2003-06-27, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE
MINISTERRAAD, OVER COMMUNICATIE DOOR HET KABINET, BEZUINIGINGEN
DEFENSIE, KOPPELING, VOORJAARSOVERLEG EN LEUS VOOR MINISTER
REMKES
- COMMUNICATIE -
VAN SLOOTEN:
U communiceert niet goed.
BALKENENDE:
Dat weet ik nu net niet.
VAN SLOOTEN:
Ik zal even het gezicht erbij beschrijven, want de mondhoek gaat naar het oor toe en het is
zo'n gezicht van: ja, waar gaan we nu over beginnen? Het staat in de belevingsmonitor.
BALKENENDE:
Ik dacht al dat u erover zou beginnen.
VAN SLOOTEN:
79% Van de Nederlanders zegt dat de overheid, het kabinet, niet goed communiceert.
BALKENENDE:
Weet u waarom we die belevingsmonitor doen? Dat is om te kijken hoe Nederlanders
aankijken tegen maatschappelijke vraagstukken, beleid van de overheid en communicatie. En
waarom doe je dat? Omdat je zaken beter wilt krijgen. En als het signaal van de burger is dat
de boodschap soms niet goed genoeg wordt overgebracht, dan moet je dat aantrekken.
VAN SLOOTEN:
Dan gaan we daar aan werken.
BALKENENDE:
Daarom is het ook heel goed om u weer eens te zien.
- BEZUINIGINGEN DEFENSIE -
VAN SLOOTEN:
Dat is wederzijds. Dan gaan we het meteen hebben over een manier waarop je beter kunt
communiceren. Bijvoorbeeld afgelopen week: de bezuinigingen op defensie. Is dat een
voorbeeld van goed communiceren door het kabinet, door minister Kamp?
BALKENENDE:
Even de zaken in de goede volgorde. We hebben vandaag in het kabinet gesproken over het
defensieplan van minister Kamp. Natuurlijk is het zo dat er altijd een zekere spanning is
tussen wat je eerst in het kabinet bespreekt en wat je naar buiten kunt brengen. Er is nu de
afspraak gemaakt dat begin volgende week minister Kamp de plannen nader zal gaan
toelichten.
VAN SLOOTEN:
Dat had hij eigenlijk eerder moeten doen?
BALKENENDE:
Ja, maar we zitten nu in de laatste fase voordat het reces begint, voordat de vakanties komen.
We gaan in de tweede helft van augustus praten over de begroting, over alle onderwerpen, en
dan komt natuurlijk ook het verdere defensieplan aan de orde. Dat betekent dat je niet zolang
kunt wachten om zaken naar buiten te brengen. Dus in die zin heeft minister Kamp goed
geopereerd door te zeggen, wetend dat er een maatschappelijke discussie gaat ontstaan over
de defensieplannen: ik wil volgende week zaken naar buiten brengen. Dat gaat gebeuren.
VAN SLOOTEN:
Maar hij had dat misschien meteen kunnen doen, want dan was die onrust die deze week is
ontstaan, bij Enschede, bij verschillende onderdelen, te voorkomen geweest.
BALKENENDE:
Maar we hebben ook vaak gezegd: je moet oppassen dat je als minister of ook als
staatssecretaris niet voor je beurt praat wanneer je bijvoorbeeld nog een mandaat van de
ministerraad nodig hebt.
VAN SLOOTEN:
Maar we hebben het hier niet over proefballonnen. Dit zijn serieuze zaken.
BALKENENDE:
Dat is ook zo. Maar wat we nu vandaag hebben gehad in de ministerraad is natuurlijk een
verdere uitwerking van de plannen van de minister. En volgende week zal die minister die
zaken naar buiten gaan brengen.
VAN SLOOTEN:
Dus nu is het pas allemaal zeker en hij komt volgende week gewoon daarmee en dan
communiceert hij toch weer goed?
BALKENENDE:
Ja, normaal gesproken zou het zo zijn dat je zegt: je wacht pas tot aan Prinsjesdag. Gegeven
het grote belang van militairen, die te maken hebben met hun baan, wat er in de regio gebeurt,
dat wil zeggen dat je dan ook moet letten op het naar buiten brengen van informatie.
- KOPPELING -
VAN SLOOTEN:
Nog een voorbeeld van communicatie: de koppeling tussen lonen en uitkeringen. Deze week
is door minister Zalm gesuggereerd dat in het jaar 2004 die koppeling wel eens achterwege
zou kunnen blijven. Is dat ook een goede vorm van communicatie? Weten we nu waar we aan
toe zijn?
BALKENENDE:
De vraag is even of het ook op deze manier goed wordt gecommuniceerd.
VAN SLOOTEN:
Ja, dat vraag ik aan u.
BALKENENDE:
De heer Zalm heeft datgene naar voren gebracht wat ook in de Regeringsverklaring staat en
wat ik ook zelf in het debat naar voren heb gebracht. In de afspraken die zijn gemaakt, wordt
gezegd dat de uitkeringen en de lonen in de collectieve sector gelijk worden behandeld.
