Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2003-193

Den Haag, 18-08-2003

Antwoorden op kamervragen Vogelpest

De staatssecretaris van Financiën beantwoordt mede namens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vragen van respectievelijk het lid De Wit en deleden Van Vroonhoven-Kok en Verburg over vogelpest.

Hieronder zijn integraal de vragen en antwoorden opgenomen.

Vragen lid De Wit


1.

Kunt u bevestigen dat het bedrijf Moonen Agroservice te Stramproy in verband met de ruiming van kippen tijdens de vogelpestepidemie asielzoekers heeft ingeschakeld en deze heeft ingeschreven onder de naam F. Vogelpest, geboren op 24 april 2003, maar de afzonderlijke asielzoekers heeft opgenomen in een soort schaduwboekhouding of subadministratie?


2.

Klopt het dat dit bedrijf aldus heeft gehandeld in overleg met de Belastingdienst te Heerlen?


3.

Hoe beoordeelt u de handelwijze van deze Belastingdienst? Is hier sprake van het plegen van een strafbaar feit, in het bijzonder het plegen, uitlokken of medeplegen van valsheid in geschrifte door deze dienst dan wel afzonderlijke ambtenaren van deze dienst?


4.

Is of wordt aangifte gedaan bij de politie van dit feit? Zo neen, waarom niet?


5.

Kunt u het vermoeden bevestigen ­ uitgesproken door een woordvoerder van het ministerie van Financiën ­ dat door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en/of het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit druk is uitgeoefend op de Belastingdienst te Heerlen om de asielzoekers onder de gezamenlijke naam F. Vogelpest onder te brengen? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen jegens de verantwoordelijke bewindspersonen?


6.

Bent u bereid een onderzoek te doen instellen naar de juiste gang van zaken in deze kwestie? Zo neen, waarom niet?

Antwoorden


1.

Ja.


2.

Ja.


3, 4, 6

Een ambtenaar van de Belastingdienst te Heerlen heeft een eigenstandige afweging gemaakt tussen de maatschappelijke urgentie van het bestrijden van de vogelpest en het terughoudende beleid inzake het verstrekken van sofi-nummers aan asielzoekers in verband met de kans op misbruik van die nummers in de toekomst. Hij heeft ervoor gekozen geen individuele sofi-nummers te verstrekken en hij heeft daarom gebruik gemaakt van een administratieve oplossing waarbij geen sofi-nummers op naam werden afgegeven.

Het verstrekken van een sofi-nummer aan een groep personen op basis van een gefingeerde naam en geboortedatum is fout en in strijd met het beleid dat de Belastingdienst voert met betrekking tot de uitgifte van sofi-nummers. Op vragen uit de media heeft de Belastingdienst deze fout erkend. Binnen de Belastingdienst zullen maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat een dergelijk incident zich in de toekomst opnieuw voordoet.

Inmiddels is de Rijksrecherche in opdracht van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie een onderzoek gestart naar de handelwijze van (ambtenaren van) de Belastingdienst.

5.

Vooruitlopend op de resultaten van het onderzoek van de Rijksrecherche kan al wel worden geconcludeerd dat de betrokken ambtenaar geen contact heeft gehad met een van de genoemde ministeries. Van enige druk van die ministeries of andere instanties op die ambtenaar is dus geen sprake geweest. Stappen richting collega-bewindslieden zijn derhalve niet aan de orde.

Vragen van de leden Van Vroonhoven-Kok en Verburg


1.

Van wie ging het initiatief uit voor deze actie?


2.

Op grond van welke argumenten en overwegingen is besloten sofi-nummers te verstrekken voor asielzoekers, in plaats van werkzoekenden in te schakelen?


3.

Waarom en wanneer heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met deze werkwijze en op welke wijze is hierbij de precedentwerking voor andere incidentele of seizoensarbeid als bijvoorbeeld de asperge- of bloembollenteelt, betrokken?


4.

Deelt u de opvatting dat deze handelswijze van de overheid haaks staat op het beleid ter bestrijding van illegale arbeid?


5.

Zijn andere maatregelen voor het ruimen van kippen overwogen en zo ja, welke en waarom is toch voor deze aanpak gekozen?


6.

Welke maatregelen neemt de regering om een einde te maken aan deze mogelijkheid tot manipulatie met sofi-nummers, schadelijke gevolgen tegen te gaan en precedentwerking voor andere <<urgente>> werkzaamheden te voorkomen?

Antwoorden


1.

Voor dit antwoord moge ik u verwijzen naar het gelijktijdige antwoord op de vragen 3, 4 en 6 van het lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal De Wit en naar het antwoord op vraag 3 hierna.


2.

Het recht op arbeid voor asielzoekers is niet gebaseerd op een verkregen sofi-nummer, maar op een tewerkstellingsvergunning. Er zijn geen sofi-nummers verstrekt voor individuele asielzoekers, maar aan een groep personen op basis van een gefingeerde naam en geboortedatum. Op grond van par. 22 van het Delegatie- en uitvoeringsbesluit van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) kunnen asielzoekers in procedure onder bepaalde voorwaarden binnen een tijdbestek van 52 weken maximaal 12 weken onder "marktconforme voorwaarden" werken. De werkgever die een asielzoeker in procedure wil laten werken, heeft een tewerkstellingsvergunning voor de desbetreffende asielzoeker nodig. Bij tewerkstellingsvergunningenaanvragen hoeft in het geval van asielzoekers in procedure niet te worden getoetst aan prioriteitgenietend aanbod; asielzoekers in procedure zijn binnen de voorwaarden van bovengenoemde paragraaf gelijkgesteld aan andere werkzoekenden. Er was op dat moment reeds een groot aantal werknemers, niet zijnde asielzoekers, werkzaam in het kader van de vogelpest (naar schatting waren 4000 personen betrokken bij de ruimingen). Desondanks was er nog een tekort aan arbeidskrachten en zijn in totaal 96 tewerkstellingsvergunningen verstrekt.


3.

Rond 14 maart was er sprake van een steeds maar uitdijende epidemie van Aviaire Influenza. Het bleek niet mogelijk om met de toen beschikbare capaciteit de ruimingen van de besmette bedrijven en de bedrijven daaromheen snel genoeg te voltooien. Indien de besmette bedrijven niet binnen 24 uur en de bedrijven daaromheen binnen 48 uur zouden worden geruimd, dan zou de infectiedruk (zgn. reproductiewaarde) te hoog blijven. Bij een te hoge infectiedruk kan de verspreiding van het virus vrijwel zeker niet worden gestopt. Niet alleen betekende dit een direct gevaar voor andere pluimveerijke gebieden in Nederland, maar ook voor het pluimvee in de ons omringende landen. Het incidenteel voorkomen van de vogelpest, het zeer besmettelijke karakter van de ziekte, de ingrijpende gevolgen van de ziekte voor de sector en de mogelijkheid dat de ziekte zou kunnen overslaan naar andere delen van Nederland en omringende landen, maakt dat deze crisissituatie niet is te vergelijken met de jaarlijks op vaste tijden terugkerende asperge- of bloembollenoogst.

Op 14 maart 2003 heeft het desbetreffende bedrijf telefonisch contact opgenomen met CWI met de mededeling dat vanaf vrijdagnacht 14 maart 2003 asielzoekers bij ruimingen in het kader van de vogelpest zouden worden ingezet. Gezien de bovenbeschreven urgente situatie heeft CWI met het desbetreffende bedrijf de afspraak gemaakt om - in strijd met de regels - tewerkstellingsvergunningen te verstrekken onder voorwaarde dat de benodigde verklaringen van de minister van Justitie zouden volgen en dat wel aan alle overige vereisten van de Wav zou worden voldaan. Het verkrijgen van de verklaring van de minister van Justitie neemt doorgaans 4 tot 6 weken in beslag. Over bovengenoemde afspraak heeft contact plaatsgevonden tussen SZW en CWI. De betreffende vergunningen zijn op 28 maart verstrekt, wat overigens betekent dat van vrijdagnacht 14 maart tot 28 maart 2003 zonder tewerkstellingsvergunningen is gewerkt.

Gezien het exceptionele en het urgente karakter van de situatie op 14 maart 2003 heeft de minister van SZW er begrip voor dat CWI heeft willen meedenken aan een oplossing voor de situatie op 14 maart, resulterend in de gemaakte afspraak. Wel had de brief van CWI van 14 maart 2003 aan het desbetreffende bedrijf, bevestiging van de telefonische afspraken, moeten worden geconditioneerd. In de brief had helder moeten staan dat de afspraken alleen golden voor de mensen die dat weekend aan de slag moesten in afwachting van de formele aanvraag en verstrekking van tewerkstellingsvergunningen en dat het (overigens) niet is toegestaan om zonder een tewerkstellingsvergunning te werken. Ook had het departement in de contacten met CWI moeten aandringen op dergelijke conditionering, om een verdergaande interpretatie van de brief van 14 maart 2003 uit te sluiten. Het verstrekken van de uiteindelijke tewerkstellingsvergunningen op 28 maart 2003 had eveneens zorgvuldiger gemoeten. Er zijn standaardvergunningen afgegeven en er is niet verwezen naar de voorwaarde dat de benodigde verklaringen van de minister van Justitie op korte termijn moesten worden verstrekt. De minister van SZW draagt zorg voor afspraken met CWI die erop gericht zijn in de toekomst een zorgvuldiger handelen te bevorderen.


4.

Gezien de urgentie zijn bepaalde beslissingen genomen. Ondanks de inzet van betrokken partijen om illegale arbeid te voorkomen, heeft in dit geval het afwijken van regelgeving het risico vergroot dat zich onder de ingezette asielzoekers personen bevonden die volgens de wet niet mochten werken. Dit laat onverlet dat uitzendbureau en werkgever verantwoordelijk zijn en blijven voor het voorkomen van inzet van illegaal personeel. Momenteel vindt een strafrechtelijk onderzoek uitgevoerd door de SIOD, in samenwerking met de Algemene Inspectiedienst (AID). Het onderzoek is gericht op illegale tewerkstelling bij werkzaamheden in het kader van de vogelpest. Het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie heeft aangegeven dat in verband met de omvang en de complexiteit van het onderzoek het strafrechtelijk onderzoek niet eerder kan worden afgerond dan 1 november 2003.


5.

In het draaiboek Aviaire Influenza is vastgelegd welke methoden gebruikt kunnen worden voor het ruimen van pluimvee. Bij de bestrijding van de grootschalige uitbraken van vogelpest in Nederland is gekozen voor dodingsmethoden die enerzijds zo min mogelijk dierenleed veroorzaken en anderzijds een snelle ruiming van geïnfecteerde bedrijven mogelijk maakte. In de praktijk komt dit neer op het doden van de dieren in de stal door onttrekking van zuurstof aan de lucht waarna de kadavers handmatig worden verwijderd. Alle bestrijdingsmaatregelen zijn genomen in nauw overleg met de Europese Commissie.


6.

Voor wat betreft de Belastingdienst moge ik u kortheidshalve verwijzen naar het gelijktijdige antwoord op de vragen dienaangaande van het lid De Wit.

De minister van SZW draagt ervoor zorg dat via verbetering van de werkafspraken tussen CWI en Justitie in situaties met dit karakter sneller kan worden gehandeld binnen de wettelijke kaders (en dus sneller vergunningaanvragen kunnen worden afgehandeld).