Gemeente Utrecht


2003 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
58 Vragen van de heer J.H. Berends
(ingekomen 30 juli 2003)

De afgelopen weken is Nederland opgeschrikt door enkele gasontploffingen in woonhuizen, met tientallen gewonden en daklozen tot gevolg. Hierop is een discussie ontstaan over de verantwoordelijkheid voor de controle op de kwaliteit van gas- en electriciteitsleidingen in (woon)huizen, volgende Nederlandse wet van oudsher een gemeentelijke taak, die in het verleden werd uitgevoerd door de toen nog niet verzelfstandigde electriciteitsmaatschappijen. Inmiddels zijn vrijwel al deze maatschappijen verzelfstandigd, en is de controle op de inpandige gas- en electriciteisleidingen verwaterd. Leefbaar Utrecht maakt zich hier grote zorgen over en wil daarom van het College van B&W graag snel antwoord op de volgende vragen:

Onderschrijft het College dat zij volgens de wet verantwoordelijk is voor de controle op de kwaliteit van de inpandige gas- en electriciteitsleidingen? Is het College het met Leefbaar Utrecht eens dat dit toezicht van groot belang is voor de samenleving? Hoe geeft de gemeente Utrecht momenteel invulling aan deze wettelijke taak; en is dit toereikend? Indien het gemeentelijke beleid ontoereikend is, hoe en op welke termijn zal het College maatregelen nemen om deze omissie recht te zetten? En is het College bereid de gemeenteraad tijdig en nauwgezet te informeren over de gemaakte vorderingen op dit gebied?

Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 26 augustus 2003)

Ja, onder de publiekrechtelijke taak van de gemeente met betrekking tot het uitoefenen van toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Woningwet (1992) en het Bouwbesluit gegeven voorschriften valt ook het toezicht op de deugdelijkheid en veiligheid van (inpandige) gas- en electriciteitsinstallaties.

Uiteraard zijn we het hier mee eens.

Op grond van artikel 13 (en 100) van de Woningwet is de gemeente belast met het toezicht op bouwwerken. Bij het woningtoezicht wordt een onderscheid gemaakt tussen passief toezicht (o.b.v. klachten van huurders) en actief woningtoezicht (waaronder de projectmatige aanpak met subsidie, de projectmatige aanpak zonder subsidie, bijv. project Van Hoornekade en de APK). In het kader van het actieve woningtoezicht wordt de staat van woningen, waaronder ook de aanwezige installaties in een woning geïnspecteerd. Daarnaast worden de installaties ook beoordeeld bij splitsingsaanvragen. Bij nieuw te bouwen woningen worden de voorzieningen beoordeeld aan de hand van de aanvraag om bouwvergunning. Vooralsnog hebben ons geen signalen bereikt dat deze invulling ontoereikend zou zijn. Uiteraard houden wij de landelijke ontwikkelingen en discussie op dit gebied scherp in de gaten. Uit deze discussie zullen ook de consequenties duidelijk worden voor de verantwoordelijkheden, de financiële mogelijkheden en de vraag wie controle moet uitvoeren.

zie 3.

n.v.t.

---- --