Lijst Pim Fortuyn


ACTUEEL

Verslag PERSCONFERENTIE
Onderzoek beveiliging Fortuyn

Operatie Klare
Wijn 25 juni 2003

Gistermiddag (dinsdag 24 juni) stelde de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opnieuw het debat over de precieze conclusies en aanbevelingen van de Commissie Van den Haak uit, tot nader orde: waarschijnlijk tot de tweede week van september.

Voor de Lijst Pim Fortuyn was dit uitstel aanleiding voor het beleggen van een persconferentie waarin de LPF openheid van zaken gaf. Zowel de kritiek op het rapport over het onderzoek naar de beveiliging van Pim Fortuyn, als die op de gang van zaken binnen de Tweede Kamer, werden door Joost Eerdmans en Mat Herben uitgebreid toegelicht. De wederom ontgoochelde LPF-fractie is van mening dat nu het niveau van een schandaal is bereikt.

Voor ons is de maat vol. De haan heeft drie keer gekraaid en wij voelen ons genoodzaakt u openheid van zaken te geven over de gang van zaken in de Kamer:

De agendering van de moord op Fortuyn door de Tweede Kamer:

Hoofdlijnendebat op 19 december 2002. Op 17 december 2002 kwam het rapport van de Commissie Van den Haak uit, en al twee dagen later voor het kerstreces debatteerde de Kamer op hoofdlijnen over dit rapport. De voornaamste conclusie: Pim had beveiligd moeten worden, en de Kamer rekende dat vooral de BVD en toenmalig minister De Vries van BZK aan. De Kamer nam de conclusies van de onderzoekscommissie over, de regering slechts de aanbevelingen. De regering was van mening dat er wel een adequate dreigingsanalyse was gemaakt en vond niet dat de overheid had gefaald. Besloten werd toen om een nader debat over de conclusies te combineren met een nota van de regering, over de aanbevelingen van de onderzoekscommissie.

Nader debat op donderdag 3 april 2002: uitgesteld wegens de samenloop met het proces tegen Van der G. Vreemd genoeg konden we in december 2002 nog wel debatteren, ondanks het feit dat het proces toen ook al liep.

De vaste commissie was van oordeel dat het debat dan zou moeten plaatsvinden in de derde week van mei want dan weten we zeker dat de nota van de regering beschikbaar zal zijn.

Debat op donderdag 22 mei: uitgesteld: De afhandeling moeten we overlaten aan het nieuwe kabinet. Maar dat er een nieuw kabinet zou komen wisten we op 3 april, toen we deze datum prikten, ook al. Het voorstel van de LPF om dan alleen te debatteren over de conclusies van Van den Haak werd afgewimpeld. Men wilde per se de nota over persoonsbeveiliging van de regering erbij hebben, en daarom werd veiligheidshalve een datum vlak voor zomerreces gekozen.

Debat op woensdag 25 juni: uitgesteld: De opgegeven reden was dit keer dat een aantal Kamerleden het document met de nota niet had kunnen openen. Het debat zou nu, tot nader orde, plaatsvinden na het zomerreces! Opmerkelijk genoeg is men er binnen de LPF wel in geslaagd het document direct na ontvangst te openen. Het is onbegrijpelijk dat aangaande een dergelijk belangwekkend document niet meteen vrijdagmiddag of maandagochtend aan de bel is getrokken door de commissieleden. Maandagmiddag (twee dagen voor het debat) liet de commissievoorzitter op aandringen nog weten dat afspraak afspraak is. Tevens ging er een convocatie uit. De vraag is nu wat er is gebeurd waardoor op dinsdagmiddag om 13.00 uur tot nieuw afstel werd besloten.

Conclusies:


1) onwil en/of gemakzucht hebben geleid tot het tot driemaal toe uitstellen van het debat;


2) drogredenen zijn aangevoerd om deze besluitvorming toe te dekken;


3) de Kamer schoffeert zichzelf en zet zich te kijk: het gaat hier niet alleen om het verzaken van de controletaak van de Kamer, maar ook om een rapport over een unieke en misschien wel de meest dramatische gebeurtenis in onze naoorlogse vaderlandse geschiedenis: de politieke moord op een zeer veelbelovende lijsttrekker die de politiek terug op de Nederlandse kaart had gezet. De herhaalde beslissing tot uitstel getuigt van respectloosheid jegens de 1,6 miljoen Fortuyn-stemmers die net als de LPF recht hebben op een bevredigende afsluiting van de noodlottige gebeurtenissen.


4) de LPF staat alleen in haar strijd om de waarheid op tafel te krijgen. Wij zullen NIET vergeten wat er is gebeurd in het voorjaar van 2002. Wij gaan de strijd voortzetten.

