European Commission

IP/03/1146

Brussel, 4 augustus 2003

Commissie hecht haar goedkeuring aan de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming door Cementbouw en ENCI

De Europese Commissie heeft haar goedkeuring gegeven aan de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming door twee in Nederland gevestigde producenten van bouwmaterialen, Cementbouw en ENCI. Op 1 juli kreeg de Commissie aanmelding van een overeenkomst waarbij de Nederlandse ondernemingen Cementbouw Betonmortel B.V. en ENCI Holding N.V. een gemeenschappelijke onderneming oprichten waarin de huidige activiteiten op het gebied van aggregaten van ENCI worden ondergebracht.

De gemeenschappelijke onderneming zal aggregaten voor de beton- en de asfaltindustrie, zoals zand, grind en steenslag, produceren en verkopen.

Uit het onderzoek van de Commissie blijkt dat de gecombineerde marktaandelen van Cementbouw en de gemeenschappelijke onderneming op de Nederlandse markt voor aggregaten gering zijn en dat de toename van het marktaandeel geen gevaar voor een machtspositie oplevert.

De transactie heeft stroomafwaarts gevolgen voor de markt voor stortklaar beton in Nederland, die zich in de bedrijfskolom beneden de aggregaten bevindt, en waarop zowel ENCI als Cementbouw significante posities innemen. Het onderzoek van de Commissie laat zien dat de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming geenszins ongunstig zal zijn voor de afnemers van aggregaten van de partijen (concurrenten op het gebied van stortklaar beton) en evenmin zal leiden tot coördinatie tussen de moedermaatschappijen.

Cementbouw en ENCI produceren en verhandelen bouwmaterialen, zoals stortklaar beton, mortel, aggregaten en aanverwante producten. ENCI staat uiteindelijk onder zeggenschap van het concern Heidelberg Cement, dat zich bezighoudt met de productie en afzet van cement en aanverwante producten. Cementbouw staat onder zeggenschap van CVC Capital Partners Group, een participatiemaatschappij.