Arrest Europese Hof over Arbowet
25 juni 2003
Bij brief van 5 juni 2003 heeft de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid mij
gevraagd welke acties ik ga ondernemen als gevolg van de uitspraak van het Europese Hof
over de Arbowet.
Het gaat om het arrest van het Europese Hof van 22 mei 2003 inzake de Nederlandse
implementatie van richtlijn 89/391/EEG, de Kaderrichtlijn veiligheid en gezondheid.
Het Hof heeft vastgesteld dat de Nederlandse wetgeving niet voldoet aan deze richtlijn,
omdat niet is voorgeschreven dat een werkgever voor de activiteiten op het gebied van de
bescherming tegen en preventie van beroepsrisico's in zijn bedrijf pas een beroep kan doen
op externe deskundigen, indien de mogelijkheden binnen het bedrijf onvoldoende zijn.
In concreto treft de uitspraak de keuzevrijheid die de Arbowet de werkgever laat tussen een
interne of een externe arbodienst.
Bij brief van 4 april 2003 (AVB/VBD/03 26932) heb ik u geïnformeerd over mijn
adviesaanvragen aan de SER en de RWI over de arbodienstverlening. In die adviesaanvraag
heb ik al aangekondigd dat ik bij een eventueel negatief arrest een nadere of aanvullende
adviesaanvraag zou doen uitgaan.
Nu het arrest is vastgesteld zal ik binnen enkele weken in een aanvulling op de
adviesaanvraag voorstellen formuleren voor de wijze waarop in de Arbowet gevolg kan
worden gegeven aan het arrest. Ik zal de Kamer daarover informeren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid