Praktijkonderzoek Veehouderij

Drie jaar high-techbedrijf -kostprijs, arbeid en mineralenbalans-

PraktijkRapport 30

Auteurs: A. van der Kamp, A.G. Evers, B. Hutschemaekers

Inleiding

De inkomensdaling in de melkveehouderij vormde een belangrijke aanleiding voor onderzoek op het gebied van kostprijsbeheersing. Op de Waiboerhoeve heeft dit geleid tot het opzetten van twee systeembedrijven: het lagekostenbedrijf en het high-techbedrijf. Middels resultaten van het onderzoek op deze bedrijven worden handvatten met betrekkingtot bedrijfsopzet en bedrijfsmanagement aangereikt aan melkveehouders die ingepast kunnen worden in de eigen bedrijfsvoering.

Het high-techbedrijf heeft als doelstelling: realisatie van een lage kostprijs per kg melk (34 eurocent, oftewel 75 guldencent) via een hoge productiviteit per ha en per man-uur en bij een goede diergezondheid en dierwelzijn. Daarnaast kent het bedrijf een aantal randvoorwaarden, zoals een maximale arbeidsinzet door de veehouder van gemiddeld 50 uur per week, voldoen aan de geldende Minas-verliesnormen en zelfvoorzienend in ruwvoer. Het high-techbedrijf kent de volgende algemene uitgangspunten:

* Melken gebeurt met een automatisch melksysteem (één-box-systeem)
* Streven naar maximalisatie van de capaciteit van het één-box-systeem

* De dieren zijn het gehele jaar binnen gehuisvest; er wordt geen beweiding toegepast

* Het bedrijf is gesloten (geen aanvoer van vee)
* Het bedrijf voldoet aan alle wettelijke eisen en alle door de sector opgelegde eisen zoals KKM

* Een bedrijfsmanagementsysteem ondersteunt de bedrijfsboer in de bedrijfsvoering

Kostprijs

De kostprijs geeft een beeld van de rentabiliteit en de bedrijfseconomische duurzaamheid van de bedrijfsvoering. Het high-techbedrijf realiseerde in de periode 1999 - 2001 een gemiddelde kostprijs van 39,3 eurocent per kg afgeleverde melk. Dit is ruim 5 eurocent boven de kostprijsdoelstelling van 34 eurocent. Belangrijkste oorzaak hiervoor is dat het melkquotum van 800.000 kg niet werd volgemolken. De totale kosten worden hierdoor verdeeld over minder kilogrammen dan oorspronkelijk begroot. Oorzaken voor het niet volmelken van het quotum zijn onder andere de opbouw van de veestapel in 1999 (d.w.z. het gewenste aantal koeien was nog niet aanwezig) en een virusinfectie onder het vee in 2001. Daarnaast vielen de opbrengstprijzen van het vee de afgelopen jaren tegen.

De toegerekende kosten zijn hoger dan begroot; dit geldt met name voor de voerkosten en de veekosten. Ondanks veel loonwerk en weinig eigen arbeid heeft het high-techbedrijf hogere bewerkingskosten per kg melk dan vergelijkbare praktijkbedrijven. Ook hier geldt dat het niet volmelken van het bedrijfsquotum van grote invloed is geweest op de resultaten. Het is van groot belang om de melklevering in de toekomst te verhogen wanneer het high-techbedrijf dezelfde kostprijs wil behalen als praktijkbedrijven met vergelijkbare omvang; deze toename in afgeleverde melk dient plaats te vinden zonder dat de voerkosten en de veekosten per kg afgeleverde melk toenemen.

Arbeid

De kostprijs in de melkveehouderij bestaat voor circa 65-75 % uit niet toegerekende kosten; ruim 40 % van de niet toegerekende kosten betreft de post arbeid. De bedrijfsvoering op het high-techbedrijf is gericht op het terugdringen van de niet toegerekende kosten en vooral de arbeidskosten. Als doelstelling voor de arbeidsinzet op het high-techbedrijf geldt een werkweek van 50 uur (2600 uur per jaar). Dit wordt algemeen gezien als een sociaal verantwoorde werkweek binnen de veehouderij in Nederland en is in het algemeen veel minder dan veehouders op praktijkbedrijven realiseren.

