Politiebond ACP

Overleg Sociaal Statuut Nationale (en bovenregionale) Recherche mislukt

Na een aantal overlegronden tussen de politiebonden en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, vond vandaag 24 juni 2003 finaal overleg plaats. Daarbij stond als belangrijkste discussiepunt op de agenda de rechtspositionele gevolgen voor de medewerkers bij de recherche in Rotterdam-Rijnmond (RRD) die hun functie zien vervallen door de totstandkoming van de Nationale Recherche. Maximaal zou dit 70 mensen op een gevoelige manier kunnen treffen. Bijvoorbeeld het herplaatst worden op een functie met een salarisschaal van maximaal 2 niveaus lager. Bovendien zou iemand kunnen worden herplaatst op een locatie met veel hogere reiskosten. Voor beide situaties wilden de bonden een aanvaardbare oplossing realiseren. Op het eerste probleem wilden de bonden de garantie dat deze personeelsleden binnen een termijn van 12 maanden een functie krijgen aangeboden op hun huidige functieniveau. Voor het tweede probleem wilden de bonden dat de extra reiskosten zouden worden vergoed gedurende een aantal jaren.

Van de kant van de minister is het standpunt betrokken dat het hier om een zuivere korpsaangelegenheid gaat. Daarom wilde de minister deze niet betrekken bij de situatie van de andere (kern)korpsen. De politiebonden hebben dit een onbegrijpelijk en een quasi principieel standpunt genoemd. Het kan in de ogen van de politiebonden niet zo zijn dat de belangen van de collegas in Rotterdam-Rijnmond, omdat hun situatie anders is dan die in de andere korpsen, buiten spel worden gezet. Juist omdat hun situatie anders is en zij mogelijk zwaarder worden getroffen zijn extra waarborgen op hun plaats.

Voor de politievakorganisaties heeft van de aanvang af als uitgangspunt gegolden op een soepele manier tot de vorming van de Nationale Recherche te komen. Dat daarbij verschillen zouden worden geconstateerd in rechtspositie van de bij dit proces betrokken medewerkers, was op voorhand voor bonden en minister duidelijk.

De politievakorganisaties zijn echter niet bereid nu, in dit stadium, één groep die het ergst wordt getroffen, buiten spel te zetten.

Het niet bereiken van overeenstemming heeft tot gevolg dat aan medewerkers bij de recherche (inclusief kernteams en IFTs) op individuele titel zal worden gevraagd in te stemmen met detachering of verlenging van de huidige detachering. Iedereen moet zijn persoonlijke situatie en belang daarbij afwegen. Wij adviseren onze leden om daarbij in ieder geval ook de consequenties bij terugkeer in het eigen korps te betrekken.

De mogelijkheid voor korpsen om na 1 januari 2004 mensen te detacheren komt, door het ontbreken van de overeenstemming, te vervallen. Reeds lopende detacheringen kunnen wel worden uitgediend.