Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2003/1955
datum
02-07-2003

onderwerp
Het mogelijk gebruik van illegale groeiverbeteraars in de slachtvee-industrie
TRC 2003/4510

bijlagen

---


Geachte Voorzitter,

Bijgaand ontvangt u mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Waalkens en Van Heteren (beiden PvdA) over het mogelijk gebruik van illegale groeiverbeteraars in de slachtvee-industrie en de mogelijkheden om deze stoffen op te sporen. (Ingezonden 26 juni 2003)


---
Heeft u kennisgenomen van het artikel 'Groei in de strijd tegen de hormoonmafia' over een nieuwe ontdekking van het gebruik van illegale groeiverbeteraars (varianten van clenbuterol) in de slachtvee-industrie en de mogelijkheden om deze stoffen op te sporen?

Ja.


---
Kunt u officieel bevestigen dat het Rikilt deze illegale groeiverbeteraar heeft geconstateerd in veevoeder?

Ja, in het kader van een door mij gefinancierd onderzoeksproject naar de ontwikkeling van nieuwe detectiemethoden is door RIKILT een onbekende Beta-agonist geïdentificeerd in een voedermonster uit 2001.

datum
02-07-2003

kenmerk
VVA. 2003/1955

bijlage


---

Welke sancties staan er op het illegale gebruik van groeiverbeteraars?

Ingeval illegaal gebruik wordt geconstateerd, geldt voor overtredingen van art. 3 Besluit verboden stoffen Diergeneesmiddelenwet op grond van de Wet op de economische delicten (WED) bij opzet een maximum strafmaat van 6 jaar gevangenisstraf en een boete van de vijfde categorie (max. 45.000 Euro). Als geen opzet in het spel is, is de maximumstrafmaat een gevangenisstraf van 1 jaar en een boete van de vierde categorie (max. 11.250,- Euro).


---

Hoe lang heeft het na de vondst geduurd voordat u hiervan op de hoogte werd gebracht?

Het Rikilt heeft vanaf mei 2002 met de nieuwe door het instituut ontwikkelde methode de eerste analyses verricht van onbekende Clenbuterol-achtige verbindingen. De uitkomsten hiervan konden enkele dagen later zodanig geïnterpreteerd worden dat mijn inspectiedienst kon worden ingelicht. Deze melding aan de AID heeft ertoe geleid dat het betreffende bedrijf nader is onderzocht. Vanwege een andere overtreding was op het betrokken bedrijf al een verzwaard regiem van toepassing sinds 1/12/2001. In 2002 heeft de AID het bedrijf als gevolg van de positieve bevinding 2 maal fysiek en ook 2 maal 'op afstand' (administratief, door controle van de I&R bestanden) onder de loep genomen. Extra monsters, genomen tijdens de fysieke controles, hebben geen nieuwe overtredingen aangetoond. Ook de andere AID-onderzoekingen hebben geen nieuwe bevindingen aan het licht gebracht. Het verzwaarde toezicht-regiem voor het bewuste bedrijf is per 1/12/2002 opgeheven.


---

Heeft u maatregelen genomen naar aanleiding van deze ontdekking? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke en wanneer?

De ontdekking van de onbekende stof in 2002 vormde het begin van de ontwikkeling van een onderbouwde meetmethode voor deze tot nog toe onbekende beta-agonist. Het Rikilt heeft in het kader van het door mij gefinancierde project 'ontwikkeling van testmethoden voor onbekende groeibevorderaars' de test verder ontwikkeld tot een wetenschappelijk publiceerbare meetmethode, de methode is op 3 juni 2003 gepubliceerd. Het CRL (Communautaire Referentie Laboratorium) in Berlijn is in kennis gesteld van deze bevinding en heeft het op zich genomen de beta-agonist te gaan maken, zodat een goede bevestiging door het Rikilt plaats kan vinden. EG besluit 2002/657/EC stelt dat in dergelijke gevallen de chemische 'fingerprint' van een gevonden (onbekende) stof vergeleken moet worden met die van een bekende referentiestof. Overeenstemming van de chemische fingerprints is noodzakelijk om tot strafvervolging over te kunnen gaan. Momenteel wordt met deze methode nog nagegaan of ook de recente nog niet geanalyseerde monsters, die in het kader van het 'Nationaal Plan' zijn genomen, de onbekende beta-agonist of andere onbekende beta-agonsten bevatten. Uiteraard zal de methode vanaf nu toegepast worden bij de overheidscontroles. Het bedrijfsleven zal gevraagd worden deze ook te laten toepassen door de instanties die de zelfcontroles uitvoeren. Overigens wijs ik erop dat reeds sinds mei 2002 de nieuwe opsporingsmethode van het Rikilt in gebruik is genomen om dit soort stoffen in AID-monsters op te sporen (zie het antwoord op vraag 9).


