Gemeente Amersfoort

Tweede Kamerlid G. Verburg bezoekt sociale dienst

datum: 25 juli 2003

Op dinsdag 29 juli 2003 brengt mevrouw G. Verburg een werkbezoek aan de sociale dienst van Amersfoort. Zij sluit dit bezoek af met een persgesprek. Dit gesprek begint om 15.30 uur en wordt gehouden in de kamer van burgemeester en wethouders in het stadhuis, Stadhuisplein 1 in Amersfoort. Bij dit gesprek bent u van harte welkom.

Mevrouw Verburg is vice-fractievoorzitter van het CDA en eerste ondervoorzitter van de Tweede Kamer. Voor het CDA is zij woordvoerder voor het deel arbeid van sociale zaken.
Na het zomerreces behandelt de Tweede Kamer het voorstel voor een nieuwe bijstandswet: de Wet Werk en Bijstand. Verburg wil graag van mensen uit de ambtelijke praktijk horen wat zij van dit wetsvoorstel vinden.

Verburg wordt om 11.30 uur kort ontvangen door burgemeester Van Vliet. Medewerkers leiden haar rond door de praktijk van de sociale dienst en het activeringscentrum. Tijdens de lunch praat Verburg met twee beleidsadviseurs, een klantmanager en het hoofd activering over de Wet Werk en Bijstand. Amersfoort staat in principe postitief tegenover de doelstellingen van dit wetsvoorstel. Het aspect 'uitstroom uit de bijstand realiseren' sluit aan bij het voortvarende uitstroombeleid dat Amersfoort al jaren voert. De praktijkmensen plaatsen wel een aantal kritische kanttekeningen bij het wetsvoorstel. Aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden worden de nadelen dinsdag toegelicht, zodat Verburg deze mee kan nemen bij de Kamerbehandeling eind augustus.

Persbericht SZW
Het Wetsvoorstel werk en bijstand vervangt een aantal wetten op het gebied van bijstand en reïntegratie. Een persbericht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is als bijlage bij deze uitnodiging gevoegd. In dit persbericht beschrijft het ministerie kort de hoofdpunten van het wetsvoorstel.

Nieuwe aanpak bijstand: een eigen budget voor gemeenten en minder regels
(persbericht 12 mei 2003 van ministerie SZW)

Gemeenten krijgen een budget voor de verlening van bijstand én een flexibel en vrij te besteden budget om uitkeringsgerechtigden te begeleiden naar een baan. Zij kunnen bijstandsuitkeringen niet langer bij het Rijk declareren. Gemeenten krijgen er daardoor financieel belang bij zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen en fraude met uitkeringen te bestrijden. Ook hoeven gemeenten zich aan minder regels te houden en daalt het aantal verplichte rapportages aan het Rijk aanzienlijk. Verder is in de wet vastgelegd dat alle bijstandsgerechtigden een algemene plicht hebben om werk te aanvaarden.Dit blijkt uit het Wetsvoorstel werk en bijstand van demissionair staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat is ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel vervangt een aantal wetten op het gebied van bijstand en reïntegratie. De planning is dat het wetsvoorstel per 1 januari 2004 van kracht wordt. Rutte vindt een spoedige invoering van de budgetten en de daarmee gepaard gaande deregulering noodzakelijk. Wel is het mogelijk dat andere onderdelen van de wet later worden ingevoerd om gemeenten in het invoeringsjaar niet te zwaar te belasten.Op dit moment declareren de gemeenten 75 procent van de kosten voor bijstandsuitkeringen bij het Rijk; zij beschikken over een budget voor de betaling van 25 procent van de kosten. Met de nieuwe wet krijgen gemeenten een budget van het Rijk waarmee alle bijstandsuitkeringen moeten worden betaald. Als gemeenten van dit budget geld overhouden, mogen zij het vrij besteden aan ander gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld het aan het werk helpen van bijstandsgerechtigden. Als gemeenten tekort komen, moeten zij dit in principe binnen de eigen begroting opvangen. Gemeenten die er door een actief beleid in slagen het aantal bijstandsgerechtigden te verminderen, kunnen in het nieuwe systeem geld besparen.Het budget voor de betaling van bijstandsuitkeringen wordt jaarlijks vastgesteld op basis van een raming van het verwachte aantal bijstandsgerechtigden. Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met de economische ontwikkeling en veranderingen in het rijksbeleid. Dit budget wordt over gemeenten verdeeld aan de hand van objectieve criteria en door aantallen bijstandsuitkeringen in het verleden. De bedoeling is om de objectieve criteria steeds zwaarder te laten wegen: voor de grote gemeenten gelden vier jaar na het ingaan van de wet alleen nog objectieve criteria. Binnen het budget wordt een bedrag gereserveerd voor een noodvoorziening. Als sprake is van ernstige overschrijdingen buiten de schuld van de gemeente, dan kan op deze noodvoorziening een beroep worden gedaan.Alle middelen voor het naar werk begeleiden van bijstandsgerechtigden gaan op in één flexibel en vrij te besteden budget. Ook het geld voor gesubsidieerde banen wordt hierin opgenomen. Gemeenten kunnen zelf bepalen welk middel zij inzetten om mensen aan de slag te helpen. Dat kan bijvoorbeeld scholing, een loonkostensubsidie, bemiddeling of een gesubsidieerde baan zijn. Het budget voor het aan het werk helpen van bijstandsgerechtigden mag alleen voor dit doel worden gebruikt.Bijstandsgerechtigden hebben de plicht om algemeen geaccepteerd werk te aanvaarden en, als dat niet mogelijk is, mee te werken aan activiteiten die erop gericht zijn dat in de toekomst wel mogelijk te maken. Ontheffingen voor bepaalde groepen bijstandsgerechtigden mogen niet meer. Wel mag een gemeente in individuele gevallen een uitzondering maken op de verplichting. Als bijstandsgerechtigden de verplichting niet nakomen, kan dat gevolgen hebben voor hun uitkering. Hier tegen over staat dat in de wet ook is opgenomen dat bijstandsgerechtigden aanspraak kunnen maken op ondersteuning bij het vinden van werk.Om de zogenoemde armoedeval te verminderen, mogen gemeenten niet langer eigen inkomensbeleid voeren door extra uitkeringen (bijzondere bijstand) toe te kennen aan groepen bijstandgerechtigden. Dit kan alleen nog op individuele basis. De armoedeval treedt op als mensen die de overstap maken van een uitkering naar een baan, er in netto inkomen niet op vooruit gaan. Wel komt er een jaarlijkse, aanvullende toeslag (454 euro voor gehuwden) voor mensen met een inkomen op minimumniveau die vijf jaar lang geen werk hebben en geen perspectief op een baan.Verder mogen gemeenten bijstand in natura uitbetalen aan mensen die zelf slecht in staat zijn hun geld te beheren (bijvoorbeeld verslaafden of daklozen). Bijstandsgerechtigden die zich ernstig misdragen (bijvoorbeeld agressief optreden tegen medewerkers van de sociale dienst), kunnen door gemeenten worden gekort op hun uitkering.Uitgangspunt van de nieuwe wet is dat de gemeenteraad de eerstverantwoordelijke is voor de controle op de uitvoering. De Inspectie Werk en Inkomen houdt op rijksniveau toezicht.