekerde zorg uit de begroting van VWS te financieren. Verzekerde zorg dient door de verzekeraar uit premiemiddelen gefinancierd te worden. Ik kan echter wel in het kader van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) een bijdrage leveren aan investeringen in de infrastructuur, bijv. ten behoeve van een extra polikliniek. Ik ben hiertoe bereid in de verwachting dat dit voor de provincie betekent dat die de toegezegde bijdrage ook zal leveren. In dat geval zal de uitbreiding van de ACOP-voorziening tot 7x24 uur en de twee post-operatieve bewakingsbedden gedurende twee jaar gerealiseerd kunnen worden. In die periode zullen de IJsselmeerziekenhuizen aan hun herstel kunnen werken.

Conclusie
Gezien het voorgaande ben ik van mening dat het definitieve besluit van de Raad van Toezicht te billijken is. Ik zou het onverantwoord gevonden hebben als de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht een besluit zouden hebben genomen dat ingaat tegen het advies van de Inspectie. Daarnaast constateer ik dat volledige deconcentratie een forse kostenstijging met zich mee zou brengen, terwijl de financiële positie van de IJsselmeerziekenhuizen precair is. De zorgverzekeraar zou buitenproportionele financiële inspanningen moeten leveren, ondanks het feit dat een betaalbaar alternatief voorhanden is. Ten slotte heb ik in mijn afweging betrokken het feit dat het besluitvormingsproces naar mijn mening zorgvuldig is geweest. Er is uitgebreid overleg geweest met de stakeholders. Er is veelvuldig gecommuniceerd over het plan van aanpak. Het plan van aanpak is aangepast om tegemoet te komen aan de maatschappelijke behoefte aan meer veiligheid voor patiënten uit de Noordoostpolder/ Urk.
Ik verwacht dat de Raad van Bestuur van de IJsselmeerziekenhuizen op korte termijn het definitieve besluit van de Raad van Toezicht implementeert. Ik ga er hierbij vanuit dat de nu ingeslagen weg wordt afgelegd en dat niet op korte termijn teruggekomen wordt op de genomen besluiten. Ik neem aan dat de Raad van Bestuur de genoemde proefperiode van twee jaar voor de extra voorzieningen in Emmeloord gebruikt om te bezien of de constructie daadwerkelijk functioneert. Het zelfstandig doorfunctioneren van de locatie Emmeloord, in welke vorm dan ook, acht ik haalbaar noch wenselijk. Ik verwacht dat de komende jaren de nadruk ligt op herstel en stabilisatie van de ziekenhuiszorg. Dit is noodzakelijk, zeker gezien ook de precaire financiële positie van het ziekenhuis op dit moment. De Raad van Bestuur geeft in de bijgevoegde brief aan dat er tot en met april - ondanks een stijgende productie - een negatief exploitatieresultaat behaald is en dat het ziekenhuis vrijwel niet meer over reserves beschikt. Als op termijn aan de voorwaarden voor kwaliteit en financierbaarheid voldaan wordt, verwacht ik dat voorbereidingen voor deconcentratie getroffen worden.

Los van dit specifieke geval wil ik aan de hand van het beleidsstandpunt dat ik momenteel voorbereid, graag meer fundamenteel met u van gedachten wisselen over de bereikbaarheid van de ziekenhuiszorg in het algemeen. Ik zal daarbij ook ingaan op de sturingsmogelijkheden die ik als minister heb en de mogelijke versterking daarvan.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst