Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2003-160

Den Haag, 26-06-2003

Staatssecretaris Wijn: meer duidelijkheid arbeidsrelatie zzp-ers

Staatssecretaris Wijn van Financiën en minister De Geus van Sociale Zaken en

Werkgelegenheid onderzoeken de mogelijkheid om met een wetswijziging aan zzp-ers (zelfstandigen zonder personeel) en hun opdrachtgevers meer zekerheid vooraf te geven over de inhoudingsplicht van premies werknemersverzekeringen en loonheffing. Dit schrijft staatssecretaris Wijn vandaag in antwoord op kamervragen. Een eerder besluit hierover van 25 november 2002 kon al worden gebruikt als hulpmiddel bij het vaststellen van de arbeidsrelatie en inhoudingsplicht van premies werknemersverzekeringen en loonheffing.

De antwoorden op kamervragen van mw. B.M. de Vries zijn hieronder integraal opgenomen.

Vragen


---

Heeft u kennisgenomen van de opinie van mr. G.W.B. van Westen in Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht (NTFR) van 24 april 2003?


---

Deelt u de in deze publicatie geuite mening dat veel opdrachtgevers bij zogenoemde losse krachten vaak worstelen met de vraag of zij verplicht zijn tot inhouding van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen?


---

Erkent u dat de in deze publicatie gedane suggestie om de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (UWV) te verplichten een door de belastingdienst afgegeven Verklaring arbeidsrelatie (VAR) te volgen, een deel van de problemen en onzekerheden in de praktijk zou kunnen wegnemen?


---

Wat vindt u van de in deze publicatie geuite mening dat arbeidsverhoudingen, die men in het maatschappelijk verkeer niet zou willen kenschetsen als werkgever-werknemer relatie, bij wege van fictie of door rechtspraak toch onder situaties worden geschaard waarbij inhoudingen zijn geboden?


---

Bent u bereid, samen met uw ambtsgenoot van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te onderzoeken op welke wijze gehoor kan worden gegeven aan de in de publicatie gedane suggestie, dat wanneer partijen een reële en gerechtvaardigde wens hebben om geen arbeidsovereenkomst met elkaar aan te gaan, er dan noch de loonbelasting noch voor de premieheffing werknemersverzekeringen een inhoudingsplicht ontstaat, waarbij zowel tot zekerheid van de belastingheffing als ter bescherming van het betrokken individu bepaalde wettelijke voorwaarden kunnen worden gesteld?

Antwoorden


---

Ja.


---

Nee. De schrijver van het artikel is van oordeel dat deze problematiek vooral speelt bij arbeidsrelaties die bij wege van fictie worden gelijkgesteld met een dienstbetrekking. Voor deze arbeidsrelaties biedt de Verklaring arbeidsrelatie waarin de Belastingdienst de inkomsten duidt als winst uit onderneming (VAR-winst) volledige zekerheid over loon- en premieheffing. Dit betekent niet dat opdrachtgevers in alle gevallen blindelings af kunnen gaan op de VAR-winst. De opdrachtgever dient zelf vast te stellen of een specifieke arbeidsverhouding met een opdrachtnemer een privaatrechtelijke dienstbetrekking (arbeidsovereenkomst) is. Niet in alle gevallen zal dit op voorhand duidelijk zijn. Het besluit van 25 november 2002, nr. DGB2002/6536, dat gezamenlijk met het UWV is tot stand gekomen en dat gepubliceerd is in de Staatscourant van 4 december 2002 beoogt een hulpmiddel te zijn bij die beoordeling en geeft aan onder welke omstandigheden inhouding van premies werknemersverzekeringen en loonheffing achterwege kan laten.


---

Wanneer de Belastingdienst een VAR-winst heeft verstrekt, wordt de betrokkene van rechtswege aangemerkt als zelfstandige in de zin van de sociale verzekeringswetgeving. Het UWV gaat in dergelijke gevallen uit van zelfstandigheid. UWV en Belastingdienst kunnen echter een dienstbetrekking in een specifieke arbeidsrelatie tussen een opdrachtgever en een opdrachtnemer niet negeren; dit geldt ook als de desbetreffende opdrachtnemer voor het geheel van zijn werkzaamheden van de Belastingdienst een VAR-winst heeft verstrekt.


---

De wetgever heeft er heel bewust voor gekozen arbeidsverhoudingen die op zich geen dienstbetrekking inhouden maar daar maatschappelijk en economisch gezien zo zeer mee vergelijkbaar zijn, (fictief) als dienstbetrekking aan te merken en qua verzekering en inhoudingsplicht als zodanig te behandelen. De heer Van Westen is van mening dat partijen die een dienstbetrekking en de gevolgen ervan, zo nodig onder nader te stellen condities, niet wensen wettelijk ook die mogelijkheid moet worden geboden (zie hierna bij antwoord 5).


---

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en ik onderzoeken thans de mogelijkheid om door wetswijziging aan zzp-ers en hun opdrachtgevers meer duidelijkheid vooraf te geven. Een systeem dat de verplichting om loonbelasting of premies werknemersverzekeringen af te dragen laat afhangen van de wens van partijen, is daarbij niet aan de orde.