---

Klopt het dat dit middel gevaarlijk is voor de consument, vanwege een verhoogde kans op kanker en hartaanvallen?

De VWA heeft advies uitgebracht over de risico's van deze nieuwe stof voor de volksgezondheid (zie Bijlage). De VWA constateert in haar advies over de risico's van deze nieuwe stof voor de volksgezondheid dat, als wordt aangenomen dat de stof dezelfde eigenschappen heeft als Clenbuterol, het risico voor de volksgezondheid bekend en laag is. Van Clenbuterol is bekend dat het onder andere hartritmestoornissen kan veroorzaken bij hoge doseringen. Om er echter zeker van te zijn dat de nieuwe stof geen ongewenste risico's met zich meebrengt, heb ik de VWA verzocht nader onderzoek te doen naar mogelijke risico's van deze stof.


---

Deelt u de opvatting dat het gebruik van illegale groeiverbeteraars een gevaar voor de volksgezondheid betekent?

Ten aanzien van de illegale groeiverbeteraars is de huidige stand van wetenschappelijke kennis zodanig, dat ik op basis van voorzorg van mening ben dat het gebruik van deze stoffen sterk aan banden gelegd moet worden.


---

Vormt het gebruik van deze illegale groeiverbeteraars ook een gevaar voor de gezondheid van de betrokken dieren?

Zie het antwoord op vraag 7.


---

Kunt u inzicht geven in de schaal waarop dit illegale middel wordt gebruikt in de slachtvee-industrie en daarmee in de mate waarin de consument hieraan wordt blootgesteld, gelet op de stelling van het Rikilt dat deze vondst een toevalstreffer is, maar dat het zeker geen incident betreft?

Het Rikilt is in de pers foutief geciteerd, de onbekende stof is tot nog toe slechts éénmalig aangetroffen in een voedermonster. In mei 2002 is de nieuwe opsporingsmethode van het Rikilt in gebruik genomen om dit soort stoffen in AID-monsters op te sporen. De methode vereiste echter toen nog nadere ontwikkeling (in juni 2003 publiceerde het Rikilt de verder ontwikkelde onderzoeksmethode in een wetenschappelijk tijdschrift). De onbekende beta-agonist werd daarbij niet meer aangetroffen. Ook in het verdere onderzoek van overheid en private controle-instellingen werden geen positieve monsters aangetroffen.

10
In hoeverre wordt in Nederland actief gespeurd naar de illegale praktijk van de hormonenmaffia, die door middel van dit soort middelen koeien en varkens opfokt?

Hoewel de bewuste stof geen hormoon is, kan worden opgemerkt dat Nederland veel inspanningen doet ook het illegaal hormonengebruik te beteugelen (Nationaal Plan, extra opsporingen AID, ook de acties van de AID n.a.v. positieve meldingen van de private controlesystemen). Zie ook de jaarlijkse rapportage aan de Tweede Kamer hierover.


---

Bent u op de hoogte van de laatste stand van zaken betreffende het onderzoek naar detectie van illegale groeiverbeteraars en andere verboden bijstoffen in diervoeders en (consumptie-) vlees? Kan hierover verslag gedaan worden?

In Nederland wordt door RIVM/RIKILT onderzoek gedaan naar onbekende illegale groeibevorderaars. Onderzoek en resultaten worden in onderling overleg uitgewisseld, waardoor wetenschappelijke analyses volgens de laatste stand der wetenschap worden uitgevoerd. Dit onderzoek wordt vertrouwelijk uitgevoerd om de pakkans van de ontwikkelde methode zo hoog mogelijk te maken.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

Bijlage:
VWA advies (PDF-formaat, 43 Kb)

Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel http://www.minlnv.nl/infomart...2003/par03213.htm



---