Kritiek op het rapport over de Beveiliging van Pim Fortuyn:


* Waarom is geen onderzoek gedaan naar het op 12 januari 2002 onderschepte telefoongesprek tussen twee dierenactivisten door de politie Zwolle? De feiten schreeuwen om verder onderzoek, want ligt hier een direct verband met de latere moordenaar van Fortuyn? De Commissie Van den Haak vond het onnodig om de zaak nader uit te zoeken.


* Waarom is niet precies uitgezocht of Fortuyn nu wel of niet is afgeluisterd? Fortuyn dacht van wel en er zijn bovendien aanwijzingen dat het wel gebeurd is: aannemer Van Maren in nacht 6 op 7 mei. De onderzoekscommissie concludeert dat ze het niet weet. Zij stelt dat telefoontaps alleen na ministeriële goedkeuring geplaatst kunnen worden. Dus geen goedkeuring: geen taps. Maar sinds de geruchtmakende Margarita-zaak weet iedereen in Nederland dat ministeriële toestemming niet noodzakelijk is voor de handel en wandel van de BVD. Dat Fortuyn wel degelijk kan zijn afgeluisterd, mag blijken uit een opmerking van minister De Vries in Buitenhof na de aanslagen van 11 september 2001 waarin De Vries vertelde dat de BVD scherp zal letten op personen die de vrede willen verstoren en een koude oorlog tegen de islam willen voeren. Op dat moment was er maar één persoon op wie deze opmerking zou kunnen slaan: professor Pim Fortuyn die in augustus publiekelijk kritiek had geuit op de grondbeginselen van de islam.


* Waarom werden diverse sleutelfiguren rond Fortuyn nooit door de Commissie Van den Haak gehoord?


- Het is onbegrijpelijk dat Feijenoord-voorzitter Jorien van den Herik niet in aanmerking kwam voor een uitnodiging door de Commissie. Op de ochtend van 6 mei 2002 ontmoetten Van den Herik en Fortuyn elkaar in de Kuip. Er vond een gesprek plaats. Van den Herik zegt hierover in een e-mail aan Joost Eerdmans:

Zonder twijfel mijnerzijds was in ieder geval duidelijk dat Pim Fortuyn zich zeer nadrukkelijk bedreigd voelde. Ook in gesprek(ken) met de politie van Rotterdam die hij op advies van autoriteiten over zijn veiligheid voerde (hij werd naar lokaal niveau terug verwezen) had hij geen enkele steun gevonden. In tegendeel, het gaf hem die ochtend nog meer aanleiding om de rol van de overheid op het gebied van zijn veiligheid te bekritiseren en deze in het licht van zijn verwachte stemmenwinst te betichten van boze en kwade opzet. Hij gaf vele vergelijkende nationale en internationale voorbeelden aan als bewijs van het onrecht dat hem bewust werd aangedaan.

En:

Ik ben van mening dat (..) de conclusies (..) niet getrokken zijn op een volledig totaalbeeld van de situatie rond Pim Fortuyn.

Journaliste Lang van de BBC heeft uit de mond van Pim Fortuyn zelf opgetekend, dat hij aan Wim Kok persoonlijk om beveiliging had gevraagd. Kok zou daarop gezegd hebben er geen geld voor uit te kunnen trekken. Van den Herik: Hij bekritiseerde in felle bewoordingen de rol van de toenmalige premier Kok die naar zijn mening ten onrechte zowel als regeringsleider maar ook persoonlijk had aangegeven daarvoor niet verantwoordelijk te zijn.


* De BVD-er die verantwoordelijk werd gesteld voor het maken van de door minister De Vries gevraagde dreigingsanalyse is niet door de commissie gehoord, omdat hij zich 5 maanden lang ziek meldde.


* Waarom concludeert de onderzoekscommissie dat de moord op Fortuyn niet voorkomen had kunnen worden? Nota bene moordenaar Volkert van der G. heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij de moord op Fortuyn niet zou hebben gepleegd, wanneer die beveiligd zou zijn geweest. (Oud-president Ronald Reagan en de paus overleefden in de vroege jaren 80 beide een aanslag op hun leven dankzij oplettende persoonsbeveiligers.)


* De commissie Van den Haak heeft de Tweede Kamer niet het rapport met onbetwistbare conclusies geboden die De Vries en Kok het parlement hadden toegezegd. Anders gezegd: de conclusies van het rapport-Van den Haak kunnen simpelweg niet door de beugel. Het rapport heeft vooralsnog meer weg van een doofpot dan van een gedegen onderzoek. Dit is Operatie-Vloerkleed en geen Operatie-Klaarheid. Maar hoe boller het tapijt, hoe moeilijker het lopen wordt. Dus aanvullend onderzoek is de enige oplossing.

Als de regering dat niet wil doen, zal de Kamer parlementair onderzoek moeten starten.
Als de Kamer dat niet doet, zal de LPF een zwartboek samenstellen en haar eigen onderzoek starten naar de missers en omissies van de Commissie Van den Haak.

Wij zijn hier overigens al mee begonnen.