Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Inlaten brak water zinvol

Verkeer en Waterstaat is van mening dat het toelaten van brak water in het Westen van het land wel degelijk zin heeft. Het inlaten van brak water heeft echter niet tot doel het grondwaterpeil te verhogen zoals TNO stelt, maar om het oppervlaktewaterpeil op niveau te houden en daardoor ook het grondwaterpeil niet verder te laten dalen. Het uitgangspunt van Verkeer en Waterstaat is dus anders dan dat van TNO.

Naar aanleiding van de problemen in de extreem droge zomer van 1976 is in de tweede Nota Waterhuishouding (1984) nieuw beleid geformuleerd omtrent droogte. Het voorkomen van onherstelbare schade en het waarborgen van de veiligheid en stabiliteit van waterkeringen heeft daarbij de hoogste prioriteit gekregen. Voor West-Nederland betekent dit dat zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat grond- en oppervlaktewater onder de streefpeilen zakken, indien nodig met water van mindere kwaliteit.

Door het peil van het oppervlaktewater te handhaven, wordt voorkomen dat waterkeringen en huizen, gebouwen en wegen in Rijnland verzakken of instabiel worden. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als de koppen van houten palen droog vallen en gaan rotten. Als zoiets kort duurt heeft dat geen negatieve consequenties, maar op voorhand is niet vast te stellen hoe lang de periode van onvoldoende aanvoer van zoet water duurt. Gezien het feit dat bovenstrooms in Duitsland en Zwitserland de zomer extreem droog en warm was, kan de periode van verzilting van de Hollandsche IJssel relatief lang duren.
Peilhandhaving van het oppervlaktewater kan er verder toe leiden dat het aangrenzende grondwater niet nog verder daalt dan het in droge perioden toch al doet. Hiermee wordt bodemdaling door inklinking van veen zoveel mogelijk voorkomen.

Gezien het voorgaande is het nu, conform alle draaiboeken die sinds 1984 zijn gemaakt, nodig om brak water binnen te laten. Daarbij worden de negatieve effecten voor natuur en landbouw uiteraard scherp in de gaten gehouden. Daarnaast wordt door het zoeken naar alternatieve aanvoerroutes alles in het werk gesteld om aanvoer van water van mindere kwaliteit zoveel mogelijk te beperken.