Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Toespraak minister De Graaf presentatie boek 'The Pegasus principle'

19 augustus 2003

Alleen het gesproken woord geldt.

Meneer Meuleman, dank u voor dit boek. Niet alleen omdat ik het net gekregen heb, maar omdat u de moeite heeft genomen om het te schrijven. Te vaak gaan ervaringen en ideeën, gaat deskundigheid van ambtenaren en bestuurders verloren, omdat alleen de eigen, directe kring er kennis van neemt. Dat zou zeker voor dit onderwerp jammer zijn. De afgelopen jaren zijn er immers talloze interactieve projecten gestart die uiteindelijk verzanden in de klassieke top-down-aanpak. In de The Pegasus-principle wordt uiteengezet hoe dat zou kunnen komen. Hoe het komt dat de verwachtingen die bij burgers worden gewekt, bij lange na niet worden waargemaakt. Terwijl er juist bij interactiviteit zoveel te winnen is niet alleen voor de burger maar voor de overheid.

Niet voor niets is het motto van dit kabinet: Meedoen, meer werk, minder regels. Interactiviteit gaat over meedoen. Met andere woorden: het kabinet wil mensen meer betrekken bij het identificeren van problemen, het verzinnen van oplossingen en bij het verbeteren van de uitvoering en dienstverlening door de overheid. Dat gaan we doen door iedereen meer ruimte te geven om een eigen bijdrage te leveren aan de opbouw van onze samenleving. Dat stelt nieuwe eisen aan de overheidsorganisatie, aan de interne overheidscultuur en aan de omgangsvormen van de overheid met iedereen, burgers, bedrijven en instellingen. Maar, en daar wordt door u terecht op gewezen, het stelt ook eisen aan de politici, bijvoorbeeld volksvertegenwoordigers. Wij zullen de ruimte en keuzevrijheid voor elk interactief proces vooraf moeten begrenzen. U noemt dit: het politieke mandaat. Zonder dit politieke mandaat kunnen bestuurders en ambtenaren in een interactief proces geen enkele zekerheid geven over wat er vervolgens gebeurt en de volksvertegenwoordigers met de interactieve inbreng zullen doen. Deze onzekerheid is dodelijk voor een vruchtbare samenwerking met mensen en schaadt het vertrouwen in de overheid. Je moet je zelfs afvragen of het interactieve spoor dan wel zo verstandig is. Zonder politiek mandaat en zonder echte communicatie zal elk interactief proces grote afbreukrisicos kennen. Nog dit jaar zal ik de Tweede Kamer een voorstel doen om interactieve processen te professionaliseren. Ik maak daarbij dankbaar gebruik van de transactieve benadering ofwel het Pegasus-principe.

Ik wil bij deze gelegenheid het Expertisebureau Innovatieve Beleidsvorming, kortweg Xpin, niet ongenoemd laten. In hun brochure over het politiek mandaat met de titel "Hoezo kaders?" wordt gewaarschuwd voor de eenvoudige gedachte die je nog wel eens hoort bij bestuurskundigen: laat de politiek vooraf duidelijke kaders formuleren, dan kunnen daarbinnen ambtenaren en burgers samen het beleid formuleren. Het is volgens XPIN een misvatting dat dit eenmalig en in één richting kan gebeuren, in de vorm van een politieke instructie of kaderstelling. Voorwaarde is bovendien dat er een open vraagstelling is die genoeg ruimte laat voor experimenten, verrassingen en verrijking. De deelnemers aan de interactie moeten ook meer zijn dan de usual suspects (polderpartners en inspraaktijgers met voorspelbare standpunten). Het kader dat tevoren wordt meegegeven, zal inhoudelijk eerder uitnodigend en ruimte moeten scheppen dan de uitkomst moeten inperken, aldus Xpin.

Het is duidelijk dat de vastgeroeste werkwijzen van ons representatief democratisch stelsel ook aan verandering toe zijn. Participatie en directe zeggenschap zijn waardevolle aanvullingen op de representatieve democratie en je mag van bestuurders én volksvertegenwoordigers verwachten dat ze er alles aan doen om de communicatie en interactie met de mensen te verbeteren. Dat vereist wel een alerte overheid, die initiatieven omarmt en zonodig verder ontwikkelt. In mijn programma modernisering overheid wordt interactie en participatie een belangrijk element. In het najaar zal ik dit aan de Tweede Kamer aanbieden. Daarvoor is commitment nodig van alle ministers, de hele rijksoverheid, alle ambtenaren.

Op uw vraag of ik me alleen met gekozen burgemeesters en andere institutionele vernieuwingen ga bemoeien, kan ik dus kort zijn. Nee, ik wil meer, dit kabinet wil een overheid die flexibel en minder bureaucratisch is, met minder regeltjes en beperkende procedures werkt en burgers betrekt. En dat bereik je niet alleen door institutionele hervormingen. Wat ik voorsta is een burgergerichte, open overheid, die luistert naar mensen, die transparant en toegankelijk is, die mensen opzoekt.

Interactiviteit, een overheid die met beide voeten in de maatschappij staat, burgers die meedoen, dat is mijn inzet. Of zoals in het Regeerakkoord staat: een slagvaardige overheid, een betere democratie.