Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Mensenrechten en Vredesopbouw

Afdeling Mensenrechten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 26 juni 2003

Behandeld


- Karen Burbach


Kenmerk


- DMV/MR-202/03

Telefoon


- 070-3485313


Blad


- 1/4


Fax


- 070-3485049


Bijlage(n)


- E-Mail


- karen.burbach@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lidTerpstra (VVD) over het rapport 'A Failure of Accountability: Indigenous Peoples, Human Rights and Development Agency Standards'


- Zeer geachte Voorzitter,

Graag - bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Terpstra (VVD) over - het rapport 'A Failure of Accountability: Indigenous Peoples, Human Rights and Development Agency Standards', uitgebracht door het Forest Peoples Programme. Deze vragen werden ingezonden op - 6 juni jl. met kenmerk 2020312820.      -


- De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

                                                    Antwoord van mevrouw Van Ardenne- van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Terpstra (VVD) over het rapport 'A Failure of Accountability: Indigenous Peoples, Human Rights and Development Agency Standards'.


---

                                                    Vraag 1

                                                    Heeft u kennis genomen van het rapport 'A Failure of Accountability: Indigenous Peoples, Human Rights and Development Agency Standards' van het Forest Peoples Programme waarin onder andere forse kritiek wordt geleverd op het Nederlandse beleid ten aanzien van inheemse volkeren?

                                                    Antwoord   

                                                    Ja, ik heb kennis genomen van bovengenoemd rapport. Het Nederlandse beleid inzake inheemse volkeren wordt hierin onder andere geprezen om haar op mensenrechten gerichte benadering, bevordering van richtlijnen en standaarden inzake inheemse volken in het kader van multilaterale ontwikkelingssamenwerking en de nadruk op het belang van culturele rechten. Kritiek wordt geuit op het ontbreken van criteria en procedures gericht op inheemse volken bij ontwikkelingsprojecten, het ontbreken van duidelijke erkenning van het recht op vrije en tijdige instemming en het ontbreken van formele verantwoordingsmechanismen.


---

                                                    Vraag 2

                                                    Bent u bereid het door Nederland gevoerde beleid inzake inheemse volken aan een grondige evaluatie te onderwerpen? Zo ja, bent u bereid de resultaten van deze evaluatie nog dit kalender jaar aan de Tweede Kamer aan te bieden, opdat in het laatste jaar van het VN-decennium voor inheemse volken (dat op 10 december 2004 afloopt) een succesvoller meerjarenbeleid inzake inheemse volken kan worden vormgegeven?    


---

Antwoord

                                                    Het Nederlands beleid inzake inheemse volken  is in 1993 neergelegd in de notitie 'Inheemse volken in het buitenlands beleid en in de ontwikkelingssamenwerking' en in de voortgangsnotitie uit 1998 hierover. Inheemse volken behoren wereldwijd vaak tot de armste en meest verdrukte bevolkingsgroepen. Verbetering van de positie van inheemse volken is dan ook een belangrijk onderdeel van het Nederlands mensenrechtenbeleid. 

                                                    Nederland beschouwt het VN-decennium voor inheemse volken als succesvol. In internationale en nationale discussies is veel meer aandacht gekomen voor de stem van inheemse volken. Een aantal landen, onder meer de Filippijnen, Brazilië en Colombia, hebben hun wetgeving aangepast om de rechten van de inheemse volken beter te kunnen garanderen.

Op het vlak van de behoeften en rechten van inheemse volken is het Nederlands buitenlands beleid gericht op het verhogen en verbeteren van toegang tot nationale rechtsmiddelen voor inheemse volken en op het versterken van het beheer van hun leefgebieden en natuurlijke hulpbronnen. Hierdoor krijgen de vaak gemarginaliseerde inheemse volken meer zeggenschap in het nationaal en lokaal bestuur, zeggenschap over hun traditionele gebieden en wordt voor hen ook de juridische weg mogelijk voor vergoeding van geleden schade. Nederland ondersteunt verschillende kleine en grotere projecten op het gebied van bescherming en bevordering van de rechten van inheemse volkeren. Zo draagt Nederland financieel bij aan onder andere het VN-Vrijwillig Fonds voor Inheemse Volkeren. Het Nederlands Centrum voor Inheemse Volkeren, dat activiteiten van en ten behoeve van inheemse volkeren uitvoert, ontvangt financiële ondersteuning voor activiteiten ter versterking van de participatie van inheemse volken in internationale verdragen als het Biodiversiteitsverdrag en het concept-Verdrag inzake de rechten van inheemse volken. Nederland geeft aandacht aan de uitwerking van de rechten van inheemse volken op het terrein van hun intellectuele en traditionele kennis over het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en bosproducten.

De Nederlandse Ambassades  in Colombia, Ecuador en de Filippijnen ondersteunen een aantal programma's gericht op verbetering van de positie van inheemse volken en versterking van het beheer van hun leefgebieden. In Colombia en Brazilië wordt het opzetten en afbakenen van inheemse gebieden ondersteund. In centraal Afrika wordt onder andere middels de Minority Rights Group de steeds verder in het gedrang rakende bevolkingsgroep van de Twa ondersteund.


---

                                                    Het bevorderen van de positie van inheemse volken krijgt de nodige aandacht bij uitvoering van het buitenlands beleid. Een grondige evaluatie en een nieuw meerjarenbeleid wordt door de Nederlandse regering derhalve momenteel niet nodig geacht.


---