Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme


Voor het eerst meer bungalow- dan kampeervakanties

Persbericht 2 juli 2003
Kampeerterreinen in Nederland 2002

Nederlanders hebben vorig jaar in eigen land voor het eerst meer vakanties doorgebracht in een vakantiebungalow dan op een kampeerterrein. In 2002 zijn ruim 6,1 miljoen kampeervakanties ondernomen; de bungalowmarkt heeft nu een iets grotere omvang met bijna 6,3 miljoen vakanties. Omdat de gemiddelde verblijfsduur op een kampeerterrein langer is dan in een bungalow brengen Nederlanders nog wel meer vakantiedagen op een kampeerterrein door dan in een bungalow. Een gemiddelde kampeervakantie duurt namelijk 8 dagen terwijl een gemiddelde bungalowvakantie 6,7 dagen duurt. Tijdens een binnenlandse kampeervakantie geven Nederlanders relatief weinig uit. Slechts 13 euro per persoon per dag, terwijl het gemiddelde voor alle vakanties tezamen op 23 euro ligt. Dat blijkt uit het rapport Kampeerterreinen in Nederland 2002' van het Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme (NRIT) te Breda.
Van de buitenlandse gasten hoeven de Nederlandse kampeerterreinen geen redding' te verwachten. Het aantal overnachtingen van buitenlandse gasten op Nederlandse kampeerterreinen heeft zich sinds 1999 negatief ontwikkeld. Bovendien hebben Nederlandse vakantiegangers de meeste invloed op de ontwikkelingen in de binnenlandse vraag naar kamperen aangezien het aandeel van de Nederlandse vakantiegangers vele malen groter is dan dat van de buitenlandse gasten.
Om een verdere afkalving van de betekenis van het kamperen te voorkomen en waar mogelijk in positieve richting om te buigen zijn specifieke acties voor en vanuit de kampeersector noodzakelijk. Zo zullen kampeerterreinen de verblijfsduur op kampeerterreinen verder moeten trachten uit te breiden. Dit gaat niet vanzelf. Hiervoor is uiteraard een bepaald opzet- en inrichtingsbeleid met verlengende voorzieningen en diensten, evenals een specifiek daarop afgestemd marketing- en promotiebeleid noodzakelijk.
Kampeerterreinen kunnen verder de bestedingen van gasten op het terrein stimuleren. Daarbij valt te denken aan voorzieningen en services die bij andere accommodatietypen al gemeengoed zijn als cateringvoorzieningen, het afleveren van boodschappen en bijvoorbeeld een centraal antennesysteem met pay-tv.
De Nederlandse kampeerterreinen zullen zich in de toekomst meer moeten gaan richten op ook andere doelgroepen en niet alleen kijken naar de voor de hand liggende doelgroep gezinnen met kinderen'. Daarbij moet niet de fout worden gemaakt dat het aanbod dat geschikt is voor de traditionele doelgroep automatisch zal aansluiten bij de behoeften van bijvoorbeeld twee-persoonshuishoudens. Uit het onderzoek is namelijk gebleken dat de grotere kampeerbedrijven zich met name richten op gezinnen met jonge kinderen. En dat ondanks het feit dat de helft van alle binnenlandse kampeervakanties wordt gemaakt door kampeerders zonder kinderen. Bovendien mag op grond van alleen al demografische ontwikkelingen worden verwacht dat de tweepersoonshuishoudensdoelgroep in de toekomst voor het kamperen alleen nog maar belangrijker zal worden.

Meer informatie bij de heer drs. Jac Zom of de heer Walter Wildhagen. Telefoon: 076 542 06 00