Nederlands Huisartsen Genootschap


NHG-Standpunt Hormoongebruik in de Overgang

Boukes FS, Groeneveld FPMJ, Assendelft WJJ

Kernboodschappen:

* Het risico op borstkanker door hormoongebruik in de overgang is anderhalf tot twee keer verhoogd.

* Verhoging van het risico treedt ook al op bij relatief kortdurend gebruik.

* Na stoppen is het risico na één jaar nog slechts licht verhoogd en dit normaliseert zich binnen vijf jaar.

* Hormoongebruik leidt ook tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.

* Vrouwen moeten alleen hormoongebruik ter overweging krijgen bij vasomotorische klachten (opvliegers en zweetaanvallen) die hen belangrijk beperken in het dagelijks functioneren.
* De huisarts dient bij een keuze voor hormoongebruik te wijzen op de risicos en dient te adviseren het hormoongebruik na een half jaar op proef te staken.

* Bij het voorschrijven van een herhalingsrecept moet de huisarts er alert op zijn of de vrouw voldoende op de hoogte is van de risicos van voortgezet hormoongebruik.

Inleiding
Door de publicatie op 9 augustus jongstleden van resultaten van de Million Women Study in The Lancet is beroering ontstaan, niet alleen in de medische wereld maar ook in de media. Uit de studie blijkt dat vrouwen die hormonen gebruiken in de overgangsjaren een verhoogd risico op borstkanker hebben.1 Dit wordt in het eerste jaar van gebruik al duidelijk, en niet pas na vijf jaar zoals voorheen uit onderzoeksgegevens is geconcludeerd.

Het afgelopen jaar zijn er al meer studies verschenen die op schadelijke neveneffecten van hormoontherapie rond de overgang wijzen. De belangrijkste is de trial van de Womens Health Initiative. Dit dubbelblinde en placebogecontroleerde onderzoek, waarmee men de waarde van hormoongebruik bij de preventie van onder andere hart-en vaatziekten en osteoporose wilde vaststellen, werd na vijf jaar voortijdig beëindigd vanwege een onverwacht verhoogde kans op ischemische hartziekten (29 procent hoger) en CVAs (41 procent hoger) en een verhoogde kans op mammacarcinoom (26 procent hoger). De gunstige effecten op het gebied van osteoporose en colorectale carcinomen wogen hier niet tegenop.2 Bij latere analyses bleek tevens de kans op dementie bij oudere gebruiksters toe te nemen, terwijl men juist een beschermend effect had verwacht.3 In een artikel van 7 augustus jongstleden in het New Engeland Journal of Medicine werden de nieuwste berekeningen over het toegenomen risico op ischemische hartziekten gepubliceerd. Het relatief risico op een myocardinfarct of dood door een ischemische hartziekte bleek over de looptijd van de trial (gemiddeld 5,2 jaar) 1,24 (95% BI 1,00-1,54) en was het hoogst in het eerste jaar van gebruik (RR 1,81, 95% BI 1,09-3,00).4

Resultaten van de Million Women Study
De nieuwe gegevens uit de Britse Million Women Study over mammacarcinoom zullen de afweging van voor- en nadelen van hormoongebruik beïnvloeden. In Groot-Britannië worden vrouwen tussen de 50 en 64 jaar worden opgeroepen voor screening op mammacarcinoom. In de jaren 1996 tot en met 2001 werden van ruim een miljoen opgeroepen vrouwen gegevens verzameld over hormoongebruik in de overgang. De vrouwen werden gemiddeld vier jaar gevolgd en via de nationale kankerregistratie konden gegevens over hormoongebruik gekoppeld worden aan de incidentie van mammacarcinoom en aan sterfte hieraan. Dit leidde tot de volgende resultaten:


- Vrouwen bleken tijdens hormoongebruik een verhoogde kans op mammacarcinoom te hebben (RR 1,66, 95% BI 1,58-1,75) en ook een verhoogde kans op sterfte door mammacarcinoom (RR 1,22, 95% BI
1,00-1,48).


- Eén jaar na stoppen bleek het risico nog maar licht verhoogd (RR 1,14, 95% BI 1,01-1,28) en binnen vijf jaar na het stoppen van het hormoongebruik bleek het verhoogde risico op mammacarcinoom te zijn verdwenen, zelfs bij degenen met hormoongebruik gedurende meer dan tien jaar.


- Vrouwen die een combinatie van oestrogenen en progestagenen gebruikten liepen een groter risico (RR 2,00, 95% BI 1,91-2,09) dan gebruiksters van oestrogeen-monotherapie (RR 1,30, 95% BI 1,22-1,38). Helaas is niet apart naar de te verwachten hogere incidentie van endometriumcarcinoom in deze groep gekeken. Ook bij gebruiksters van tibolon is het risico verhoogd (RR 1,45, 95% BI 1,25-1,67).


- Tussen de diverse soorten oestrogenen en progestagenen en tussen verschillende toedieningsvormen (tabletten of pleisters, sequentiële of combinatiepreparaten) werd geen verschil gevonden.


- Het verhoogde risico was aantoonbaar bij langer dan één jaar gebruik van oestrogeen-monotherapie en stijgt geleidelijk (zie tabel).


- Het verhoogde risico was bij de combinatie van oestrogenen met progestagenen al binnen één jaar aantoonbaar en stijgt eveneens geleidelijk (zie tabel).