De doelstelling van het high-techbedrijf ten aanzien van arbeid is in 2001, met gemiddeld 48,4 uur arbeid per week, gehaald. De arbeidsinzet in 2001 is met circa 2 uur per week gedaald ten opzichte van 2000. De gemiddelde arbeidsinzet per week varieerde in 2001 op het high-techbedrijf van 38 tot 70 uur. Door het gebruik van een automatisch melksysteem op het high-techbedrijf is de arbeidsinzet anders dan op bedrijven die op een traditionele manier melken. Op het high-techbedrijf ligt het accent minder op fysieke aspecten (vooral het dagelijks terugkerende melken van de dieren), maar juist op `management aspecten'. De fysieke belasting is op het high-techbedrijf relatief laag. De dagindeling op het high-techbedrijf verschilt sterk van die op `gangbare bedrijven' door grotere inzet van automatisering. Dit komt vooral door het gebruik van het automatisch melksysteem en de inzet van een voer- en melkautomaat voor de kalveren. Op bedrijven zonder automatisch melksysteem ligt de dagindeling vast door de melktijden. Op het high-techbedrijf hoeft men geen rekening te houden met vaste melktijden. Uiteraard kent ook het high-techbedrijf wel dagelijks terugkerende activiteiten. Veel automatisering en de inzet van loonwerk zorgen op het high-techbedrijf voor een lage arbeidsinzet. Welke arbeidsstrategie past op een bedrijf is sterk afhankelijk van de situatie en het type ondernemer.

Mineralenbalans

Het high-techbedrijf kent naast de kostprijsdoelstelling een aantal randvoorwaarden, waaronder het voldoen aan de eindnormen van Minas. Op het high-techbedrijf is er bewust voor gekozen om dit stapsgewijs in te vullen en jaarlijks de dan geldende `actuele' Minas-verliesnormen te realiseren. Op het high-techbedrijf wordt zo veel mogelijk geprobeerd om de normen te realiseren zonder mest af te voeren van het bedrijf en zonder ruwvoer aan te kopen.

Waren de verliesnormen in 1999 voor stikstof en fosfaat voor het high-techbedrijf nog respectievelijk 254 kg en 40 kg per ha, in 2003 zijn ze verlaagd naar 150 kg N per ha en 22 kg P2O5 per ha. Gedurende de periode 1999 - 2001 voldeed het high-techbedrijf steeds aan de dan geldende Minasverliesnormen voor stikstof en fosfaat. Het stikstofoverschot bedroeg in genoemde reeks van jaren respectievelijk 249, 193 en 213 kg per ha, terwijl de stikstofverliesnorm voor het bedrijf respectievelijk 254, 229 en 213 kg was. Het fosfaatoverschot volgens Minas bedroeg respectievelijk 20, 13 en 11 kg per ha, terwijl de fosfaatverliesnorm respectievelijk 40, 35 en 25 was.

In de toekomst kan het stelsel van mestafzetovereenkomsten voor het high-techbedrijf kostprijsverhogend werken. Het resultaat van het Nederlandse derogatieverzoek in Brussel heeft hierop grote invloed. De Minas-balansen voor 1999- 2001 laten zien dat het fosfaatoverschot voor het high-techbedrijf geen problemen oplevert. Ook voor de toekomst lijkt de eindnorm haalbaar. Het halen van de eindnorm voor stikstof lijkt minder makkelijk. In 2001 is ternauwernood aan de norm van 213 kg N per ha voldaan, terwijl de eindnorm in 2003 daalt naar 150 kg N per ha wanneer de verhouding grasland/maïsland niet wijzigt. Er zijn wel mogelijkheden om het stikstofverlies volgens Minas verder te beperken en een forse stap richting de eindnorm van 150 kg N per ha te zetten. Mochten diverse maatregelen op het gebied van de mineralenhuishouding onverhoopt onvoldoende effect sorteren, dan kan het overschot worden verkleind door de randvoorwaarden `zelfvoorziening voor ruwvoer' en `geen mest afvoeren' op te geven.

High-techbedrijf in de toekomst

De visie voor het high-techbedrijf is voor de periode 2003 - 2006 is als volgt: het high-techbedrijf is een eenmansbedrijf met een intensieve bedrijfsvoering (per ha en per arbeidskracht), waar ca. 800.000 kg melk wordt afgeleverd met een duurzame en gezonde veestapel. De arbeidsinzet beperkt zich tot ca. 50 uren per week (sociaal verantwoorde arbeidsinzet). Er wordt voldaan aan de Minas-verliesnormen. Ook in de fase 2003 - 2006 is voor het high-techbedrijf de kostprijs leidend; handhaving van de kostprijs op het niveau van de afgelopen jaren is daarbij vooralsnog het doel. Er is echter ruimte voor het inpassen van high-tech elementen die (nog) niet bijdragen aan kostprijsreductie. In dat geval worden de kosten van dergelijke high-tech elementen afzonderlijk inzichtelijk gemaakt.

Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel praktijkrapport 30 hier voor de prijs van EUR 16.51 (excl BTW) .

Rundvee praktijkrapport 30: Drie jaar high-techbedrijf -kostprijs, arbeid en mineralenbalans- - 2003 - 50 pagina's

Oudste praktijkrapport Vorige praktijkrapport Overzicht alle praktijkrapporten Volgende praktijkrapport Nieuwste praktijkrapport
---

© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt: 21-07-2003 13:03.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar: webmaster.po.asg@wur.nl