College Bescherming Persoonsgegevens


28 juni 2003

Consultatie telecommunicatiesector over uitgangspunten voorafgaand onderzoek

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft de telecommunicatiesector schriftelijk uitgenodigd te reageren op een document met uitgangspunten voor het verrichten van voorafgaande onderzoeken bij telecommunicatieaanbieders.

Sommige gegevensverwerkingen zijn onderworpen aan een voorafgaand onderzoek door het CBP, verwerkingen die naar het oordeel van de wetgever een bijzonder risico inhouden voor de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. De uitslag van een voorafgaand onderzoek dient afgewacht te worden alvorens eventueel begonnen kan worden met de betreffende verwerking.

Het document gaat in op de gevallen waarin een voorafgaand onderzoek nodig is , de door het CBP gehanteerde procedure en de mogelijke uitkomsten daarvan.

De verplichting tot het aanvragen van een voorafgaand onderzoek bestaat voor telecommunicatieaanbieders kort weergegeven:
* in situaties van heimelijke waarneming, ofwel bij gegevensverwerkingen die voor de betrokkene onopgemerkt blijven en ook moeten blijven;
* bij uitwisseling van strafrechtelijke gegevens met derden;
* bij optreden tegen internetgebruik volgend op een daarvoor door de rechter opgelegd verbod.

Het meewerken aan de opsporing van strafbare feiten door politie en justitie valt doorgaans niet onder de plicht tot het aanvragen van een voorafgaand onderzoek.

Het definitieve document zal als beleidskader dienen voor het verrichten van voorafgaande onderzoeken in het kader van meldingen van de verwerking van persoonsgegevens. Met het resultaat van deze consultatieronde streeft het CBP ernaar partijen in de telecommunicatiesector die mogelijk met voorafgaande onderzoeken te maken hebben, meer houvast te bieden.

Het CBP heeft de telecommunicatiesector verzocht voor 27 juli 2003 met reacties te komen.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) - onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) - houdt toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.