Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Antwoorden op kamervragen over de beoogde voorzitter van de AEL, Mohammed Cheppih

26 juni 2003

Vragen van het lid Wilders (VVD) aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beoogde voorzitter van de AEL, Mohammed Cheppih. (Ingezonden 16 april 2003) Antwoord van minister Donner (Justitie), mede namens de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken. (Ontvangen 18 juni 2003), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 1266, vergaderjaar 20022003

Algemene inleiding

De regering is zich bewust van radicaliserende tendensen die leiden tot fundamentele tegenstellingen binnen onze samenleving. Die ontwikkeling vervult de regering met zorg en het tegengaan en voorkomen daarvan vormt dan ook een centraal element in het beleid van de verschillende betrokken instanties. Binnen een democratische constitutie/rechtsorde zullen daarbij echter de grenzen van het recht en de grondrechten in acht genomen moeten worden. Doet men dat niet dan biedt dat tegenstanders van de huidige politieke orde alleen maar een rechtvaardiging voor hun tegenstand. Meningen, geloofsovertuigingen en de uitoefening van geloof dienen derhalve met terughoudendheid bestreden te worden door publieke autoriteiten. De discussie zal primair tussen maatschappelijke partijen gevoerd moeten worden. Het beleid van de regering tot het tegengaan van radicalisering zal dan ook beginnen in de preventief bestuurlijke sfeer. Dit neemt uiteraard niet weg dat de overheid wel degelijk zal optreden tegen vormen van discriminatie, belediging en jihadisme waarbij de strafwet wordt overtreden.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het feit dat het interimbestuur van de AEL Nederland Mohammed Cheppih zal voordragen voor het voorzitterschap van deze organisatie? (Zie www.ael.nl/ol2.htm)

Antwoord 1

Ja, zoals u echter heeft kunnen lezen in diverse krantenberichten op 23 en 24 mei 2003 heeft Mohammed Cheppih zijn kandidatuur ingetrokken.

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het feit dat Cheppih voorstander is van de invoering van islamitische lijfstraffen in Nederland? (NRC Handelsblad, 12 april jl.) Deelt u de mening dat dit onaanvaardbaar is? Heeft u voorts kennisgenomen van de uitspraak van Cheppih gedaan in De Balie: «Op homoseksualiteit staat de doodstraf volgens de koran. Wie echt gelooft wat Allah zegt, kan dus geen homo zijn»? (Het Parool, 12 april jl.) Wat is uw mening over deze uitspraak?

Antwoord 2

Van de opvattingen en uitspraken van de heer Cheppih met betrekking tot de in de vragen genoemde onderwerpen heb ik kennisgenomen. Ik laat deze uitspraken geheel voor rekening van de heer Cheppih. Het staat de heer Cheppih uiteraard vrij zich uit te laten over zijn godsdienst, maar hij mag daarbij de grenzen van het toelaatbare niet overschrijden. Discriminerende uitlatingen zijn niet toelaatbaar en indien daartoe aanleiding is, zal hiertegen strafrechtelijk worden opgetreden.

Vraag 3

Wat zijn de precieze financiële banden tussen Cheppih en (geldschieters uit) Saoedi-Arabië, zoals de beweging Rabita Trust, welke beweging volgens de VS een dekmantel voor Al Qaida is? (Volkskrant, 12 april jl.)

Antwoord 3

De AIVD doet onderzoek naar geldstromen uit Saoedi-Arabië die mogelijk ten goede komen aan terroristische netwerken. Indien dit onderzoek feiten oplevert die daartoe aanleiding geven, worden deze doorgeleid naar het Openbaar Ministerie of andere instanties die maatregelen tegen de financiële ondersteuning van terroristische netwerken kunnen treffen. Zoals uw Kamer bekend is, wordt informatie die zicht biedt op het actuele kennisniveau van de AIVD met betrekking tot bedoelde geldstromen niet publiekelijk bekend gemaakt. Deze informatie kan uitsluitend aan de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten worden verstrekt.

Vraag 4

Was Cheppih actief voor de stichting Al-Waqf al-Islami, die in 2001 door de BVD werd aangemerkt als een radicale organisatie die met Saoedisch geld de integratie van jongeren tegenwerkt? Trad hij ook op als woordvoerder van de families van de twee Marokkaanse jongemannen uit Eindhoven die zijn vrienden waren en die naar Kasjmir waren getrokken om deel te nemen aan de Jihad en daar werden doodgeschoten door Indiase militairen? Coördineert hij voorts de juridische bijstand voor de meeste van de twaalf vermeende moslim-terroristen die nog in Nederland vastzitten? (NRC-Handelsblad, 12 april jl.) Hoe beoordeelt u dit curriculum vitae?

Antwoord 4

De in de vraag genoemde gedragingen van de heer Cheppih hebben in diverse kranten gestaan en betreffen in die zin publiekelijk bekende feiten. Voor zover de bedoelde gedragingen in relatie staan tot de radicalisering van moslims en het ontstaan van een klimaat waarin jihadisme kan gedijen, merk ik op dat de regering de fenomenen (radicalisering en jihadisme) ernstig afkeurt en dat het beleid van de regering is gericht op het tegengaan van deze ontwikkelingen.

Vraag 5

Deelt u de mening dat een verkiezing van Cheppih tot voorzitter van de AEL-Nederland zal leiden tot een vergroting van moslim-radicale beïnvloeding van de AEL-Nederland en op een vergroting van de kansen voor de AEL-Nederland om gelden uit het Arabisch Schiereiland te verkrijgen? Zal een verkiezing van Cheppih tot voorzitter van de AEL-Nederland voor u aanleiding geven om de eerdere appreciatie van de AEL als een organisatie die «enige reden tot zorg geeft» te herzien en bovendien leiden tot aanpassingen van het beleid terzake? (vgl. Kamerstuk 27 955, nr. 80.) Zo ja, welke aanpassingen?

Antwoord 5

Zoals vermeld bij de beantwoording van de vragen van de kamerleden Eurlings en Sterk (beiden CDA) van 5 maart 2003 is de AEL-Nederland een rechtspersoon in oprichting. Uit het concept-programma van de AEL-Nederland valt af te leiden dat men zich wil inzetten voor het verkrijgen van een volwaardig burgerschap van de Arabische immigrantengemeenschappen in Nederland. Bij beantwoording van de eerder bedoelde kamervragen werd reeds gemeld dat de AIVD, mede gelet op de in potentie aanwezige anti-integratieve tendensen, alert is op mogelijke antidemocratische ontwikkelingen binnen de AEL-Nederland. De commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer wordt op de hoogte gehouden van de operationele stand van zaken.