VAN SLOOTEN:
Mag ik het even samenvatten? Op het moment dat er een beheerste ontwikkeling is van die
lonen, dan blijft de koppeling behouden. Op het moment dat die lonen omhoog schieten, dan
is die koppeling weg. Die afspraak staat nog steeds? Er is geen letter, geen jota aan
veranderd?
BALKENENDE:
Waarom gaan we nu volgende week praten met werkgevers en werknemers?
VAN SLOOTEN:
Maar die afspraak staat nog steeds?
BALKENENDE:
Die afspraak, de formule in het Hoofdlijnenakkoord, staat natuurlijk.
VAN SLOOTEN:
Oké, maar wat is er nu veranderd?
BALKENENDE:
Maar daarom moeten we ook oppassen om ineens te suggereren alsof minister Zalm nu ineens
iets heel anders naar voren zou hebben gebracht. Ik heb uiteraard ook nog eens even goed
nagelezen wat er is gewisseld in dat debat. Ik heb er ook met minister De Geus over
gesproken en met minister Zalm. Een bevestiging van de gemaakte afspraken, precies zoals ik
heb aangegeven.
VAN SLOOTEN:
De koppeling komt niet ineens ter discussie, behalve dan zoals we net hebben besproken?
BALKENENDE:
De lijn die is aangegeven in het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet, is onze lijn.
VAN SLOOTEN:
Maar nieuwe financiële tegenvallers, bijvoorbeeld op economisch gebied, het gaat heel slecht
heeft u vandaag ook aangegeven, kunnen niet automatisch leiden tot het ter discussie stellen
van de koppeling?
BALKENENDE:
Wij gaan in de tweede helft van augustus verder over allerlei zaken spreken. We hebben te
maken met een fors oplopend financieringstekort. Dat betekent dat we op dat moment moeten
kijken van: hoe staan we ervoor? Welke maatregelen zijn nodig?
VAN SLOOTEN:
En dan is de koppeling wel ineens te bespreken?
BALKENENDE:
Nee. Ik heb gezegd: de afspraak die geldt, dat is ook nog eens naar voren gebracht door
minister Zalm, en de verdere zaken gaan we in augustus bekijken. Waarom ook? Omdat wij
natuurlijk wel gebaat zijn om nu eens te weten van: wat gebeurt er verder met de sociale
partners, met hun visie op de loonontwikkeling? Zijn ook zij bereid om te kiezen voor die
loonmatiging juist om die evenwichtige inkomensontwikkeling mogelijk te maken? Zo zal het
gaan.
- VOORJAARSOVERLEG -
VAN SLOOTEN:
U zegt het al: sociale partners. Komende donderdag is dat voorjaarsoverleg. Rare titel
trouwens, want het voorjaar is dan al voorbij. Maar goed: het voorjaarsoverleg is er dan. Dan
gaat u weer communiceren, maar u gaat eigenlijk alleen kennismaken. Het zal niet zo zijn dat
er aan het eind van de dag een mooi sociaal akkoord is met prachtige afspraken waardoor het
land er weer bovenop komt?
BALKENENDE:
Nee, dat zou ook niet kunnen. We hebben vorig jaar eenzelfde situatie meegemaakt. Eerst, dat
was in de zomer toen, een kennismakingsgesprek met sociale partners. En toen hebben we in
november met elkaar een akkoord kunnen realiseren. Dat betekent dat je een gesprek hebt
over de financiële en sociaal-economische ontwikkeling. We zullen het ongetwijfeld hebben
over het belang van loonmatiging en de positie van Nederland internationaal. Maar we gaan
natuurlijk ook goed luisteren naar de vraagstukken waar beide partijen mee te maken hebben,
zowel sociale partners als overheid. En dan zullen we moeten bekijken of het mogelijk is om
met elkaar verder te komen.
VAN SLOOTEN:
Maar door geen hooggespannen verwachtingen vooraf te hebben?
BALKENENDE:
Nee, nee. Dat zou ook niet in de rede liggen. Dat is ook niet de aard van dit gesprek.
- LEUS MINISTER REMKES -
VAN SLOOTEN:
Mag ik tot slot van dit gesprek misschien wel de ultieme vorm van communicatie noemen,
want dat is toch opeens de rode draad geworden in ons gesprek: het spandoek. Nu is er een
prijsvraag uitgeschreven op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Wie heeft de leukste
naam of de leukste rijm op Remkes? Want ze verwachten daar dat op het Malieveld heel veel
spandoeken tegen de heer Remkes zullen worden gehesen. Heeft u een suggestie?
BALKENENDE:
Nee, en ook al zou ik hem hebben, dan zou ik hem maar eens even niet gaan vertellen. Maar
het geeft aan dat mensen wel zoeken naar creativiteit. En dat is wel weer aardig.
VAN SLOOTEN:
Er rijmt wel weer erg veel op Balkenende.
BALKENENDE:
Ja, dat heb ik ook gezien met de FNV. Ik heb toen ook de opmerking gemaakt van: ik vind dat
je altijd wat terughoudend moet zijn met het maken van grappen over namen van mensen.
VAN SLOOTEN:
Maar goed: op Remkes kan het wel, want daar rijmt toch niks op.
BALKENENDE:
We zullen het zien.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, GW)
Ministerie van Algemene Zaken