Maximaal vier jaar cel voor rekruteren voor de jihad
---
Minister Donner van Justitie heeft woensdag 20 augustus een nota van
wijziging bij het wetsvoorstel terroristische misdrijven ingediend bij de
Tweede Kamer waarin werving voor de jihad strafbaar wordt gesteld. In
hetzelfde voorstel wordt ook samenspanning met als doel een terroristisch
misdrijf te plegen apart strafbaar gesteld.
De bewindsman geeft hiermee prioriteit aan de uitvoering van nieuwe
terrorismewetgeving, zoals aangekondigd in de notitie 'Terrorisme en de
bescherming van de samenleving' die eind juni werd gepresenteerd.
De rekrutering voor de jihad zal strafbaar worden gesteld door aanpassing
van artikel 205 van het Wetboek van Strafrecht. Daardoor zal het werven voor
gewapende strijd bestraft kunnen worden, ook als - nog - onduidelijk is of
degene die geworven is, zijn bijdrage aan de gewapende strijd in enig
georganiseerd verband zal willen leveren. De maximumstraf wordt verhoogd van
één jaar tot vier jaar.
Daarnaast zal samenspanning tot het begaan van terroristische misdrijven
afzonderlijk strafbaar worden gesteld. Hiermee wordt beoogd strafrechtelijk
optreden gemakkelijker te maken tegen terroristische netwerken en bewegingen
die opereren in een los en wisselend samenwerkingsverband. Strafbaarstelling
van samenspanning tot ernstige terroristische misdrijven gebeurt mede uit
het oogpunt van een zo effectief mogelijke bestraffing en bestrijding van
terrorisme. Met de strafbaarstelling van samenspanning wordt de
internationale samenwerking bij terrorismebestrijding, inclusief de
wederzijdse rechtshulp
vergemakkelijkt.
Voor veroordeling wegens samenspanning moet worden aangetoond dat twee of
meer personen (waaronder de verdachte) hebben afgesproken om terroristische
misdrijven te plegen. Een dergelijke afspraak of overeenkomst kan worden
afgeleid uit de verklaringen van degenen die de afspraak hebben gemaakt,
maar kan ook blijken uit getuigenverklaringen of afgeluisterde
telefoongesprekken. Aan de overeenkomst hoeft nog geen
uitvoering te zijn gegeven.
Bron: Ministerie van Justitie
Openbaar Ministerie