Tabel Relatief risico op mammacarcinoom door hormoongebruik gerelateerd aan gebruiksduur

Huidig gebruik alleen oestrogenen

Relatief risico

95% BI


- 1 jaar

0,81

0,55-1,20


- 1-4 jaar


1,25


1,10-1,41


- 5-9 jaar


1,32


1,20-1,46


- ³10 jaar


1,37


1,22-1,54


Huidig gebruik oestrogenen met progestagenen

Relatief risico


95% BI


- 1 jaar


1,45


1,19-1,78


- 1-4 jaar


1,74


1,60-1,89


- 5-9 jaar


2,17


2,03-2,33


- ³10 jaar


2,31


2,08-2,56

De NHG-Standaard De Overgang
Wat zijn de consequenties van de nieuwe onderzoeksgegevens voor de richtlijnen in de NHG-Standaard De Overgang uit 2002? In deze standaard wordt reeds van een terughoudend beleid uitgegaan: alleen als er vasomotorische klachten (opvliegers en zweetaanvallen) voorkomen die het dagelijks functioneren belangrijk beperken, weegt de huisarts samen met de vrouw de voor- en nadelen van hormoongebruik af. Uiteindelijk beslist de vrouw zelf over het gebruik. Hormoongebruik als preventie van bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en osteoporose wordt niet aangeraden.

In de spreekkamer
Vrouwen die hormoongebruik overwegen in verband met vasomotorische klachten, moeten op een begrijpelijke wijze uitleg krijgen over deze nieuwe gegevens. In de NHG-Standaard is te vinden wat vrouwen over het risico van hormoongebruik moeten weten alvorens tot gebruik over te gaan. Voordelen zijn een vermindering van opvliegers en zweetaanvallen. De verhoogde kans op endometriumcarcinoom kan worden tegengegaan door oestrogenen met progestagenen te combineren. Er is een geringe maar verhoogde kans op het ontstaan van een trombosebeen of longembolie.

Wat betreft de kans op mammacarcinoom moeten de accenten van de tekst in de standaard anders gelegd worden. De vrouw dient te beseffen dat het risico op mammacarcinoom tijdens hormoongebruik licht is verhoogd. Geleidelijk stijgt de incidentie van mammacarcinoom bij hormoongebruiksters van 2 tot 3 per 1000 naar ongeveer 5 per 1000 per jaar na vijf jaar gebruik, en dit risico begint in het eerste jaar van gebruik al te stijgen. Behandeling met alleen oestrogenen geeft minder risicoverhoging, maar daar staat een verhoogd risico op endometriumcarcinoom tegenover. Indien men stopt met de behandeling, dan is het risico na één jaar nog maar licht verhoogd en binnen vijf jaar is het risico weer terug op het normale niveau.

De kans op hart- en vaatziekten verdient ook aandacht. Door hormoongebruik neemt het risico op een CVA en op een myocardinfarct toe. Zo loopt de kans op een myocardinfarct op van ongeveer 33 per 10.000 naar 39 per 10.000 per jaar, waarbij juist in het eerste jaar van gebruik het risico hoger is dan in eventueel latere jaren. Hierbij moet men bedenken dat dit gemiddelde waarden zijn. Bij rokende vrouwen, of bij vrouwen met hypertensie, diabetes of hypercholesterolemie zullen de risicos hoger uitvallen; bij vrouwen zonder risicofactoren lager.

Vrouwen die ervoor kiezen hormonen te gaan gebruiken, krijgen volgens de standaard het advies na een halfjaar een stoppoging te doen en als dit niet lukt in elk geval jaarlijks een afspraak te maken om de voorzetting van het gebruik af te wegen. Dit beleid blijft ongewijzigd. Hierbij is het belangrijk dat de huisarts bij een keuze voor hormoongebruik en bij iedere heroverweging wijst op de toenemende verhoging van de kans op mammacarcinoom en op de verhoogde kans op hart- en vaatziekten door voortgezet hormoongebruik.

Herhalingsrecepten
Het NHG geeft de aanbeveling dat huisartsen de komende tijd alert zijn bij het voorschrijven van herhalingsrecepten voor hormoongebruik bij overgangsklachten. Ze dienen zich af te vragen of vrouwen die een herhalingsrecept vragen op de hoogte zijn van het verhoogde risico op mammacarcinoom en hart- en vaatziekten.Vrouwen die twijfelen of onvoldoende zijn ingelicht, dienen uitgenodigd te worden voor een consult om opnieuw een afweging te maken van voor-en nadelen van hormoongebruik. Hierbij kan de huisarts gebruikmaken van de geactualiseerde NHG-Patiëntenbrief Aanpak van de overgang - versie augustus 2003, die tegelijk met dit standpunt verschijnt.


1^ Million Women Study Collaborators. Breast cancer and hormone replacement therapy in the Million Women Study. Lancet 2003;362:419-27.


2^ Writing Group for the Womens Health Initiative Investigators. Risks and benefits of estrogen plus progestin in healthy postmenopausal women. JAMA 2002;288:321-333.


3^ Shumaker SA, Legault C, Thal L, Wallace RB, Ockene JK, Hendrix SL, Jones BN 3^rd et al. Estrogen plus progestin and the incidence of dementia and mild cognitive impairment in postmenopausal women: the Womens Health Initiative Memory Study: a randomized controlled trial. JAMA 2003;289:2651-62.


4 Manson JE, Hsia J, Johnson KC, Rossouw JE, Assaf AR, Lasser NL, Trevisan M, Black HR, Heckbert SR, Detrano R, Strickland OL, Wong ND, Crouse JR, Stein E, Cushman M; Womens Health Initiative Investigators. Estrogen plus progestin and the risk of coronary heart disease. N Engl J Med 2003;349:523-34.

Utrecht, 18 augustus 2003

afdeling Richtlijnontwikkeling en Wetenschapsbeleid e-mail: renw@nhg-nl.org
tel: 030-2881700